ECLI:NL:RBROT:2006:AV4979
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.C.W.M. Dekkers
- Rechtspraak.nl
Betaling van de koopsom voor brillen en de juridische consequenties van niet-afhalen
In deze zaak heeft eiseres, de vennootschap onder firma Pearle Opticiens, een vordering ingesteld tegen gedaagde, die twee brillen had besteld maar deze niet heeft afgehaald. De vordering betreft betaling van de koopsom van € 373, vermeerderd met wettelijke rente. Gedaagde heeft betwist dat hij tot betaling gehouden is, met de stelling dat zijn ogen zodanig zijn verslechterd dat hij niets meer aan de brillen heeft. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de brillen niet zijn afgeleverd en dat volgens artikel 7:26 lid 2 BW betaling moet geschieden ten tijde en ter plaatse van de aflevering. Dit roept de vraag op of gedaagde verplicht is tot betaling, gezien de omstandigheden van de consumentenkoop.
De kantonrechter heeft in zijn voorlopig oordeel aangegeven dat de verkoper, Pearle, twee opties heeft: aandringen op nakoming of stellen dat gedaagde in verzuim is gekomen met de inontvangstneming van de brillen. De zaak is vervolgens verwezen naar de openbare rolzitting voor uitlaten aan de zijde van Pearle over de vraag of de brillen nog steeds niet zijn afgeleverd en de juridische consequenties daarvan. De kantonrechter heeft verder aangegeven dat hij op de overige stellingen van partijen later zal ingaan. Het vonnis is gewezen op 9 maart 2006 en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.