ECLI:NL:RBROT:2006:AZ3035
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot uitvoerbaar bij voorraad verklaring in civiele zaak tussen eisers en ACE European Group Ltd
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, hebben eisers een vordering ingesteld tegen ACE European Group Ltd, de rechtsopvolgster van ACE Insurance N.V. De zaak betreft een geschil over een verzekeringsuitkering na een ongeval, waarbij de rechtbank op 8 november 2006 uitspraak deed. Eisers vorderden een verklaring dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad zou zijn, maar deze vordering werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het restitutierisico voor ACE zwaarder woog dan het belang van eisers bij directe verkrijging van de verzekeringsuitkering. De rechtbank had eerder in een tussenvonnis vastgesteld dat er sprake was van een ongeval volgens de polisvoorwaarden en dat het beroep van ACE op een vervalbeding faalde. De rechtbank kende aan eisers een bedrag van € 226.890,11 toe, vermeerderd met wettelijke rente, en een bedrag van € 2.653,09 voor buitengerechtelijke kosten. ACE werd veroordeeld in de proceskosten van eisers, die op € 13.000,00 voor salaris van de procureur werden begroot. De rechtbank weigerde de vordering tot uitvoerbaar bij voorraad verklaring, omdat er onvoldoende concrete belangen van eisers waren gesteld die opwogen tegen het restitutierisico voor ACE. De uitspraak werd gedaan door mr. R.J.A.M. Cooijmans.