ECLI:NL:RBROT:2000:AA4047

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 januari 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
10/103432-99
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • J. van Dooren
  • A. Klein Wolterink
  • M. Overbosch
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige doorzoeking van een voertuig in de Millinxbuurt te Rotterdam

Op 4 januari 2000 deed de Rechtbank Rotterdam uitspraak in de strafzaak tegen Y, die werd verdacht van een strafbaar feit in de Millinxbuurt te Rotterdam. De zaak kwam voort uit een onderzoek waarbij op 25 november 1999 een last werd afgegeven door de hoofdofficier van justitie, die de bevoegdheid verleende aan ambtenaren om voertuigen te onderzoeken in een gebied met een hoge concentratie van geweldsdelicten en vuurwapens. In de afgelopen vijf jaar waren er 424 geweldsincidenten geregistreerd, waarbij 38 vuurwapens waren aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de last voor het doorzoeken van voertuigen niet voldoende was onderbouwd. De enkele aanwezigheid van geweldsdelicten in het gebied was niet voldoende om aan te nemen dat er een concreet strafbaar feit zou worden gepleegd. De rechtbank concludeerde dat het onderzoek van de auto van de verdachte onrechtmatig was, omdat er geen concrete aanwijzingen waren dat er een strafbaar feit zou plaatsvinden. De officier van justitie had gerekwireerd tot een veroordeling van de verdachte tot een geldboete, maar de rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten, omdat deze niet wettig en overtuigend bewezen waren. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. Van Dooren, en in aanwezigheid van de griffier mr. Geelhoed.

Uitspraak

Parketnummer van de berechte zaak: 10/103432-99
Datum uitspraak: 4 januari 2000
Tegenspraak
VONNIS
van de ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ROTTERDAM, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
Y,
geboren te y op y,
wonende te y.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzit-ting van 21 december 1999.
TENLASTELEGGING
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaar-ding onder parketnummer 10/103432-99. Van deze dagvaarding is een kopie in dit vonnis gevoegd (bladzijde genummerd 1a).
DE EIS VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE
De officier van justitie mr. Oskam heeft gerekwireerd - zakelijk weergegeven - de bewezenverklaring van het ten laste gelegde en de veroordeling van de verdachte tot een geldboete van fl. 400,- bij niet betalen en geen verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van acht dagen.
NIET BEWEZEN
Het ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen, zodat de verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
DE RECHTMATIGHEID VAN DE BEWIJSGARING
Ten overvloede overweegt de rechtbank het volgende.
Bij verdachte heeft een onderzoek in de kofferbak van de door hem bestuurde auto plaatsgevonden op grond van een last, afgegeven door de hoofdofficier van justitie op 25 november 1999 op grond van artikel 51, tweede lid, van de Wet wapens en munitie (WWM), waarbij deze heeft gelast dat de bij of krachtens artikel 141 Sv aangewezen ambtenaren op 26 en 27 november 1999 bevoegd waren elk vervoermiddel te onderzoeken, zich bevindende in een gebied aangeduid als de Millinxbuurt te Rotterdam. De hoofdofficier van justitie heeft deze last gegeven op grond van de uitzonderlijke concentra-tie van (vuur)wapenbezit en (vuur)wapengebruik onder personen die zich ophouden in de Millinxbuurt, blijkende uit het feit dat zich in de afgelo-pen vijf jaar 424 geweldsincidenten hebben voorgedaan in de Millinxbuurt, waarbij 38 vuurwapens zijn aangetroffen.
Artikel 51 van de WWM verleent de krachtens artikel 141 Sv aangewezen ambtenaren de bevoegdheid vervoermiddelen te onderzoeken, indien daartoe redelijkerwijs aanleiding bestaat op grond van een gepleegd strafbaar feit waarbij wapens zijn gebruikt, of op grond van aanwijzingen dat een dergelijk strafbaar feit zal worden gepleegd. In casu is de last volgens mededeling van de officier van justitie afgegeven op grond van aanwijzingen dat een strafbaar feit waarbij wapens worden gebruikt, zal worden gepleegd.
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel, dat het enkele feit dat zich in het gebied aangeduid als de Millinxbuurt in vijf jaar tijd een aantal geweldsdelicten heeft voorgedaan als hiervoor vermeld, niet is aan te merken als een voldoende concrete aanwijzing dat een strafbaar feit waarbij wapens worden gebruikt, zal worden gepleegd. Mitsdien is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende grond was voor het geven van voormelde algemene last. Het onderzoeken van een willekeu-rige auto die zich op de openbare weg in de Millinxbuurt bevond, waarbij overigens geen concrete aanwijzingen bestonden dat een strafbaar feit waarbij wapens zouden worden gebruikt zou worden gepleegd, was dan ook onrechtmatig was, behoudens indien - zoals in casu - zulks met toestemming van de bestuurder geschiedde.
BESLISSING
De rechtbank:
- verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. Van Dooren, voorzitter,
en mrs. Klein Wolterink en Overbosch, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. Geelhoed, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 januari 2000.