ECLI:NL:RBROT:2005:AU2899
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en deskundigenonderzoek in medische context
In deze zaak, uitgesproken op 7 september 2005 door de Rechtbank Rotterdam, hebben de erven van mevrouw [X] een vordering ingesteld tegen [gedaagde], die als medisch specialist een deskundigenonderzoek heeft uitgevoerd in opdracht van de rechtbank. De erven stellen dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld door onvoldoende onderzoek te doen naar het medische verleden van mevrouw [X], wat hen zou hebben benadeeld in hun rechtszaken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de erven de erfgenamen zijn van mevrouw [X], die van 29 oktober 1987 tot 1 juli 1991 een AAW-uitkering ontving. In 1992 heeft de rechtbank [gedaagde] verzocht om een deskundigenrapport op te stellen, waarin hij concludeerde dat mevrouw [X] niet langer dan 52 weken arbeidsongeschikt was geweest voor 1965, maar dat zij vanaf 1967 volledig arbeidsongeschikt was.
De erven betwisten de bevindingen van [gedaagde] en stellen dat er in 2001 nieuwe medische gegevens zijn verkregen die aantonen dat mevrouw [X] als jeugdgehandicapte had moeten worden beschouwd. De rechtbank heeft de vorderingen van de erven afgewezen, omdat zij niet hebben aangetoond dat [gedaagde] onzorgvuldig heeft gehandeld. De rechtbank oordeelt dat de verjaringstermijn voor de vorderingen pas in 2001 is gaan lopen, toen de erven kennisnamen van de nieuwe medische gegevens. De rechtbank concludeert dat [gedaagde] voldoende informatie heeft opgevraagd en dat zijn onderzoek niet tekortschiet. De vorderingen van de erven worden afgewezen, en zij worden veroordeeld in de proceskosten.
In reconventie heeft [gedaagde] vergoeding van zijn buitengerechtelijke kosten gevorderd, maar deze vordering is eveneens afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de werkzaamheden van [gedaagde] niet afzonderlijk kunnen worden toegerekend aan de reconventionele vordering. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van medisch specialisten bij het uitvoeren van deskundigenonderzoek en de noodzaak voor erfgenamen om tijdig en adequaat te reageren op juridische procedures.