RECHTBANK ROERMOND
Sector strafrecht
Parketnummer: 04/800247-11
Datum uitspraak: 19 oktober 2012
Tussenvonnis van de rechtbank Roermond, meervoudige kamer voor strafzaken,
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in [detentieadres].
1.Het onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
5 oktober 2012.
De verdachte staat - na nadere omschrijving van de tenlastelegging - terecht ter zake dat:
hij in of omstreeks de periode van 9 september 2011 tot en met 1 november 2011 te Herkenbosch, in elk geval in de gemeente Roerdalen, opzettelijk en met voorbedachten rade althans opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg die [slachtoffer] meermalen met een hard voorwerp op/tegen het hoofd geslagen en/of samendrukkend/omsnoerend geweld uitgeoefend op de hals/keel van die [slachtoffer], tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden.
(artikel 289/287 Wetboek van Strafrecht)
Voor zover in de tenlastelegging kennelijke schrijffouten of misslagen voorkomen, zijn die in deze weergave van de tenlastelegging door de rechtbank verbeterd. De verdachte is door deze verbetering, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, niet in de verdediging geschaad.
3.De geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is.
4.De bevoegdheid van de rechtbank
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen.
5.De ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen.
6.Schorsing der vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
7.Overwegingen van de rechtbank
Tijdens de beraadslaging is de rechtbank gebleken, dat het onderzoek niet volledig is geweest en dient te worden hervat. In het kader van de hervatting wenst de rechtbank in elk geval geïnformeerd te worden omtrent de volgende vragen:
a.Is er, gelet op het waargenomen letsel, bij het slachtoffer [slachtoffer] sprake geweest van uitwendig bloedverlies en zo ja, in welke mate (gelet op een opmerking ter zake door de raadsman gedaan ter terechtzitting)?
b.Wat is de geschatte duur waarbinnen het slachtoffer na het ondergaan van het waargenomen letsel zal zijn overleden (gelet op een opmerking ter zake gedaan door de officier van justitie ter terechtzitting)?
Daartoe zullen de stukken in handen worden gesteld van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit arrondissement, voor het doen uitbrengen van nadere rapportage hieromtrent door het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag.
schorst het onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd, teneinde de rechter-commissaris de gelegenheid te bieden door het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag nadere rapportage omtrent de hiervoor gestelde vragen te doen uitbrengen;
stelt de stukken in handen van de rechter commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, teneinde de rapportage door het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag te doen uitvoeren;
bepaalt de hervatting van het onderzoek ter terechtzitting op een langere termijn dan één maand, doch op uiterlijk drie maanden na heden, zulks in verband met de navolgende klemmende redenen:
?het drukke zittingsrooster van de rechtbank;
?de tijd die naar verwachting nodig zal zijn voordat de gevraagde rapportage beschikbaar is;
beveelt de oproeping van de verdachte tegen het tijdstip waarop het onderzoek ter terechtzitting wordt hervat;
verzoekt de officier van justitie de raadsman en de benadeelde partijen op de hoogte te stellen van datum en tijdstip van de nadere terechtzitting.
Tussenvonnis gewezen door mrs. E.H.M. Druijf, M.B.T.G. Steeghs en L.J.A. Crompvoets, rechters, van wie mr. E.H.M. Druijf voorzitter, in tegenwoordigheid van P.J.T. Frijns als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 19 oktober 2012.