ECLI:NL:RBROT:2005:AV1366
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- K.L. van Zetten
- Rechtspraak.nl
Verzekeringsgeschil over de interpretatie van het begrip 'onvoorzien' in de polisvoorwaarden van een Cocktailpolis
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschap ROCKET BOY COMPANY B.V. en de naamloze vennootschap NASSAU VERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V. over de dekking van schade onder een verzekering. Eiseres, die een café-restaurant exploiteert, heeft een verzekering afgesloten bij gedaagde, die schade dekt aan bedrijfsuitrusting, inventaris en goederen. Op 30 april 2004 trad de sprinklerinstallatie in werking, wat leidde tot waterschade aan de inventaris en bedrijfsschade. Eiseres vorderde een schadevergoeding van € 65.675,37, maar gedaagde wees de claim af, stellende dat de schade niet onder de dekking viel omdat de oorzaak van het in werking treden van de sprinklerinstallatie onbekend was.
De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig afgewogen. Eiseres stelde dat de schade gedekt was, ongeacht de oorzaak, terwijl gedaagde een objectieve uitleg van het begrip 'onvoorzien' hanteerde. De rechtbank oordeelde dat de term 'onvoorzien' niet enkel betrekking heeft op defecten aan de sprinklerinstallatie, maar ook op de omstandigheden waaronder de schade is ontstaan. De rechtbank concludeerde dat eiseres aan de voorwaarden van de verzekering had voldaan en dat de schade onder de dekking viel. De vordering van eiseres werd toegewezen, inclusief wettelijke rente vanaf 18 mei 2005.
Daarnaast werd de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten afgewezen, omdat eiseres deze niet voldoende had gespecificeerd. Gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten, aangezien deze als de in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd. Het vonnis werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 30 november 2005.