ECLI:NL:RBROT:2006:AX6483
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.F. Lubberink
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake aansprakelijkheid en bewijslevering tussen Fortis Bank (Nederland) N.V. en [opposante]
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft de kantonrechter op 31 mei 2006 uitspraak gedaan naar aanleiding van een eerder vonnis waarbij de bank, Fortis Bank (Nederland) N.V., in de gelegenheid was gesteld bewijs te leveren. De bank heeft echter aangegeven niet in staat te zijn om meer bewijs te leveren dan reeds in de procedure is ingebracht. De kantonrechter overweegt dat niet is komen vast te staan dat de opposante, die in deze procedure als gedaagde optreedt, in haar toe te rekenen mate betrokken is geweest bij de onderhavige opnames, noch dat zij tekortgeschoten is in de zorgplicht die op haar rustte volgens de toepasselijke voorwaarden.
De kantonrechter concludeert dat de opposante op grond van artikel 6 lid 2 b van de toepasselijke voorwaarden niet aansprakelijk kan worden gehouden voor meer dan een bedrag van € 158,82. Het eerder gewezen verstekvonnis van 26 augustus 2005 wordt vernietigd, en de opposante wordt veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan Fortis. De kantonrechter heeft ook overwogen dat Fortis niet het bewijs heeft geleverd dat de opposante de transacties zelf heeft verricht of dat deze hebben kunnen plaatsvinden door een schending van haar verplichtingen.
Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld dat Fortis recht heeft op een vergoeding van buitengerechtelijke kosten ter hoogte van € 44,03, en dat de wettelijke rente over het bedrag van € 158,82 vanaf 11 juli 2005 toewijsbaar is. De kosten van de verstek- en verzetprocedure worden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. W.F. Lubberink tijdens een openbare zitting.