ECLI:NL:RBROT:2006:AY6245
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Letselschade als gevolg van ongeval met verlies van arbeidsvermogen en medische informatie
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam werd behandeld, betreft het een letselschadeclaim van eiser, die als gevolg van een ongeval op 30 juni 1997 schade heeft geleden in de vorm van verlies van arbeidsvermogen. Eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J.O. de Wilde, vorderde dat de gedaagden, de naamloze vennootschappen SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ ERASMUS N.V. en NATIONALE NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V., gehouden zijn tot het vergoeden van de schade die hij heeft geleden door het ongeval. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende processtukken, waaronder tussenvonnissen en akten van beide partijen. Eiser heeft gesteld dat de verzekeringsuitkeringen door Nationale Nederlanden zijn stopgezet, wat volgens hem een tekortkoming in de verzekeringsovereenkomst oplevert. Nationale Nederlanden heeft echter betwist dat zij tekortgeschoten is, en heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank over de wijziging van de eis door eiser. De rechtbank heeft geoordeeld dat de primaire vordering van eiser moet worden afgewezen, omdat hij niet heeft aangetoond dat Nationale Nederlanden tekortgeschoten is in haar verplichtingen. De rechtbank heeft ook een deskundigenonderzoek bevolen om de medische situatie van eiser te onderzoeken en de gevolgen van het ongeval vast te stellen. De deskundige, dr. J.J.M. van Hoof, is benoemd om de medische informatie te beoordelen en de rechtbank te adviseren over de mate van functieverlies en beperkingen van eiser. De rechtbank heeft verder bepaald dat eiser een voorschot van € 1.200,-- moet betalen voor het deskundigenonderzoek en dat de zaak zal worden aangehouden in afwachting van het deskundigenbericht.