ECLI:NL:RBROT:2006:AZ3038
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Begroting van nodeloze proceskosten in civiele procedure tussen Posterholt en Fortis
In deze civiele procedure tussen de besloten vennootschap EXPLOITATIEMAATSCHAPPIJ POSTERHOLT B.V. (hierna: Posterholt) en de naamloze vennootschap FORTIS BANK NEDERLAND N.V. (hierna: Fortis) heeft de rechtbank Rotterdam op 4 oktober 2006 uitspraak gedaan. Posterholt vorderde een schadevergoeding van € 120.000,= van Fortis, terwijl Fortis verweer voerde en in voorwaardelijke reconventie een bedrag van € 5.500,= vorderde. De rechtbank heeft vastgesteld dat Posterholt de verkeerde partij had gedagvaard, aangezien Fortis niet de rechtsvoorgangster was van de partij die het bouwterrein had verkocht. Fortis stelde dat de verkopende partij N.V. Beleggings-instelling Metro was, die in 2004 was gefuseerd met Mees Pierson ECAZ Maatschappij B.V.
Tijdens de comparitie heeft Posterholt het verweer dat de verkeerde partij was gedagvaard niet weersproken, wat de rechtbank leidde tot de conclusie dat de vorderingen van Posterholt niet toewijsbaar waren. De rechtbank heeft Posterholt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van Fortis, die tot dat moment waren begroot op € 2.655,=.
In reconventie heeft Fortis gesteld dat Posterholt onrechtmatig had gehandeld door nodeloze kosten te veroorzaken door de verkeerde partij te dagvaarden. De rechtbank heeft de schade wegens nodeloze kosten vastgesteld op € 4.000,=, en heeft Posterholt ook in de proceskosten van de reconventionele vordering veroordeeld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.