RECHTBANK ROERMOND
Sector strafrecht
Parketnummer : 04/860633-11
Datum uitspraak : 29 februari 2012
Vonnis van de rechtbank Roermond, meervoudige kamer voor strafzaken,
[verdachte],
geboren t[geboortedatum en plaats]
thans gedetineerd
1. Het onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 februari 2012.
De verdachte staat terecht ter zake dat:
hij op of omstreeks 10 november 2011 in de gemeente Venlo ter uitvoering van het door verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een oplegger, welke gekoppeld was aan een trekker gekentekend [kenteken 1], weg te nemen wat van zijn/hun gading was, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn, mededader(s) en zich daarbij de toegang tot voornoemde oplegger te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met dat oogmerk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, het zeil van voornoemde oplegger met een scherp voorwerp heeft kapotgesneden en/of kapot getrokken, in elk geval stuk gemaakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art. 311 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
Althans indien terzake het vorenstaande onder 1 geen veroordeling zou volgen:
hij op of omstreeks 10 november 2011 in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een zeil van een oplegger, welke gekoppeld was aan een trekker gekentekend [kenteken 1], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
(art. 350 Wetboek van Strafrecht)
hij op of omstreeks 10 november 2011 in de gemeente Venlo ter uitvoering van het door verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een oplegger gekentekend [kenteken 2], welke gekoppeld was aan een trekker gekentekend [kenteken 3], weg te nemen wat van zijn/hun gading was, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2]., in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte en/of zijn, verdachtes, mededader(s) en zich daarbij de toegang tot voornoemde oplegger te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met dat oogmerk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, het zeil van voornoemde oplegger met een scherp voorwerp heeft kapotgesneden en/of kapot getrokken, in elk geval stuk gemaakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art. 311 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
Althans indien terzake het vorenstaande onder 2 geen veroordeling zou volgen:
hij op of omstreeks 10 november 2011 in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een zeil van een oplegger gekentekend [kenteken 2], welke gekoppeld was aan een trekker gekentekend [kenteken 3], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of aan anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
(art. 350 Wetboek van Strafrecht)
hij op of omstreeks 10 november 2011 in de gemeente Venlo ter uitvoering van het door verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een oplegger gekentekend [kenteken 4], welke gekoppeld was aan een trekker gekentekend [kenteken 5], weg te nemen wat van zijn/hun gading was, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot voornoemde oplegger te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met dat oogmerk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, het zeil van voornoemde oplegger met een scherp voorwerp heeft kapotgesneden en/of kapot getrokken, in elk geval stuk gemaakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art. 311 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
Althans indien terzake het vorenstaande onder 3 geen veroordeling zou volgen:
hij op of omstreeks 10 november 2011 in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een zeil van een oplegger gekentekend [kenteken 4], welke gekoppeld was aan een trekker gekentekend [kenteken 5], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
(art. 350 Wetboek van Strafrecht)
hij op of omstreeks 10 november 2011 in de gemeente Venlo ter uitvoering van het door verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een oplegger gekentekend [kenteken 6], welke gekoppeld was aan een trekker gekentekend [kenteken 7], weg te nemen wat van zijn/hun gading was, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot voornoemde oplegger te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met dat oogmerk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, het zeil van voornoemde oplegger met een scherp voorwerp heeft kapotgesneden en/of kapot getrokken, in elk geval stuk gemaakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art. 311 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
Althans indien terzake het vorenstaande onder 4 geen veroordeling zou volgen:
hij op of omstreeks 10 november 2011 in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een zeil van een oplegger gekentekend [kenteken 6], welke gekoppeld was aan een trekker gekentekend [kenteken 7], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
(art. 350 Wetboek van Strafrecht)
hij op of omstreeks 10 november 2011 in de gemeente Venlo ter uitvoering van het door verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een oplegger gekentekend [kenteken 8], welke gekoppeld was aan een trekker gekentekend [kenteken 9], weg te nemen wat van zijn/hun gading was, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot voornoemde oplegger te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met dat oogmerk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, het zeil van voornoemde oplegger met een scherp voorwerp heeft kapotgesneden en/of kapot getrokken, in elk geval stuk gemaakt,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art. 311 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
Althans indien terzake het vorenstaande onder 5 geen veroordeling zou volgen:
hij op of omstreeks 10 november 2011 in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een zeil van een oplegger gekentekend [kenteken 8], welke gekoppeld was aan een trekker gekentekend [kenteken 9], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
(art. 350 Wetboek van Strafrecht)
hij op of omstreeks 10 november 2011 in de gemeente Venlo ter uitvoering van het door verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een oplegger gekentekend [kenteken 10], welke gekoppeld was aan een trekker gekentekend [kenteken 11], weg te nemen wat van zijn/hun gading was, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot voornoemde oplegger te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met dat oogmerk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, het zeil van voornoemde oplegger met een scherp voorwerp heeft kapotgesneden en/of kapot getrokken, in elk geval stuk gemaakt,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art. 311 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
Althans indien terzake het vorenstaande onder 6 geen veroordeling zou volgen:
hij op of omstreeks 10 november 2011 in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een zeil van een oplegger gekentekend [kenteken 10], welke gekoppeld was aan een trekker gekentekend [kenteken 11], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
(art. 350 Wetboek van Strafrecht)
hij op of omstreeks 10 november 2011 in de gemeente Venlo ter uitvoering van het door verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een oplegger gekentekend [kenteken 12], welke gekoppeld was aan een trekker gekentekend [kenteken 13], weg te nemen wat van zijn/hun gading was, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot voornoemde oplegger te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met dat oogmerk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, het zeil van voornoemde oplegger met een scherp voorwerp heeft kapotgesneden en/of kapot getrokken, in elk geval stuk gemaakt,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art. 311 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
Althans indien terzake het vorenstaande onder 7 geen veroordeling zou volgen:
hij op of omstreeks 10 november 2011 in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een zeil van een oplegger gekentekend [kenteken 12], welke gekoppeld was aan een trekker gekentekend [kenteken 13], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
(art. 350 Wetboek van Strafrecht)
hij op of omstreeks 10 november 2011 in de gemeente Venlo ter uitvoering van het door verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een oplegger, welke gekoppeld was aan een trekker, merk Volvo voorzien van het chassisnummer [nummer], weg te nemen wat van zijn/hun gading was, geheel of ten dele toebehorende aan het [slachtoffer 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte en/of zijn, verdachtes, mededader(s) en zich daarbij de toegang tot voornoemde oplegger te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met dat oogmerk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, het zeil van voornoemde oplegger met een scherp voorwerp heeft kapotgesneden en/of kapot getrokken, in elk geval stuk gemaakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art. 311 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
Althans indien terzake het vorenstaande onder 8 geen veroordeling zou volgen:
hij op of omstreeks 10 november 2011 in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een zeil van een oplegger welke gekoppeld was aan een trekker, merk Volvo voorzien van het chassisnummer [nummer], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het [slachtoffer 8], in elk geval aan een ander of aan anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
(art. 350 Wetboek van Strafrecht)
Voor zover in de tenlastelegging kennelijke schrijffouten of misslagen voorkomen, zijn die in deze weergave van de tenlastelegging door de rechtbank verbeterd. De verdachte is door deze verbetering, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, niet in de verdediging geschaad.
3. De geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is.
4. De bevoegdheid van de rechtbank
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen.
5. De ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen.
6. Schorsing der vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
7.1. Standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft ter terechtzitting van 15 februari 2012 gevorderd dat alle 8 tenlastegelegde feiten in de primaire variant bewezen kunnen worden verklaard.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte integraal dient te worden vrijgesproken.
7.2. Bewijs- en vrijspraakoverwegingen van de rechtbank
Uit het proces-verbaal van bevindingen blijkt onder meer het volgende: ‘Op 10 november 2011 stonden wij, verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2], in de berm aan de Magalhaesweg te Venlo. De Magalhaesweg loopt op ongeveer 30 meter afstand parallel aan de rijksweg A67. Aan de andere zijde van de rijksweg A67 bevindt zich parkeerplaats Heierhoeve. Op 10 november 2011 omstreeks 02.30 uur zagen wij dat er rechts van ons een zilver grijze Mercedes Vito parkeerde. De afstand tussen ons voertuig en dit busje was ongeveer 15 meter. Wij zagen dat er twee manspersonen uit dit busje stapten. Ik, verbalisant [verbalisant 1], kan de bestuurder als volgt omschrijven: blank persoon, blonde haren, zwart glimmende jas. Van de bijrijder weet ik alleen dat hij donkere kleding aanhad. Vervolgens zagen wij dat deze twee manspersonen richting de vangrail van de rijksweg A67 liepen en de dichtst bijzijnde rijbaan overstaken richting de aan de overkant gelegen parkeerplaats Heierhoeve. Na ongeveer 15 minuten zijn wij weggereden en zagen wij dat het kenteken van de Mercedes Vito, [kenteken 14] was.’
Voorts blijkt uit het proces-verbaal van bevindingen: ‘Op 10 november 2011, omstreeks 2.30 uur, bevonden wij, verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4], ons op het parkeerterrein Schreurs te Blerick, gemeente Venlo. Betreffende parkeerterrein Heierhoeve genoemd, gelegen aan de Columbusweg te Blerick, gemeente Venlo. Wij bevonden ons op een plaats waar wij vanaf een afstand van ongeveer 70 meter goed zicht hadden, met gebruikmaking van verrekijkers, op een vrachtwagencombinatie. Wij zagen dat deze combinatie voorzien was van een rode trekker met hierachter een oplegger voorzien van een lichtgekleurde huif. Later bleek ons dat dit voertuig voorzien was van een Pools kenteken: trekker: [kenteken 11], oplegger: [kenteken 10].
Omstreeks 02.30 uur kregen wij de portofonische melding van een van de observatieposten dat er een Mercedes Vito bestelbus stil was komen te staan aan de Magalhaesweg te Venlo. Deze post meldde dat er personen uit deze Mercedes bestelbus stapten, allebei gekleed in donkere kleding. De post meldde tevens dat deze twee personen de naastgelegen snelweg, A67, over staken in de richting van parkeerterrein Schreurs en ter hoogte van garagebedrijf [bedrijf 1] de overkant bereikten. Kort daarop zag ik, verbalisant [verbalisant 4], de twee genoemde personen tussen het gebouw van het garagebedrijf [bedrijf 1] en de [bedrijf 2]. Ik zag dat beide personen over de vangrail klommen.
Wij, verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4], zagen dat de personen het navolgende signalement hadden:
Persoon 1:
manspersoon, kort lichtblond haar, blank gelaat, normaal postuur, ongeveer 1.80 meter, donkere tot zwarte handschoenen, donkere tot zwarte glimmende jas tot op de heupen, lichte, vermoedelijk spijkerbroek, donkere schoenen met lichte accenten.
Persoon 2:
manspersoon, kort donker haar, blank gelaat, stevig/ vadsig postuur, ongeveer 1.70 meter, donkere, mogelijk groene jas van katoenachtige stof, kort model en donkere broek.
Wij zagen dat beide personen vanaf de vangrail overstaken de parkeerplaats op. Wij zagen dat zij steeds tussen de vrachtwagencombinaties door liepen en zij telkens bij elkaar, zij aan zij liepen. Omstreeks 03.05 uur zag ik, verbalisant [verbalisant 4], dat beide personen zich bevonden in een van de paden, te weten het derde pad gezien vanuit het restaurant Heierhoeve. Ik zag dat beide personen naast elkaar liepen en halt hielden bij voornoemde trekker opleggercombinatie met de rode trekker en de oplegger met de lichtgekleurde huif. Ik zag dat de blonde jongen met zijn rechterhand een halve cirkelvormige beweging maakte, waarbij hij kennelijk deze hand tegen het zeil van de huif hield. Dit op een afstand van ongeveer 3 meter vanaf de trekker. Terwijl de blonde jongen deze halve cirkelvormige beweging maakte, zag ik dat de jongen met het donkere haar om zich heen keek. De jongen met het donkere haar stond op een afstand van ongeveer anderhalve meter vanaf de jongen met het blonde haar.’
Uit het proces-verbaal van bevindingen blijkt onder meer: ‘Op 10 november 2011 omstreeks 03.15 uur werd gezien door collega [verbalisant 5], dat deze bus (Mercedes Benz Vito, kenteken [kenteken 14]) wegreed vanaf de Magalhaesweg te Blerick richting de Eindhovenseweg te Venlo. Door verbalisant [verbalisant 6] werd gezien dat op dat moment vanaf de Eindhovenseweg een bestelbus de autosnelweg A67 richting Eindhoven opreed. Dit was de enige bestelbus die zich op dat moment op de Eindhovenseweg bevond. Nadat bij een tankstation langs de A67 onder Helenaveen door een onopvallende politiesurveillance was vastgesteld dat de bestuurder en bijrijder voldeden aan de signalementen van de personen welke hiervoor op het parkeerterrein waren gezien, werd door mij opdracht gegeven over te gaan tot aanhouding van deze personen. Op 10 november 2011 om 03.25 uur zijn deze personen toen aangehouden en overgebracht naar de plaats van voorgeleiding.’
Uit het proces-verbaal van bevindingen blijkt onder meer het volgende: ‘Op 10 november 2011 werden de twee inzittenden van de Mercedes Benz Vito, kenteken [kenteken 14], de voornoemde verdachte [verdachte] en [medeverdachte], aangehouden.’
Uit de kennisgeving van inbeslagneming blijkt onder het meer het volgende:
‘Inbeslagneming
Datum en tijd: 10 november 2011;
Omstandigheden: jas aangetroffen in het voertuig;
Beslagene: [medeverdachte];
Object: kleding (jas);
Kleur: groen;
Bijzonderheden: jack onder de linkermouw een gat;
Eigenaar: [medeverdachte] voornoemd.’
Tevens blijkt uit de kennisgeving van inbeslagneming:
‘Inbeslagneming
Datum en tijd: 10 november 2011;
Omstandigheden: naar aanleiding van een onderzoek naar de verdachte van ladingdiefstallen, waarbij twee verdachten op heterdaad zijn aangehouden, werd in een IBN voertuig deze mobiele telefoon aangetroffen. Het voertuig betreft een Mercedes Benz, type Vito, kleur zilvergrijs, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 14].’
Verdachte [medeverdachte] heeft op 10 november 2011 bij de politie onder meer het volgende verklaard: ‘Afgelopen nacht reed ik met [verdachte] mee. Wij hebben een beetje rondgereden. [verdachte] heeft mij opgehaald omstreeks 23.00 uur. In de hierboven genoemde Mercedes Vito. In de bus ligt van mij een jas, een groen jack met aan de linkerzijde onder de oksel een gat. In de jas zat een pakje sigaretten, huissleutels en mijn telefoon.’
Tevens heeft verdachte [medeverdachte] bij de politie verklaard: ‘[verdachte] is die jongen die met mij is opgepakt. In de nacht van 9 november 2011 op 10 november 2011 was ik samen met [verdachte].’
[slachtoffer 6] doet op 10 november 2011 aangifte van vernieling c.q. poging diefstal van zijn vrachtwagen. Uit deze aangifte blijkt onder meer het volgende: ‘Ik wens aangifte te doen van vernieling c.q. poging diefstal. Ik heb hedenavond mijn vrachtwagen geparkeerd op de parkeerplaats. Ik heb mijn vrachtwagen gecontroleerd op beschadigingen voordat ik ging slapen. Ik had op dat moment geen openingen in het dekzeil van mijn oplegger. Ik heb nu een snede ontdekt in mijn dekzeil. Het is mijn vrachtwagen.
Kenteken trekker: [kenteken 11] (rood van kleur).
Kenteken oplegger: [kenteken 10] (grijs van kleur).’
De rechtbank is op grond van vorenstaande van oordeel dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte], die zijn aangehouden in de Mercedes Vito bus, degenen zijn geweest die op het parkeerterrein bij een rode trekker met oplegger met Poolse kentekens een halve cirkelvormige snede in het dekzeil van de oplegger hebben gemaakt.
De stelling van de verdediging dat het nog maar de vraag is of de twee mannen die door de politie op de parkeerplaats zijn gezien verdachte en zijn medeverdachte zijn, wordt daarmee door de rechtbank verworpen. Verdachten voldoen aan het signalement en zijn in de Vito aangetroffen. Voorts wensen verdachten niet te verklaren over wat ze die nacht in die Vito aan het doen waren, terwijl de situatie wel om uitleg vraagt. Het gegeven dat de politiemedewerkers deze twee mannen niet in de Vito hebben zien stappen en gerelateerd wordt dat de Vito om 3.15 uur wegrijdt, terwijl rond 3.30 gezien wordt dat de mannen de parkeerplaats verlaten is naar het oordeel van de rechtbank verklaarbaar nu de door de politie opgegeven tijdstippen veelal schattingen betrof.
De volgende vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is hoe dit handelen van verdachten gekwalificeerd dient te worden. De rechtbank overweegt als volgt.
Hoewel het niet uit te sluiten is dat verdachten deel uitmaken van een meer georganiseerd verband, waarbij verdachten als verkenners optreden om te kijken of een vrachtwagen iets van hun gading inhoudt en met de bedoeling dat wellicht anderen, bijvoorbeeld met behulp van een reeds eerder op de parkeerplaats geparkeerde vrachtauto dan wel in een later stadium, de goederen zullen wegnemen, biedt daarvoor het dossier geen concrete aanknopingspunten. Het is in elk geval onwaarschijnlijk dat verdachten van plan waren om op dat moment zelf de spullen te stelen en mee te nemen. De bij hen in gebruik zijnde Vito bestelbus stond immers ook geparkeerd aan de andere kant van de snelweg.
Dat maakt dat er geen wettig en overtuigend bewijs is voor de bij feit 6 als primair tenlastegelegde poging tot diefstal door middel van braak en dat de rechtbank enkel het subsidiair tenlastegelegde medeplegen van beschadiging wettig en overtuigend bewezen acht.
Met betrekking tot de overige tenlastegelegde feiten overweegt de rechtbank als volgt.
In de nacht van 9 op 10 november 2011 heeft de politie een observatie uitgevoerd op de parkeerplaats Heierhoeve te Venlo, aangezien daar in de afgelopen periode een groot aantal ladingdiefstallen dan wel pogingen daartoe heeft plaatsgevonden. Uit het dossier blijkt dat er die nacht op dat parkeerterrein bij 26 trekkers met opleggers sneden zijn aangetroffen in de dekzeilen van de opleggers.
Ten eerste blijkt uit het dossier niet of er bij aanvang van de observatie én onmiddellijk na de aanhouding van verdachten een inventarisatie van eventuele (verse) sneden in de dekzeilen van de geparkeerde vrachtauto’s heeft plaatsgevonden. Op het parkeerterrein stonden ongeveer 150 vrachtauto’s geparkeerd.
Voorts blijkt uit de processen-verbaal van bevindingen dat verbalisanten op 10 november 2011 een Mercedes Vito aan de parallelweg van de A67 zien stoppen en twee personen (waarvan de rechtbank hierboven heeft vastgesteld dat dit verdachte en diens medeverdachte waren) uit zien stappen die de weg oversteken naar de parkeerplaats Heierhoeve. Daar werd gezien dat de personen het parkeerterrein betraden en zich bewogen tussen de diverse geparkeerde vrachtauto’s en verdwenen uit het zicht. Door de observatieposten werd niet gezien dat deze personen de autosnelweg weer overstaken naar voornoemde bestelbus.
De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier niet is gebleken of verbalisanten het hele parkeerterrein goed hebben kunnen overzien en of er geen andere personen op dat moment op het parkeerterrein aanwezig waren. De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden uitgesloten dat er andere personen aanwezig zijn geweest die, wellicht zelfs na aanhouding van verdachten, de sneden in de dekzeilen gemaakt kunnen hebben. Enkel in het geval van de Poolse vrachtauto met oplegger (feit 6) heeft de verbalisant gezien dat een persoon een halve cirkelvormige beweging maakte en geeft de verbalisant een signalement van deze persoon en de persoon die erbij stond. In het geval van de als feit 8 tenlastegelegde lokvrachtwagen wordt door de verbalisant slechts een schim en lichtschijnsel waargenomen. In alle andere gevallen is in het geheel niet geconstateerd dat er zich rond de beschadigde vrachtwagens personen hebben opgehouden.
De rechtbank is van oordeel dat niet duidelijk is geworden of er voorafgaande aan de observatie al sprake was van (verse) sneden in de dekzeilen van de geparkeerde opleggers, of dat er nog zijn gemaakt na de aanhouding van verdachten. Voorts blijkt niet uit het dossier dat er geen andere personen op het parkeerterrein aanwezig waren en niet is geconstateerd dat verdachte en zijn medeverdachte de sneden in de dekzeilen van de opleggers hebben gemaakt. Gelet op al deze onduidelijkheden is de rechtbank van oordeel dat verdachte, met uitzondering van het sub 6 subsidiair tenlastegelegde, van alle overige feiten dient te worden vrijgesproken.
Op grond van voormelde bewijsmiddelen en overwegingen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het sub 6 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 10 november 2011 in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk en wederrechtelijk een zeil van een oplegger gekentekend [kenteken 10], welke gekoppeld was aan een trekker gekentekend [kenteken 11], toebehorende aan [slachtoffer 6], heeft beschadigd.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen.
Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Het ten laste van verdachte bewezenverklaarde levert op het navolgende strafbare misdrijf:
Ten aanzien van feit 6 subsidiair:
medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat aan een ander toebehoort, beschadigen.
Het misdrijf is strafbaar gesteld bij artikel 350 juncto 47 van het Wetboek van Strafrecht.
9. De strafbaarheid van verdachte
De verdachte is strafbaar voor het bewezenverklaarde nu niet is gebleken van enige omstandigheid die verdachtes strafbaarheid opheft.
10. De straffen en/of maatregelen
10.1. De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft bij gelegenheid van de terechtzitting op 15 februari 2012 met betrekking tot de op te leggen straf gevorderd dat verdachte ter zake van alle primaire feiten zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van 16 maanden, met aftrek ex artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
10.2. Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van de gevorderde straf aangevoerd dat verdachte een gezinsleven heeft en altijd heeft gewerkt. Verdachte wil en kan zo snel mogelijk weer aan de slag als dakdekker.
10.3. De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de bewezenverklaarde beschadiging niet te kenschetsen is als baldadig gedrag maar naar alle waarschijnlijkheid in dienst heeft gestaan van andere snode plannen. Dit maakt dat sprake is van een ernstig feit.
Blijkens het uittreksel uit het Algemeen Documentatieregister is verdachte reeds meerdere keren ter zake van vermogensdelicten veroordeeld.
De rechtbank is derhalve van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van twee weken een passende bestraffing vormt en dat met een andersoortige straf niet kan worden volstaan.
10.4. De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 8] ([afdeling]) gevestigd te [adres], heeft een vordering benadeelde partij ingediend met betrekking tot de als gevolg van het hiervoor onder 8 ten laste gelegde feit (primair: artikel 311 juncto 45 van het Wetboek van Strafrecht) geleden materiële schade.
[slachtoffer 8] voornoemd heeft de materiële schade op een bedrag van € 255,93, en wil die schade vergoed krijgen.
Aangezien aan de vordering een feitencomplex ten grondslag ligt waarvoor verdachte niet zal worden veroordeeld, dient de benadeelde partij niet ontvankelijk in haar vordering te worden verklaard.
Aangezien de benadeelde partij niet ontvankelijk in haar vordering zal worden verklaard, zal de verdachte niet worden veroordeeld in de kosten die door de benadeelde partij zijn gemaakt. Niet gebleken is dat verdachte (extra) kosten heeft gemaakt ten aanzien van de civiele vordering. De rechtbank zal deze kosten vaststellen op nihil.
11. Toepasselijke wetsartikelen
Na te melden beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 27, 47, 350.
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het sub 1 primair en subsidiair, 2 primair en subsidiair, 3 primair en subsidiair, 4 primair en subsidiair, 5 primair en subsidiair, 6 primair, 7 primair en subsidiair en 8 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het sub 6 subsidiair ten laste gelegde zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
verstaat dat het aldus bewezenverklaarde het hiervoor vermelde strafbare feit oplevert en verklaart verdachte ter zake strafbaar;
veroordeelt verdachte voor het hiervoor bewezenverklaarde tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van 2 weken;
beveelt dat de tijd door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de aan verdachte opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 8] ([afdeling]), [adres] niet-ontvankelijk;
zal de benadeelde partij veroordelen in de kosten van het geding door de verdachte ten behoeve van zijn verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil.
Vonnis gewezen door mrs. M.B.T.G. Steeghs, M.J.A.G. van Baal en N.H.W. Montulet-van der Meer, rechters, van wie mr. M.J.A.G. van Baal, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. D.W.G. Roebroek als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 29 februari 2012.
Mr. N.H.W. Montulet-van der Meer is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.