R E C H T B A N K R O T T E R D A M
sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 251752 / HA ZA 05-3546
Uitspraak: 26 juli 2006
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
1. [eiser],
wonende te [woonplaats],
2. [eiseres],
wonende te [woonplaats],
3. [eiser],
wonende te [woonplaats],
eisers,
procureur mr. J.G.A. van Zuuren,
advocaat mr. D. van Kampen te Utrecht,
de besloten vennootschap BLOEMERS & CO ASSURADEUREN B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
procureur mr. P.J. de Waal,
advocaat mr. J.G. Princen.
Gedaagde wordt hierna aangeduid als "Bloemers".
1. Het verloop van het geding
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- dagvaarding d.d. 6 december 2005 en de door eisers overgelegde producties;
- conclusie van antwoord;
- tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 15 februari 2006, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 2 juni 2006;
- de ter gelegenheid van de comparitie van partijen door partijen overgelegde spreekaantekeningen, die van eisers met producties.
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemoti-veerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voor zover van belang - het volgende vast:
2.1 Eisers zijn allen bestuurder geweest van de Dr. A. Fuldauerstichting, gevestigd te Hengelo (O) (hierna: de stichting).
2.2 Sinds 9 januari 1995 loopt de aansprakelijkheidsverzekering voor bestuurders en toezichthouders van de stichting bij Bloemers. De polisvoorwaarden van deze verzekering luiden:
"AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING VOOR
BESTUURDERS EN TOEZICHTHOUDERS
DEFINITIES
Artikel 1
(…)
1.3 Verzekerden
Bestuurders / Directieleden
Alle natuurlijke personen, die op statutair voorgeschreven wijze zijn, waren of worden benoemd tot leden van het orgaan, dat, onder welke benaming ook, is belast met de taak van besturen van de rechtspersoon.
(…)
1.4 Fout
Het handelen of nalaten van een verzekerde in zijn verzekerde hoedanigheid waaruit een aanspraak voortvloeit. (…)
1.5 Aanspraak
Een aanspraak tot vergoeding van schade jegens verzekerde(n), die tijdens de looptijd van de verzekering is ingesteld en tijdens de looptijd of binnen 3 maanden na beëindiging van de verzekering aan verzekeraars schriftelijk kenbaar is gemaakt. (…)
1.6 Schade
Onder schade wordt verstaan vermogensschade, dat wil zeggen door derden geleden financieel nadeel. (…)
1.9 Derden
Iedereen, met uitzondering van de aangesproken verzekerde. Verzekerden binnen hetzelfde orgaan worden niet als derden aangemerkt.
(…)
1.11 Kosten van verweer
Alle redelijke kosten die, op verzoek of met toestemming van verzekeraars, worden gemaakt in verband met het voeren van verweer tegen een aanspraak, met inbegrip van de proceskosten tot betaling waarvan verzekerde mocht worden veroordeeld.
DEKKING
Artikel 2 Omschrijving
2.1 Algemeen
De verzekering dekt aanspraken die tegen verzekerden zijn ingesteld voor door derden geleden schade als gevolg van fouten, mits deze aanspraken tijdens de looptijd van de verzekering tegen verzekerden zijn ingesteld en tijdens de looptijd of binnen 3 maanden na beëindiging van de verzekering aan verzekeraars schriftelijk zijn kenbaar gemaakt. (…)
(…)
Artikel 4 Te vergoeden bedragen
(…)
- de gemaakte kosten van verweer tegen aanspraken van derden, ook al blijken deze ongegrond, met inbegrip van de proces-kosten tot betaling waarvan verzekerde mocht worden veroor-deeld; (…)
UITSLUITINGEN
Artikel 5
5.1 Opzet
Uitgesloten is de aansprakelijkheid voor schade die opzettelijk door één of meer verzekerde(n) is veroorzaakt en/of beoogd. (…)
5.2 Overige uitsluitingen
Uitgesloten is de aansprakelijkheid van verzekerden verband houdend met:
- (…)
- (rechts)handelingen door of namens de rechtspersoon, waar-door één of meer verzekerde(n) (in)direct persoonlijk worden bevoordeeld, dan wel zulks hebben beoogd;
(…)
INFORMATIE
Artikel 6
(…)
6.2 Ten aanzien van aanspraken
In geval van een (dreigende) aanspraak of omstandigheden dien(t)en verzekeringnemer, verzekerde(n) en/of de curator van de rechtspersoon:
- alle van belang zijnde feiten en omstandigheden zo spoedig mogelijk aan verzekeraars mee te delen;
- alle ontvangen stukken, die betrekking hebben op de aanspraak of omstandigheid, per omgaande aan verzekeraars te zenden;
- (…)
6.3 Indien aan één of meer van de in de artikelen 6.1.1, 6.1.2 en 6.2 genoemde (informatie) verplichtingen niet tijdig en/of volledig is voldaan, vervalt elk recht op schadevergoeding, indien door verzekeraars wordt aangetoond dat door dit in gebreke blijven hun belangen (kunnen) zijn geschaad.
(…)"
2.3 De officier van justitie in het arrondissement Zwolle heeft bij de rechtbank te Almelo op 18 november 2004 een verzoekschrift ingediend tot schorsing en ontslag van eisers als bestuurders van de stichting.
2.4 Bij faxbericht van 2 december 2004 heeft de raadsman van eisers Bloemers verzocht te bevestigen dat de polis dekking geeft en dat hij namens eisers als advocaat zal kunnen optreden.
2.5 Bloemers heeft bij brief van 6 december 2004 bericht dat de onderhavige verzekering geen rechtsbijstandverzekering betreft, maar een bestuurders- en toezichthoudersaansprakelijkheidsverzekering en dat het verzoek van de officier van justitie aan de rechtbank Almelo om de bestuursleden te ontslaan geen aanspraak in de zin van de polis is, zodat deze kwestie niet onder de dekking van de polis valt.
2.6 Bij brief van 23 november 2005 heeft de raadsman van eisers aan Bloemers mede-gedeeld dat eisers het door Bloemers ingenomen standpunt als vermeld in de brief van 6 december 2004 niet delen.
De vordering luidt - verkort weergegeven - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. Bloemers te veroordelen aan eisers dekking te verlenen ingevolge de door hen met Bloemers gesloten Aansprakelijkheidsverzekering voor bestuurders en toezichthouders door over te gaan tot vergoeding van de kosten van verweer tegen de door de officier van justitie ingestelde vorderingen jegens eisers, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
b. Bloemers te veroordelen om aan eisers een voorschot te betalen van € 25.000,-, althans een zodanig bedrag als de rechtbank in goede justitie vaststelt, ter zake van door eisers verschuldigde kosten van verweer aangaande de door de officier van justitie ingestelde vorderingen jegens eisers;
c. met veroordeling van Bloemers in de kosten van deze procedure.
Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten hebben eisers aan de vordering de volgende stellingen ten grondslag gelegd.
3.1 Bloemers is toerekenbaar tekortgeschoten- in de nakoming van de op haar rustende verplichtingen krachtens de verzekerings-overeenkomst, waardoor eisers schade lijden, aangezien zij de gemaakte kosten van verweer tegen de aanspra-ken van de officier van justitie zelf moeten dragen. Althans Bloemers handelt jegens eisers onrechtmatig door ten onrechte het door hun gedane beroep op de verzekeringsovereenkomst niet te honoreren, waardoor eisers schade lijden.
3.2 Er is voldaan aan de voor dekking onder de polis gestelde eisen. Immers de officier van justitie heeft eisers als verzekerden aangesproken (door middel van een ontslagprocedure), omdat naar de mening van de officier van justitie de stichting schade heeft geleden, vanwege fouten van verzekerden, te weten: dief-stal of verduistering. Het feit dat de officier van justitie zelf geen schade vordert, staat aan de dekking niet in de weg.
3.3 Eisers mochten ervan uitgaan dat de door de officier van justitie aangespan-nen ontslagprocedure onder de dekking valt van artikel 2.1 van de polis-voor-waar-den.
Het verweer strekt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad van eisers in de kosten van het geding.
Bloemers heeft daartoe het volgende aangevoerd:
4.1 Eisers hebben bij dagvaarding geen juist en volledig overzicht gegeven van de relevante feiten in deze zaak. De vordering moet daarom worden afgewezen. Ook heeft eiser in strijd met artikel 111 lid 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) niet alle relevante bewijsmiddelen bij dagvaarding in het geding gebracht.
4.2 Op grond van de artikelen 1.11, 1.5 en 1.6 van de polisvoorwaarden komen de kosten van verweer van eisers tegen het door de officier van justitie ingediende verzoekschrift tot schorsing en ontslag van eisers als bestuurders van de stichting niet voor vergoeding door Bloemers in aanmerking. Het verzoek van de officier van justitie aan de rechtbank te Almelo op grond van artikel 2:298 Burgerlijk Wet-boek, waartegen door eisers verweer is gevoerd, behelst geen aanspraak tot vergoeding van vermogensschade - financieel nadeel - jegens de verzekerden, te weten eisers. Een dergelijke vordering zou ook moeten worden ingeleid door een dagvaarding. Er wordt door de officier van justitie in het geheel geen schade-vergoeding van eisers gevorderd. Daarbij geldt dat deze kosten niet op verzoek noch met toestemming van Bloemers zijn gemaakt. Bloemers heeft geen enkel inzicht gekregen in de door eisers gemaakte kosten.
4.3 Bloemers is voorts niet gehouden tot het verlenen van enige dekking jegens eisers, omdat op grond van artikel 5 van de polisvoorwaarden is uitgesloten de aansprakelijkheid voor schade die opzettelijk door één of meer verzekerde(n) is veroorzaakt en/of beoogd. Op grond van artikel 5.2 is ook uitgesloten de aanspra-kelijkheid van verzekerden verband houdende met rechtshandelingen door of namens de rechtspersoon waardoor één of meer verzekerde bestuur-ders (in)direct persoonlijk worden bevoordeeld, dan wel zulks hebben beoogd. Hiervan is bij alle eisers sprake.
4.4 Eisers hebben voorts niet aan hun informatieplicht ex artikel 6.2 van de polis-voorwaarden voldaan. De vordering van de officier van justitie is eerst gemeld na de eerste beschikking van de rechtbank Almelo van 24 november 2004. De proces-stukken in de zaken bij de rechtbank Almelo en het Hof Arnhem zijn evenmin aan Bloemers verstrekt. Op grond van artikel 6.3 vervalt elk recht op schadevergoeding wanneer niet tijdig en/of niet volledig is voldaan aan de informatieverplichting, indien Bloemers kan aantonen dat zij in haar belangen is geschaad. Bloemers is in haar belangen geschaad.
4.5 Van een toerekenbare tekortschieten in de nakoming van op Bloemers rus-ten-de verplichtingen is derhalve geen sprake. Noch is er sprake van een onrecht-matig handelen door Bloemers door het beroep op de aansprakelijk-heids--verzekering niet te honoreren.
5.1 Anders dan Bloemers meent, blijkt uit de door eisers bij gelegenheid van de comparitie van partijen overgelegde producties niet dat eisers bij dagvaarding geen juist en volledig overzicht hebben gegeven van de relevante feiten in deze zaak. Voorts kunnen deze producties niet worden aangemerkt als relevante bewijsmiddelen ter staving van de aldus betwiste gronden van de eis als bedoeld in artikel 111 lid 3 Rv. Van afwijzing van de vordering wegens het in strijd handelen met het bepaalde in de artikelen 21 en 111 lid 3 Rv kan daarom geen sprake zijn.
5.2 In geschil is of de kosten die eisers hebben gemaakt voor het voeren van verweer tegen het door de officier van justitie ingediende verzoekschrift tot schorsing en ontslag van eisers als bestuurders van de stichting gedekt zijn onder de bij Bloemers afgesloten aansprakelijkheidsverzekering voor bestuurders en toezichthouders.
5.3 De verzekering biedt ingevolge artikel 2.1 van de polisvoorwaarden dekking voor aanspraken die tegen verzekerden zijn ingesteld voor door derden geleden schade als gevolg van fouten, waarbij "aanspraak" in de polisvoorwaarden is gedefini-eerd als "een aanspraak tot vergoeding van schade jegens verzeker-de(n)" (artikel 1.5) en "schade" als "vermogensschade, dat wil zeggen door derden geleden financieel nadeel" (artikel 1.6). Voor vergoeding komen op grond van artikel 4 in aanmerking de gemaakte kosten van verweer tegen aanspraken van derden, waarbij "kosten van verweer" zijn gedefinieerd als "alle redelijke kosten die, op verzoek of met toestemming van verzekeraars, worden gemaakt in verband met het voeren van verweer tegen een aanspraak" (artikel 1.11).
5.4 Het door de officier van justitie bij de rechtbank te Almelo ingediende verzoek-schrift strekt tot schorsing en ontslag van eisers als bestuurders van de stichting. Het behelst geen aanspraak tot vergoeding van vermogensschade, in de zin van door derden geleden financieel nadeel, als bedoeld in de polisvoor-waarden. De kosten van het door eisers gevoerde verweer tegen het verzoek van de officier van justitie komen dan ook, gelet op artikel 4 in samenhang met artikel 1 van de polisvoorwaarden, niet voor vergoeding in aanmerking. Het zijn immers geen kosten gemaakt in verband met het voeren van verweer tegen een aanspraak tot vergoeding van vermogensschade, in de zin van door derden gele-den financieel nadeel. Nu in de polisvoorwaarden een definitie is opgeno-men van het begrip "aanspraak", kan - anders dan eisers voorstaan - aan dit begrip zoals het in daarop volgende artikelen is opgenomen geen andere uitleg worden gegeven dan die die in definitiebepaling is neergelegd. De ratio van definitie-bepalingen in polis-voorwaarden is immers juist het voorkomen dat een in die polis-voorwaarden opgenomen begrip door een wederpartij anders wordt uitgelegd dan door de betreffende verzekeraar is beoogd. Van de zijde van eisers zijn geen bijzondere omstandigheden gesteld op grond waarvan zij er desondanks op mochten vertrouwen dat de in dit geding bedoelde gemaakte kosten van verweer onder de dekking van de polis vallen. Het enkele feit dat de tekst van de verzekeringsovereenkomst niet door eisers is opgesteld, maar door de verzekeraar, is daarvoor onvoldoende.
5.5 Op grond van het voorgaande moet worden geoordeeld dat Bloemers op goede gronden dekking onder de polis heeft geweigerd. De vorderingen van eisers dienen dan ook te worden afgewezen. Eisers zullen, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten.
wijst af de vordering van eisers;
veroordeelt eisers in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Bloemers bepaald op € 550,- aan vast recht en op € 1.158,- aan salaris voor de procureur;
verklaart dit vonnis voor zover het de veroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.C.C. Hes-Bakkeren.
Uitgesproken ter openbare terechtzitting.
336/777