ECLI:NL:RBROT:2005:AS6567
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J.A.M. Ahsmann
- Rechtspraak.nl
Geschil over eigendom van schilderij 'De uitvarende vissersvloot' van Hendrik Willem Mesdag
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 2 februari 2005 uitspraak gedaan in een geschil over de eigendom van een schilderij van Hendrik Willem Mesdag, getiteld 'De uitvarende vissersvloot'. Eiser, vertegenwoordigd door procureur mr. J. Kneppelhout, en gedaagde, vertegenwoordigd door procureur mr. J.A.A. Oomens, hebben hun standpunten uiteengezet in een procedure die begon met een tussenvonnis op 12 november 2003. De rechtbank heeft kennisgenomen van diverse processtukken, waaronder getuigenverklaringen en pleitaantekeningen van beide partijen.
De kern van het geschil draait om de vraag of gedaagde recht heeft op het schilderij, dat door getuige aan hem zou zijn geleverd. Gedaagde stelde dat hij het schilderij had ontvangen als onderdeel van een verdeling van gemeenschappelijk bezit, terwijl eiser betwistte dat er een geldige titel voor de overdracht bestond. De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde ten onrechte in de veronderstelling verkeerde dat het schilderij tot de gemeenschap behoorde, en dat de getuige het schilderij zonder medeweten van gedaagde aan eiser had geleverd.
De rechtbank concludeerde dat er geen geldige titel ten grondslag lag aan de overdracht van het schilderij aan gedaagde. Hierdoor is gedaagde niet de eigenaar geworden van het schilderij. De rechtbank heeft gedaagde veroordeeld tot afgifte van het schilderij aan eiser, met een dwangsom voor het geval hij hieraan niet zou voldoen. Tevens is gedaagde veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op een totaalbedrag van € 3.051,44. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.