ECLI:NL:RBROT:2005:AU5892
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.B.H.M. van Thiel
- E.I. Batelaan - Boomsma
- S.S. van Nijen
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot faillietverklaring van UWV en CZ, beoordeling van pluraliteit van schuldeisers
Op 17 oktober 2005 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een verzoek tot faillietverklaring van de Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en het College Zorgverzekeringen (CZ) tegen [X]. Het verzoekschrift was ingediend op 15 augustus 2005 en de zaak werd behandeld op 4 oktober 2005. UWV en CZ stelden dat zij vorderingen hadden op [X] en dat er sprake was van een toestand van opgehouden te betalen, wat zou leiden tot een faillietverklaring. De rechtbank oordeelde echter dat er geen sprake was van pluraliteit van schuldeisers, wat een vereiste is voor een faillietverklaring. De rechtbank baseerde haar oordeel op de wetgeving en een eerder arrest van de Hoge Raad uit 1985, waarin werd vastgesteld dat in vergelijkbare situaties geen pluraliteit van schuldeisers aanwezig was. De rechtbank concludeerde dat UWV en CZ als één en dezelfde schuldeiser moesten worden beschouwd, waardoor het verzoek tot faillietverklaring werd afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van de juridische definitie van schuldeisers in faillissementszaken en de voorwaarden waaronder een faillietverklaring kan worden uitgesproken.