ECLI:NL:RBROT:2006:AV8762
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening erfpachtcanon en vaststelling grondwaarde in geschil tussen de gemeente Schiedam en erfpachters
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 maart 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen de gemeente Schiedam en de erfpachters over de herziening van de erfpachtcanon. De gemeente had een voorstel gedaan voor de herziening van de canon op basis van een door haar uitgevoerde taxatie, maar de erfpachters waren het niet eens met de voorgestelde grondwaarde. De erfpachters hebben de gemeente verzocht om inzage in het taxatierapport, maar de gemeente heeft hier geen gehoor aan gegeven. De rechtbank benoemde deskundigen om de grondwaarde te bepalen, en deze deskundigen hebben op 29 april 2003 een rapport uitgebracht waarin de grondwaarde werd vastgesteld op € 40.431,82. De rechtbank oordeelde dat de erfpachtcanon per 1 april 2000 op € 2.075,03 moest worden vastgesteld, en dat de gemeente onterecht had besloten tot de deskundigenprocedure. De kosten van de deskundigenprocedure werden door de rechtbank voor de helft aan de gemeente en voor de helft aan de erfpachters toegerekend. De rechtbank heeft de gemeente veroordeeld om de erfpachtcanon vast te stellen en de erfpachters te veroordelen tot medewerking aan het verlijden van een notariële akte. De uitspraak benadrukt de noodzaak van transparantie en zorgvuldigheid in de onderhandelingen over erfpacht.