ECLI:NL:RBROT:2004:AR7205
Rechtbank Rotterdam
- Raadkamer
- F. Foy
- A. van de Water
- G. Gimbrère
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de maatregel van Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen voor een veroordeelde jeugdige
Op 26 november 2004 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de maatregel van Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen (PIJ) voor een veroordeelde jeugdige, geboren in 1985 op de Nederlandse Antillen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die strekte tot verlenging van de maatregel met één jaar, beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de behandeling van de veroordeelde primair gericht dient te zijn op zijn persoonlijke eigenschappen en kenmerken die aanleiding hebben gegeven tot de maatregel. In deze zaak was er geen sprake van individuele behandeling of therapie, wat de beoordeling van het recidivegevaar bemoeilijkte.
De rechtbank heeft eerder, op 31 augustus 2004, een tussenbeslissing genomen waarin Den Engh werd verzocht om een op de veroordeelde afgestemd plan van aanpak en een rapportage over zijn ontwikkeling en recidivegevaar. De aanvullende rapportage van Den Engh, die op 12 november 2004 ter zitting werd behandeld, voldeed echter niet aan de verwachtingen van de rechtbank. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende onderbouwing was voor het recidivegevaar en dat er geen plan van aanpak was gepresenteerd.
Desondanks oordeelde de rechtbank dat het niet in het belang van de maatschappij en de veroordeelde was om hem zonder enige begeleiding en toezicht in een situatie van volledige vrijheid te brengen. Gelet op de positieve ontwikkeling van de veroordeelde binnen de gestructureerde setting van Den Engh, besloot de rechtbank de maatregel te verlengen voor de duur van zes maanden. De rechtbank benadrukte dat deze periode moest worden aangewend om de veroordeelde onder toezicht van Den Engh voor te bereiden op een verantwoorde dagbesteding buiten de gesloten setting. De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van de artikelen 77s, 77t en 77u van het Wetboek van Strafrecht en artikel 14 van het Besluit tenuitvoerlegging jeugdstrafrecht 1994.