ECLI:NL:RBROT:2006:AZ4904

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 november 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/000393-04 Beschikking op verzoekschrift ex art. 591a Sv
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoekschrift tot vergoeding van kosten van rechtsbijstand in strafzaak tegen Mohamed El B.

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, nevenvestigingsplaats 's-Gravenhage, werd op 7 november 2006 uitspraak gedaan op het verzoekschrift ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door de vrijgesproken verdachte Mohamed El B. Het verzoek betrof een vergoeding van kosten van rechtsbijstand, die zijn raadsman, mr. K.R. Lieuw On, had ingediend. De rechtbank had eerder op 10 oktober 2006 het verzoekschrift in raadkamer behandeld, waarbij verzoeker niet aanwezig was, maar zijn raadsman wel. De rechtbank bevestigde dat zij bevoegd was om het verzoek te behandelen, aangezien de strafzaak tegen verzoeker was geëindigd met een onherroepelijk vonnis van 10 maart 2006, waarbij hij was vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten.

De raadsman had een gespecificeerde staat van werkzaamheden overgelegd, waarin de kosten van rechtsbijstand werden gesteld op € 13.194,87. De officier van justitie concludeerde in raadkamer tot toewijzing van het verzoek, maar met het voorbehoud dat het standaardtarief zou worden toegekend. De rechtbank oordeelde dat er gronden van billijkheid aanwezig waren om verzoeker een vergoeding toe te kennen voor de kosten van het opstellen, indienen en behandelen van het verzoek, alsook voor het verzoek ex artikel 89 Sv. Uiteindelijk werd aan verzoeker een bedrag van € 540,= toegekend, wat het gebruikelijke bedrag voor dergelijke verzoeken vertegenwoordigt. De rechtbank wees het anders of meer verzochte af.

Deze beschikking werd uitgesproken ter openbare zitting op 7 november 2006 door de rechters J. de Boer, A. van Belzen en M. van de Kar, in aanwezigheid van de griffiers mrs. De Vroom en Dingley.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
NEVENVESTIGINGSPLAATS 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
parketnummer: 10/000393-04
kenmerk RK: 06/1154
Beschikking van de rechtbank Rotterdam, nevenvestigingsplaats 's-Gravenhage, raadkamer in strafzaken, op het verzoekschrift ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
Mohamed El B.,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum]1984,
wonende te [adres],
te dezer zake domicilie kiezende te Amsterdam,
Frans van Mierisstraat 50A, ten kantore van mr. K.R. Lieuw On,
ingekomen ter griffie van deze rechtbank, strekkende tot een vergoeding ten laste van de Staat van kosten van rechtsbijstand aangaande de indiening en behandeling van het onderhavige verzoek, alsmede het verzoek ex artikel 89 Sv.
De raadsman van verzoeker heeft ter zitting een gemotiveerde en gespecificeerde staat van werkzaamheden overgelegd en het bedrag gesteld op € 13.194,87 + P.M.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafdossier met bovengenoemd parketnummer.
De rechtbank heeft op 10 oktober 2006 dit verzoekschrift in raadkamer behandeld.
Verzoeker is -hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen- niet in raadkamer verschenen; wel aanwezig was zijn raadsman mr. K.R. Lieuw On, advocaat te Amsterdam.
De officier van justitie heeft in raadkamer geconcludeerd tot toewijzing van het verzoek met dien verstande dat het standaardtarief wordt toegekend.
Beoordeling van het verzoekschrift.
De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot behandeling van het verzoek.
De strafzaak tegen verzoeker is geëindigd door een inmiddels onherroepelijk vonnis van deze rechtbank van 10 maart 2006, waarbij verzoeker is vrijgesproken van het hem telastgelegde.
Het verzoek is tijdig ingekomen.
De rechtbank acht gronden van billijkheid aanwezig om verzoeker voor de kosten van het opstellen, indienen en behandelen van het onderhavige verzoek, alsmede het verzoek ex artikel 89 Sv, het te dien aanzien gebruikelijke bedrag van in totaal € 540,= toe te kennen. In dit standaardtarief zijn verdisconteerd het opstellen van het verzoekschrift, de reiskosten en reistijd, wachttijd en de behandeling ter zitting en de nakosten. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de rechtbank aanleiding geven af te wijken van het gebruikelijk daarvoor toegekende bedrag.
Beslissing.
De rechtbank kent aan verzoeker toe ten laste van de Staat een bedrag van in totaal € 540,= (zegge: VIJFHONDERDVEERTIG EURO) en wijst af het anders of meer verzochte.
Deze beschikking is gegeven te 's-Gravenhage door mrs. De Boer, voorzitter, Van Belzen en Van de Kar, rechters, in tegenwoordigheid van mrs. De Vroom en Dingley, griffiers, en uitgesproken ter openbare zitting van 7 november 2006.