5.1
Met betrekking tot de totstandkoming van de deelnemersovereenkomst tussen partijen is het volgende gebleken.
-op of omstreeks 24 mei 1994 diende 'Euro-Sportring' bij SGR een aanvraagformulier deelnemerschap in; bijgevoegd was een overzicht van de omzet in 1993 van de in verschillende landen verrichte touroperator-activiteiten, uitgesplitst naar land, met opgave van de 'risicodragende omzet', t.w. de omzet uit de door Euro-Sportring zelf rechtstreeks via Nederland in Nederland en een aantal andere Europese landen afgesloten contracten die onder de SGR-dekking zou moeten vallen;
-op 7 juni 1994 deelde SGR mee dat besloten was 'Euro-Sportring' als deelnemer toe te laten, mits aan bepaalde voorwaarden was voldaan;
'Euro-Sportring' diende twee exemplaren van de standaardovereenkomst ondertekend terug te zenden; indien aan de voorwaarden was voldaan, zou 'Euro-Sportring' één door SGR getekend exemplaar terugkrijgen;
-op 28 juni 1994 stuurde 'Euro-Sportring' - kennelijk na telefonisch contact met SGR - in drievoud de door haar op 10 juni 1994 ondertekende standaardovereenkomst toe;
bijgevoegd was een "Bijlage A" bij de in de overeenkomst opgenomen doelstelling van SGR (art. 2 lid 1 statuten); daarin stond - verkort en zakelijk weergegeven - dat 'Euro-Sportring' reisprogramma's aanbood en organiseerde zowel in Nederland als in het buitenland, dat de statuten van SGR zich beperkten tot reisorganisaties die hun diensten op de Nederlandse markt aanboden en dat partijen daarom overeenkwamen dat alle overeenkomsten die Euro-Sportring rechtstreeks met de betreffende sportorganisaties afsloot onder de werking van de deelnemersovereenkomst zouden vallen, zowel met betrekking tot Nederlandse als met buitenlandse sportorganisaties;
-SGR heeft deze stukken harerzijds niet ondertekend;
-op 3 oktober 1994 zond SGR 'aan de deelnemers' een brief waarin - kort en zakelijk weergegeven - onder meer werd meegedeeld dat vanwege de inplementatie van de EG-richtlijn Nederlandse reisorganisatoren die hun producten ook in buurlanden aanboden via de bestaande SGR-regeling niet aan hun wettelijke [garantie-]verplichtingen in die landen konden voldoen, zulks gelet op art. 2 lid 1 van de statuten; met het oog daarop werd aan de statuten art. 2 lid 3 toegevoegd; in de toelichting hierbij stond dat deze regeling was "bedoeld voor in Nederland gevestigde reisorganisatoren die hun in beginsel voor de Nederlandse markt bestemde produkten, al dan niet via in het buitenland gevestigde reisagenten, actief op de buitenlandse markt aanbieden en reisovereenkomsten hetzij rechtstreeks hetzij via die reisagenten met (in het buitenland gevestigde) consumenten afsluiten"; de regeling gold alleen voor pakketreizen in de zin van het BW en voor landen binnen de EU; de regeling gold niet "indien een in Nederland gevestigde deelnemende reisorganisator met specifiek voor het buitenland ontworpen programma's op een buitenlandse markt opereert", waarbij het niet ging om een programma dat slechts was vertaald of waarin slechts de prijstabellen waren omgerekend;
-naar de rechtbank aanneemt is dit stuk ook aan 'Euro-Sportring' gezonden;
-op 30 november 1994 stuurde 'Euro-Sportring' een door haar ondertekende deelnemersovereenkomst met daarin de met lid 3 de aangevulde tekst van art. 2 van de statuten aan SGR; bijgevoegd was een nieuw overzicht van de omzet over 1993 en een prognose over 1994, met een verdeling 'per land van herkomst';
-deze overeenkomst is door SGR ondertekend en gedateerd op 2 januari 1995;
-op 30 november 1994 stuurde 'Euro-Sportring' tevens aan SGR een formulier met het verzoek haar als deelnemer toe te staan gebruik te maken van het nieuwe art. 2 lid 3 van de statuten; op dat formulier stond ook de hiervoor weergegeven toelichting uit de brief van 3 oktober 1994;
-deze toestemming is door SGR bij brief van 1 januari 1995 verleend;
-op of omstreeks 24 juli 2001 is opnieuw een deelnemersovereenkomst ondertekend (met grotendeels dezelfde tekst) tussen 'Euro-Sportring' en SGR.