ECLI:NL:RBROT:2006:AZ6221
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot faillietverklaring afgewezen wegens gebrek aan baten
Op 27 december 2006 heeft de aangever verzocht om in staat van faillissement te worden verklaard. Tijdens de zitting is de aangever verschenen en gehoord. De aangever heeft verklaard dat hij niet over vermogen beschikt, geen eigen woonruimte heeft en leeft van een bijstandsuitkering. Het verzoek om faillietverklaring is gedaan met de intentie om een periode van rust te verkrijgen, wat inhoudt dat hij geen last wil hebben van deurwaarders.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat het doel van een faillissement is om een gemeenschappelijk verhaal op het gehele vermogen van de schuldenaar te realiseren ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers. De aangever heeft echter niet aannemelijk gemaakt dat er voldoende baten aanwezig zijn of zullen zijn om de kosten van het faillissement te dekken. Bovendien is er geen verwachting dat er enige uitkering aan de schuldeisers zal plaatsvinden.
Gezien deze overwegingen heeft de rechtbank geconcludeerd dat het verzoek tot faillietverklaring geen belang dient dat door de faillissementswet wordt beschermd. Daarom heeft de rechtbank het verzoek afgewezen. De beslissing is op 2 januari 2007 gegeven door mr. F.A.M. Veraart, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van L. Timmermans, griffier.