ECLI:NL:RBROT:2001:AB0563
Rechtbank Rotterdam
- Hoger beroep
- A.C.M.P. van Breukelen-van Aarnhem
- J.A.M. de Wit
- J.J. van de Berg
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen bevel tot bloedafname voor DNA-onderzoek in strafzaak
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de verdachte tegen een bevel van de rechter-commissaris, dat op 5 februari 2001 is gegeven, om bloed af te nemen voor DNA-onderzoek. De verdachte was eerder in voorlopige hechtenis genomen in verband met een gewapende overval op 14 april 2000 in Vlaardingen, waarbij goederen zijn aangetroffen die mogelijk verband houden met de overval. De rechtbank heeft op 4 juli 2000 geoordeeld dat de ernstige bezwaren tegen de verdachte niet meer in voldoende mate aanwezig waren, wat leidde tot de beëindiging van de gevangenhouding. Echter, na het aantreffen van DNA-sporen op de bivakmuts en de peuk van een sigaret, heeft de officier van justitie opnieuw een verzoek ingediend voor bloedafname, wat door de rechter-commissaris is goedgekeurd. De verdachte heeft in zijn hoger beroep aangevoerd dat er geen ernstige bezwaren meer zijn, maar de rechtbank oordeelt dat de aanwijzingen voor betrokkenheid bij de overval nog steeds van kracht zijn. De rechtbank bevestigt het bevel van de rechter-commissaris en wijst het hoger beroep van de verdachte af, waarbij zij concludeert dat er voldoende ernstige bezwaren zijn om de inbreuk op de rechten van de verdachte gerechtvaardigd te achten, gezien de noodzaak van het DNA-onderzoek voor het vaststellen van de waarheid.