Zaak-/rolnummer: 242495/HA ZA 05-2039
Uitspraak: 15 november 2006
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid PRIMELINE SERVICE B.V.,
gevestigd te ‘s-Hertogenbosch,
eiseres,
procureur mr. J. Verbeeke,
[gedaagde], voorheen h.o.d.n. ATLANTIC STEIGERBOUWBEDRIJF,
wonende te Rotterdam,
gedaagde,
procureur mr. A. Hendriks.
Partijen worden hierna aangeduid als "Primeline" respectievelijk "Atlantic".
1. Het verloop van het geding
1.1 De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- dagvaarding d.d. 6 juli 2005 en de door Primeline overgelegde producties;
- conclusie van antwoord, met een productie;
- tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 26 oktober 2005, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 8 december 2005;
- akte na comparitie aan de zijde van Atlantic, met producties;
- antwoordakte na comparitie aan de zijde van Primeline.
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voor zover van belang - het volgende vast:
2.1 Bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard verstekvonnis d.d. 14 oktober 2002 van de rechtbank Middelburg, sector kanton, is [belanghebbende] (hierna: [belanghebbende]), veroordeeld:
- om aan Primeline te betalen een bedrag van € 5.000,-, vermeerderd met de overeengekomen kredietvergoeding van 23,9% per jaar daarover vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening; alsmede
- in de kosten van het geding tot aan de uitspraak begroot op € 496,12, waaronder € 270,- wegens salaris voor de gemachtigde van Primeline.
Primeline heeft vorenbedoeld vonnis op 31 oktober 2002 aan [belanghebbende] doen betekenen.
2.2 [belanghebbende] is op 14 mei 2004 in dienst getreden bij Atlantic.
2.3 Op 19 oktober 2004 heeft Primeline ten laste van [belanghebbende] onder Atlantic executoriaal derdenbeslag gelegd tot verhaal van haar uit vorenbedoeld vonnis voortvloeiende vordering. Het exploot van beslaglegging is op 20 oktober 2004 aan [belanghebbende] betekend.
2.4 Atlantic heeft, na herhaalde sommatie van de zijde van Primeline, op 5 januari 2005 de verklaring derdenbeslag ex artikel 476a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) afgegeven.
2.5 De beslagleggende deurwaarder heeft bij brief van 23 februari 2005 aan Atlantic bericht dat met de verklaring derdenbeslag kon worden ingestemd. Daarbij is verzocht om voor 2 maart 2005 de door het beslag getroffen gelden met terugwerkende kracht tot de datum van beslaglegging af te dragen, zijnde tot en met 22 februari 2005 een bedrag van € 1.460,16, alsmede om vanaf 23 februari 2005 de onder het beslag vallende gelden per betaalperiode aan de deurwaarder af te dragen.
2.6 Het dienstverband tussen Atlantic en [belanghebbende] is op 18 maart 2005 beëindigd.
2.7 Atlantic heeft aan Primeline geen betalingen gedaan uit hoofde van het onder haar gelegde derdenbeslag.
3.1 De vordering, zoals ter comparitie verminderd, luidt om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Atlantic te veroordelen:
a. om aan de beslagleggende deurwaarder te betalen alle door het ten laste van [belanghebbende] gelegde derdenbeslag d.d. 19 oktober 2004 getroffen gelden, tot het bedrag waarvoor het beslag is gelegd, zulks conform specificatie van de beslagleggende deurwaarder;
b. indien en voor zover Atlantic met haar hierboven onder “a” vermelde betalingsverplichting in gebreke blijft, om aan de beslagleggende deurwaarder ten titel van vervangende schadevergoeding en tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 8.882,34, vermeerderd met de nog te vervallen rente over de hoofdsom ad
€ 5.000,- vanaf 3 februari 2005 tot de dag der algehele voldoening en vermeerderd met de nog te verschijnen executiekosten;
c. in de kosten van deze procedure, vermeerderd met de wettelijke rente over die proceskosten, te rekenen vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening.
3.2 Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten heeft Primeline aan de vordering ten grondslag gelegd dat Atlantic, door niet tot afdracht van de beslagen gelden over te gaan, in strijd handelt met de verplichting ingevolge artikel 477 Rv en ook overigens toerekenbaar onrechtmatig handelt jegens Primeline.
Voorts heeft Primeline gesteld dat Atlantic weliswaar kan terugkomen op de afgelegde verklaring derdenbeslag, maar dat de daartoe door Atlantic gestelde omstandigheden onvoldoende onderbouwd en gespecificeerd zijn.
3.3 Atlantic heeft de vordering gemotiveerd betwist.
4.1 Atlantic is ingevolge artikel 477 Rv e.v. verplicht om hetgeen zij volgens de door haar gedane verklaring aan [belanghebbende] verschuldigd is, te voldoen aan de deurwaarder.
Atlantic heeft aangegeven dat zij het formulier derdenverklaring destijds niet geheel correct heeft ingevuld. Rekening houdend met de door Atlantic aangegeven wijzigingen van die verklaring beperkt het alsdan verschuldigde bedrag zich, aldus Atlantic, tot het daadwerkelijk onder het beslag vallende bedrag van € 19,97 per week over de periode 19 oktober 2004 tot en met 18 maart 2005, oftewel een totaal van 21,3 weken x € 19,97 =
€ 425,36.
4.2 Nu gesteld noch gebleken is dat Atlantic na beëindiging van het dienstverband nog enige betalingsverplichting richting [belanghebbende] heeft gehad, moet worden geconcludeerd dat Atlantic uit hoofde van het onder haar gelegde derdenbeslag slechts kan worden verplicht te voldoen aan Primeline hetgeen zij aan [belanghebbende] uit hoofde van de tussen hen bestaand hebbende arbeidsovereenkomst tot en met 18 maart 2005 diende te voldoen.
4.3 In de door Atlantic op 5 januari 2005 opgestelde verklaring derdenbeslag is het volgende opgenomen:
“…
bruto-loon/uitkering per week € 406,44
in te houden belasting en sociale lasten € 149,22
€ 257,22
verder wordt ingehouden:
premie ziektekostenverzekering € 38,13
premie pensioenspaarregeling € 3,03
ondernemingsspaarregeling voor
oudedagverzorging € 28,32
tezamen € 31,35
€
de beslagvrije voet beloopt volgens de
aan dit formulier gehechte tabel €
zodat onder het beslag valt €
Het vakantiegeld bedraagt % van het jaarloon en wordt jaarlijks uitgekeerd in de maand netto vakantiebon € 104,59 pw juni.
…”
4.4 Atlantic heeft aangegeven dat er op het moment van beslaglegging geen betalingsverplichting (meer) bestond jegens [belanghebbende] met betrekking tot de vakantiebonnen. Ten eerste omdat aan [belanghebbende] ter zake reeds een voorschot was betaald en ten tweede omdat deze betalingsverplichting niet geldt jegens [belanghebbende] zelf maar jegens het SFB. De opgegeven vakantiebonnen dienen derhalve buiten beschouwing te blijven bij berekening van hetgeen Atlantic aan Primeline dient te voldoen, aldus Atlantic.
Voorts heeft Atlantic aangegeven dat bij het opgegeven bruto loonbedrag overwerktoeslag en offshore toelagen niet dienen te worden meegenomen, aangezien deze vooraf niet bepaalbaar zijn en niet opeisbaar zijn voordat deze uren daadwerkelijk gewerkt zijn. Daar komt bij dat [belanghebbende] in een verkeerde (CAO)loonschaal was ingedeeld en dat het daadwerkelijk verschuldigde bruto uurloon ten tijde van het leggen van het beslag € 10,16 en geen € 11,29 bedroeg; bij een 40-urige werkweek betekent dit een bruto weekloon van € 406,40, aldus Atlantic.
Tot slot heeft Atlantic aangegeven dat ingevolge artikel 475a, tweede lid, Rv de premies ziektekosten, pensioen en spaarregeling dienen te worden afgetrokken. Primeline houdt hier ten onrechte geen rekening mee in haar vordering.
Primeline heeft de verweren van Atlantic gemotiveerd weersproken.
4.6
Het is juist dat het beslag niet geldig is op hetgeen wordt ingehouden krachtens de wet, uit hoofde van een ziektekostenverzekering of van een pensioenspaarregeling dan wel uit hoofde van een ondernemingsspaarregeling voor een oudedagsvoorziening. Voor zover het verweer van Atlantic daarop betrekking heeft, slaagt dit verweer.
In principe vallen betalingsverplichtingen ter zake van vakantie-uitkeringen onder het gelegde beslag indien en voor zover Atlantic deze aan [belanghebbende] verschuldigd was ten tijde van het gelegde beslag. Ook overwerktoeslag en offshore toelagen vallen onder het beslag nu zij een periodieke uitkering vormen ex artikel 475b Rv.
De vraag of [belanghebbende] in de verkeerde (CAO)loonschaal was ingedeeld, is in deze niet relevant omdat onweersproken uit de verklaring derdenbeslag blijkt dat het bruto-weekloon € 406,44 bedroeg.
4.7 Uit het voorgaande volgt dat het door Atlantic opgegeven bedrag dat Atlantic uit hoofde van het onder haar gelegde derdenbeslag verplicht is jegens Primeline te voldoen, in beginsel hoger is dat het door Atlantic opgegeven bedrag van € 19,97 per week. Thans is evenwel nog niet duidelijk wat het exact verschuldigde bedrag is. Atlantic zal hiertoe nadere informatie dienen aan te leveren en een nadere berekening dienen op te maken. Indien Primeline van oordeel is dat de door Atlantic opgemaakte berekening niet correct is, is het aan Primeline om dit door middel van een door haar opgemaakte berekening te weerleggen.
4.8 De gevorderde vervangende schadevergoeding zal worden afgewezen. Bij een vordering strekkende tot “vervangende schadevergoeding” dient met name gedacht te worden aan vergoeding van de waarde die daarmee in de plaats komt van de beslagen goederen of zaken. Vervangende schadevergoeding komt derhalve in beginsel niet aan de orde indien het beslag alleen rust op een vordering tot betaling van een geldsom. Primeline heeft onvoldoende concrete en specifieke feiten en omstandigheden gesteld die, indien bewezen, tot de conclusie zouden kunnen leiden dat er in onderhavig geval een reden zou zijn om over te gaan tot vergoeding van vervangende schadevergoeding.
4.9 Met inachtneming van het voorgaande zal Atlantic in de gelegenheid worden gesteld om een nieuwe berekening te maken van hetgeen zij verplicht is te voldoen aan de deurwaarder, onder overlegging van alle loonstroken en andere loonbescheiden van [belanghebbende] en bewijzen van betalingen aan [belanghebbende], indien en voor zover nog niet overgelegd in onderhavige procedure. Primeline zal vervolgens in de gelegenheid worden gesteld hierop te reageren en zonodig een eigen berekening op te maken.
alvorens verder te beslissen,
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 13 december 2006 voor het nemen van een akte door Atlantic met betrekking tot hetgeen is overwogen onder 4.9.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C.A.T. Frima.
Uitgesproken ter openbare terechtzitting.
1194/1659