ECLI:NL:RBROT:2000:AA9960
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot ondertoezichtstelling en proceskostenveroordeling in kinderbeschermingszaak
In deze zaak, behandeld door de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 december 2000, werd een verzoek tot ondertoezichtstelling van minderjarigen afgewezen. De kinderrechter overwoog dat het verzoek tot ondertoezichtstelling onduidelijk was, waardoor niet vastgesteld kon worden of er voldoende gronden voor een ondertoezichtstelling aanwezig waren. Dit leidde tot de vraag of de Raad voor de Kinderbescherming vergoed moest worden voor de proceskosten die ouders/verzorgers hadden gemaakt in verband met het indienen van het verzoek. De kinderrechter benadrukte dat het belangrijk is om te voorkomen dat de Raad voor de Kinderbescherming terughoudend wordt in het indienen van verzoekschriften uit angst voor kostenveroordeling. De ouders/verzorgers hebben recht op een vergoeding van de proceskosten als het verzoek tot ondertoezichtstelling wordt afgewezen en er bij indiening al geen gronden aanwezig waren.
De kinderrechter besloot dat de Raad voor de Kinderbescherming in de kosten van de procedure moest worden veroordeeld, vastgesteld op f. 1.720,--. Dit bedrag is gebaseerd op het gebruikelijke tarief in burgerrechtelijke zaken. De beschikking werd gegeven door mr. M.J. de Haan-Boerdijk, kinderrechter, in aanwezigheid van de griffier. De ouders/verzorgers hebben het recht om binnen twee maanden na de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het Gerechtshof te Den Haag.