ECLI:NL:RBROT:2005:AU4190
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Bezuijen
- A. Lamers-Wilbers
- J. van Reekum
- Rechtspraak.nl
Ontslag van rechtsvervolging wegens ontoerekeningsvatbaarheid na moord op moeder
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 oktober 2005 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van de moord op zijn moeder. De verdachte, geboren in 1962, was ten tijde van de zitting preventief gedetineerd. De officier van justitie, mr. Sleeswijk Visser, heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde, ontslag van alle rechtsvervolging en terbeschikkingstelling met dwangverpleging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 4 februari 2005 in Vlaardingen opzettelijk en met voorbedachten rade zijn moeder van het leven heeft beroofd door haar meerdere malen met een bahco op het hoofd te slaan en haar keel door te snijden. De rechtbank heeft kennisgenomen van een rapport van het Pieter Baan Centrum, waaruit bleek dat de verdachte lijdt aan een schizoaffectieve stoornis, waardoor hij ontoerekeningsvatbaar was op het moment van het delict. De deskundigen concludeerden dat de verdachte niet in staat was om zijn daden te overzien en dat hij in een waanwereld verkeerde waarin hij opdrachten van God ontving. De rechtbank heeft de conclusies van de deskundigen overgenomen en geoordeeld dat het feit de verdachte niet kan worden toegerekend, waardoor hij niet strafbaar is. De rechtbank heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging, maar heeft wel de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging opgelegd, gezien de ernst van het feit en de kans op herhaling. De rechtbank heeft benadrukt dat de behandeling van de verdachte zo spoedig mogelijk moet aanvangen, gezien de ernst van de situatie en de risico's die de verdachte met zich meebrengt voor de maatschappij.