ECLI:NL:RBROT:2006:AZ4892

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 november 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/000322-04 Beschikking op verzoekschrift ex art. 591a Sv
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoekschrift tot vergoeding van kosten van rechtsbijstand in strafzaak Hofstadgroep

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, nevenvestigingsplaats 's-Gravenhage, werd op 7 november 2006 uitspraak gedaan op een verzoekschrift ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van Jermaine W., die eerder was vrijgesproken in de strafzaak tegen de Hofstadgroep. Het verzoekschrift was ingediend ter vergoeding van de kosten van rechtsbijstand, die waren gemaakt in verband met de indiening en behandeling van het verzoek. De rechtbank had op 10 oktober 2006 het verzoekschrift in raadkamer behandeld, waarbij verzoeker niet aanwezig was, maar zijn raadsman, mr. C.N.G.M. Starmans, wel. De rechtbank bevestigde dat zij bevoegd was om het verzoek te behandelen en dat het verzoek tijdig was ingediend.

De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafdossier en de conclusie van de officier van justitie, die had gepleit voor toewijzing van het verzoek met het standaardtarief. De rechtbank oordeelde dat er gronden van billijkheid aanwezig waren om verzoeker een bedrag van € 540,= toe te kennen voor de kosten van rechtsbijstand. Dit bedrag omvatte de kosten voor het opstellen van het verzoekschrift, reiskosten, wachttijd en de behandeling ter zitting. De rechtbank vond geen aanleiding om af te wijken van het gebruikelijke bedrag.

In de beslissing werd verzoeker een vergoeding van € 540,= toegekend, terwijl het anders of meer verzochte werd afgewezen. Deze beschikking werd uitgesproken in het openbaar en ondertekend door de rechters en griffiers.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
NEVENVESTIGINGSPLAATS 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
parketnummer: 10/000322-04
kenmerk RK: 06/1095
Beschikking van de rechtbank Rotterdam, nevenvestigingsplaats 's-Gravenhage, raadkamer in strafzaken, op het verzoekschrift ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
Jermaine W,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum]1987,
wonende te [adres],
te dezer zake domicilie kiezende te Utrecht,
Justus van Effenstraat 52, ten kantore van mr. C.N.G.M. Starmans,
ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 20 april 2006, strekkende tot een vergoeding ten laste van de Staat van de kosten van rechtsbijstand aangaande de indiening en behandeling van het onderhavige verzoek, alsmede het verzoek ex artikel 89 Sv tot een bedrag van in totaal € 3.000,=.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafdossier met bovengenoemd parketnummer.
De rechtbank heeft op 10 oktober 2006 dit verzoekschrift in raadkamer behandeld.
Verzoeker is -hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen- niet in raadkamer verschenen; wel aanwezig was zijn raadsman mr. C.N.G.M. Starmans, advocaat te Utrecht.
De raadsman heeft in raadkamer desgevraagd verklaard uitdrukkelijk gemachtigd te zijn.
De officier van justitie heeft in raadkamer geconcludeerd tot toewijzing van het verzoek met dien verstande dat het standaardtarief wordt toegekend.
Beoordeling van het verzoekschrift.
De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot behandeling van het verzoek.
De strafzaak tegen verzoeker is geëindigd door een inmiddels onherroepelijk vonnis van deze rechtbank van 10 maart 2006, waarbij verzoeker is vrijgesproken van het hem telastgelegde. Het verzoek is tijdig ingekomen.
De rechtbank acht gronden van billijkheid aanwezig om verzoeker voor de kosten van het opstellen, indienen en behandelen van het onderhavige verzoek, alsmede het verzoek ex artikel 89 Sv, het te dien aanzien gebruikelijke bedrag van in totaal € 540,= toe te kennen. In dit standaardtarief zijn verdisconteerd het opstellen van het verzoekschrift, de reiskosten en reistijd, wachttijd en de behandeling ter zitting en de nakosten. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de rechtbank aanleiding geven af te wijken van het gebruikelijk daarvoor toegekende bedrag.
Beslissing.
De rechtbank kent aan verzoeker toe ten laste van de Staat een bedrag van in totaal € 540,= (zegge: VIJFHONDERDVEERTIG EURO) en wijst af het anders of meer verzochte.
Deze beschikking is gegeven te 's-Gravenhage door mrs. De Boer, voorzitter, Van Belzen en Van de Kar, rechters, in tegenwoordigheid van mrs. De Vroom en Dingley, griffiers, en uitgesproken ter openbare zitting van 7 november 2006.