ECLI:NL:RBROE:2012:BV6168

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
7 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
04/860337-11
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Prejudiciële vragen over de rechtmatigheid van grenscontroles en gebruik van niet op naam gestelde reisdocumenten

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Roermond op 7 februari 2012, staat de verdachte terecht voor het bezit van valse of vervalste reisdocumenten. De verdachte werd op 5 juni 2011 in de gemeente Venlo gecontroleerd op basis van artikel 4.17a van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb2000). Tijdens deze controle werd vermoedelijk gebruik gemaakt van een niet op naam gesteld reisdocument, wat leidde tot verdenking van overtreding van artikel 231 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht (WvSr). De verdediging betwistte de rechtmatigheid van de controle en stelde dat de resultaten niet als bewijs in de strafprocedure mochten worden gebruikt.

De rechtbank oordeelde dat de bestaande jurisprudentie onvoldoende duidelijkheid biedt over de vraag of artikel 4.17a Vb2000 in strijd is met de Schengengrenscode. Daarom heeft de rechtbank prejudiciële vragen geformuleerd voor het Hof van Justitie van de Europese Unie. De vragen betreffen de rechtmatigheid van artikel 4.17a Vb2000 in relatie tot het verbod op grenscontroles en de toepasselijkheid van dit verbod op niet-EU burgers en personen zonder verblijfstitel in een EU-lidstaat.

De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting heropend en geschorst in afwachting van het antwoord van het Hof van Justitie op de gestelde vragen. Dit vonnis is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar gemaakt op 7 februari 2012. De zaak heeft belangrijke implicaties voor de toepassing van grenscontroles en de rechten van verdachten in vergelijkbare situaties.

Uitspraak

RECHTBANK ROERMOND
Sector strafrecht
Parketnummer : 04/860337-11
Datum uitspraak : 7 februari 2012
Tegenspraak
Tussenvonnis van de rechtbank Roermond, meervoudige kamer voor strafzaken,
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboortedatum en plaats],
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.
1. Het onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 24 januari 2012.
2. De tenlastelegging
De verdachte staat terecht ter zake dat:
hij op of omstreeks 5 juni 2011 in de gemeente Venlo in het bezit was van (een) reisdocument(en), te weten:
- (vreemdelingen)paspoort (voorzien van nummer [nummer], afgegeven op 21 maart 2010), waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het reisdocument vals of vervalst was, bestaande de valsheid of vervalsing hieruit dat dit document qua detaillering, toegepast basismateriaal en gebruikte productie- en beveiligingstechnieken niet overeenkwam met originele door de autoriteiten van Italië afgegeven documenten van dit model en/of de ondergronddrukking van alle pagina's is aangebracht middels een printtechniek in tegenstelling tot originele door de autoriteiten van Italië afgegeven documenten van dit model waarin de ondergrondbedrukking is aangebracht middels een druktechniek, en/of
- een identiteitskaart (Italiaanse Carte D'intentita, voorzien van nummer: [nummer], afgegeven op 11 mei 2010), waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het reisdocument vals of vervalst was, bestaande de valsheid of vervalsing hieruit dat dat dit document qua detaillering, toegepast basismateriaal en gebruikte productie- en beveiligingstechnieken niet overeenkwam met originele door de autoriteiten van Italië afgegeven documenten van dit model en/of het documentnummer ([nummer]) is aangebracht middels een printtechniek in tegenstelling tot originele door de autoriteiten van Italië afgegeven documenten van dit model waarop het documentnummer is aangebracht middels een druktechniek en/of de bruinkleurige bedrukking op de voorzijde is gedrukt in een afwijkende druktechniek ten opzichte van originele door de autoriteiten van Italië afgegeven documenten van dit model, en/of
- een vergunning tot verblijf (Italiaans Permesso di Soggiorno per Stranieri, voorzien van nummers: [nummers], afgegeven op 21 maart 2010), waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het reisdocument vals of vervalst was, bestaande de valsheid of vervalsing hieruit dat dit document qua detaillering, toegepast basismateriaal en gebruikte productie- en beveiligingstechnieken niet overeenkwam met originele door de autoriteiten van Italië afgegeven documenten van dit model en/of dit document niet is voorzien van een watermerk in tegenstelling tot originele door de autoriteiten van Italië afgegeven documenten van dit model waarin een watermerk is aangebracht;
(Artikel 231 Wetboek van strafrecht)
3. De geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is.
4. De bevoegdheid van de rechtbank
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen.
5. De ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen.
6. Het onderzoek
Na sluiting van het onderzoek heeft de rechtbank bevonden dat het onderzoek onvolledig is geweest. In een soortgelijke zaak (parketnummer 04/860338-11) heeft zij het noodzakelijk geacht prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. Gelet op de samenhang met deze zaak is de rechtbank van oordeel dat het onderzoek in onderhavige zaak moet worden heropend om het onderzoek vervolgens voor onbepaalde tijd te schorsen in afwachting van het antwoord van het Hof van Justitie op deze prejudiciële vragen.
7. Beslissing
De rechtbank:
heropent het onderzoek ter terechtzitting;
schorst het onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd;
beveelt de oproeping van de verdachte en een tolk, tegen het tijdstip waarop het onderzoek ter terechtzitting wordt hervat met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsvrouw.
Vonnis gewezen door mrs. E.H.M. Druijf, V.P. van Deventer en P.M.S. Dijks, rechters, van wie mr. P.M.S. Dijks voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M.M.C. de Geus-Grob als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 7 februari 2012.
De griffier mr. M.M.C. de Geus-G