Bijzonderheden:
Tijdens arbeid (maar ook soms bij opwinding in rust) is er een hoogtonige in- en expiratoire stridor. Bij endoscopie der neusgangen bleek er op circa 20 cm een bilaterale (anatomische) vernauwing aanwezig te zijn, welke niet passabel bleek voor onze 13 mm endoscoop (uitwendig) en wel voor onze 8 mm endoscoop. Er was een weinig purulent exsudaat aanwezig in de luchtpijp. De lnn. met het hoofd als tributairgebied waren niet afwijkend. Tevens was er een bombering van de linker sinus maxillaris welke op basis van een röntgenfoto geassocieerd bleek met een anatomisch afwijkende plaatsing van P3. De sluiering van de linker sinus maxillaris is mogelijk passende bij de leeftijd. (...)"
3. De vordering en de grondslag daarvan
De vordering luidt om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
te verklaren voor recht dat de overeenkomst tussen eiser en gedaagde is ontbonden;
gedaagde te veroordelen tot terugbetaling van de koopprijs van het paard ten bedrage van fl.11.500,= onder terugname van het paard;
gedaagde te veroordelen tot betaling van het stallingsgeld ad fl.12,50 per dag tot de dag dat het paard zal zijn opgehaald, of welk bedrag de rechtbank in goede justitie zal bepalen;
gedaagde te veroordelen tot betaling van de dierenartskosten in totaal ten bedrag van fl.730,86, of welk bedrag de rechtbank in goede justitie zal bepalen;
gedaagde te veroordelen tot betaling van de door eiser gemaakte reiskosten, begroot op fl.250,= inclusief de huur van een paardentrailer, of welk bedrag de rechtbank in goede justitie zal bepalen;
gedaagde te veroordelen tot de wettelijke rente over de prijs van het paard, te rekenen vanaf 6 september 1999;
gedaagde te veroordelen tot de kosten van dit geding.
Aan deze vorderingen heeft eiser de volgende stellingen ten grondslag gelegd:
1. Voorafgaande aan de koop heeft gedaagde eiser desgevraagd meegedeeld dat het paard 100% gezond zou zijn. Gedaagde heeft daarbij meegedeeld dat het paard klinisch was gekeurd en dat de dokter er anderhalf uur mee bezig was geweest. Uit de onderzoeken is gebleken dat het paard lijdt aan een gebrek aan de luchtwegen dat reeds voor de koop aanwezig was. Eiser heeft daarom mondeling aan gedaagde te kennen gegeven de overeenkomst te willen ontbinden, maar gedaagde heeft dat geweigerd.
2. Bij brief van 9 september 1999 is gedaagde door de raadsvrouw van eiser gesommeerd om binnen acht dagen daarna mee te delen of gedaagde het paard zou terugnemen, tegen restitutie van de koopprijs. Tevens is gedaagde in diezelfde brief aansprakelijk gesteld voor de stallingskosten van fl.12,50 per dag vanaf 31 augustus 1999, de dierenartskosten, de reiskosten en de kosten voor rechtsbijstand.
3. Gedaagde heeft ingestemd een deel van de kosten van het veterinair onderzoek te betalen.
4. Het verweer
Gedaagde concludeert dat de vordering dient te worden afgewezen, met veroordeling van eiser in de kosten van het geding.
Gedaagde heeft daartoe, zakelijk weergegeven en voorzover van belang, uiteindelijk het volgende aangevoerd:
1. Gedaagde betwist primair dat sprake is van een gebrek van het paard ten tijde van de verkoop. De diergeneeskundige verklaringen worden betwist.
2. Subsidiair ontkent gedaagde dat zij zou hebben geweten dat het paard een aangeboren afwijking heeft of zou hebben gehad ten tijde van het sluiten van de overeenkomst. Zij heeft het paard zelf slechts drie maanden in bezit gehad en heeft het maar twee weken bereden. Andere berijders van het paard en de privé rij-instructrice van gedaagde hebben nooit iets gemerkt van een gebrek aan het paard. Gedaagde heeft eiser meegedeeld wat zij wist en daarmee voldaan aan haar informatieplicht.
3. Gedaagde betwist dat zij voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst tegen eiser heeft gezegd dat het paard klinisch gekeurd was.
4. Bij de aflevering heeft eiser het paard nagekeken, losgegooid, laten rennen en daarna in de box gezet. Eiser heeft de koopprijs voldaan, zonder enig voorbehoud van goedkeuring van het paard door een veearts. Eiser heeft ook geen garantie van gedaagde verlangd.
Eiser heeft niet voldaan aan zijn onderzoeksplicht en het gebleken gebrek van het paard komt voor zijn risico.