BESLISSING
De rechtbank:
- verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
- stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de tijd van vier (4) jaren;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] toe tot een bedrag van € 8.602,12 (zegge ACHTDUIZEND ZESHONDERDTWEE EURO EN TWAALF EUROCENT) en veroordeelt de verdachte dit bedrag tegen kwijting aan [benadeelde partij 1], wonende [adres] te betalen;
- veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
- legt aan de verdachte de schadevergoedingsmaatregel op, inhoudende de verplichting aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij voornoemd te betalen € 8.602,12 (zegge ACHTDUIZEND ZESHONDERDTWEE EURO EN TWAALF EUROCENT), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van honderdtweeënzeventig (172) dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft;
- verstaat dat betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 1] tevens geldt als betaling aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] toe tot een bedrag van € 1.144,00 (zegge ÉÉNDUIZEND HONDERDVIERENVEERTIG EURO) en veroordeelt de verdachte dit bedrag tegen kwijting aan [benadeelde partij 2], wonende te [adres] te betalen;
- veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
- legt aan de verdachte de schadevergoedingsmaatregel op, inhoudende de verplichting aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij voornoemd te betalen € 1.144,00 (zegge ÉÉNDUIZEND HONDERDVIERENVEERTIG EURO), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van tweeëntwintig (22) dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft;
- verstaat dat betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 2] tevens geldt als betaling aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.