ECLI:NL:RBROE:2012:BV5041

• Datum uitspraak: 31 januari 2012
• Publicatiedatum: 5 april 2013
• Zaaknummer: 113764 / JE RK 12-92
• Instantie: Rechtbank Roermond
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht; Personen- en familierecht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: R.H.A.M. Beaumont
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om ondertoezichtstelling van een minderjarige jongen

In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 31 januari 2012 uitspraak gedaan in een verzoek om ondertoezichtstelling van een zeventienjarige jongen, ingediend door de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming, namens de Stichting Bureau Jeugdzorg. De kinderrechter heeft de minderjarige, zijn ouders en de stichting als belanghebbenden aangemerkt. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag waren de minderjarige, zijn vader en een vertegenwoordiger van de stichting aanwezig.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag wordt uitgeoefend door de ouders en dat de minderjarige ondertoezicht is gesteld door de stichting, met een ondertoezichtstelling die doorloopt tot 4 februari 2012. De stichting had op 20 januari 2012 een verzoek ingediend tot verlenging van deze ondertoezichtstelling tot 3 mei 2012. De kinderrechter heeft echter geoordeeld dat, hoewel voldaan is aan de wettelijke grond voor een ondertoezichtstelling, het verzoek niettemin moet worden afgewezen.

De kinderrechter heeft overwogen dat de minderjarige op korte termijn meerderjarig zal worden en dat er reeds een maatregel van verplicht toezicht door de jeugdreclassering van kracht is. De gezinsvoogd heeft zich ingespannen om de minderjarige te motiveren, maar door zijn afhoudende houding en problematiek is er weinig vooruitgang geboekt. Gezien de omstandigheden en de aanstaande meerderjarigheid van de minderjarige, acht de kinderrechter het niet langer aangewezen om de ondertoezichtstelling voort te zetten, omdat er geen effect meer te verwachten valt van deze maatregel. De kinderrechter heeft het verzoek van de stichting dan ook afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ROERMOND

Sector civielrecht

Zaak-/rolnummer: 113764 / JE RK 12-92

Beschikking van 31 januari 2012 betreffende een jeugdbeschermingsmaatregel

op het verzoek van de

de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming,

gevestigd te Diemen,

hierna te noemen de stichting,

namens de Stichting Bureau Jeugdzorg,

in de zaak van

[de minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994, hierna te noemen de minderjarige.

De kinderrechter merkt naast de minderjarige en verzoekster als belanghebbenden aan:

- [de moeder],

wonende te [woonplaats],

[adres],

- [de vader],

wonende te [woonplaats],

[adres].

1. Het verloop van de procedure

1.1. De voornoemde stichting heeft op 20 januari 2012 een verzoekschrift met bijlage(n) ingediend, strekkende tot verlenging van de ondertoezichtstelling tot 3 mei 2012.

1.2. Op 31 januari 2012 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. De griffier heeft daarvan aantekening gehouden.

Bij de behandeling zijn verschenen:

- de minderjarige,

- de vader van de minderjarige,

- [X], namens de stichting.

2. De vaststellingen en overwegingen

2.1. Het ouderlijk gezag wordt uitgeoefend door de ouders.

De minderjarige is ondertoezicht gesteld van de stichting, namens Stichting Bureau Jeugdzorg. De ondertoezichtstelling loopt door tot 4 februari 2012.

2.2. Hoewel de kinderrechter, gelet op wat ter zitting naar voren is gebracht en de in het dossier aanwezige stukken, van oordeel is dat voldaan is aan de wettelijke grond voor een ondertoezichtstelling, zal hij het verzoek van de stichting niettemin afwijzen. De kinderrechter heeft daarbij in de eerste plaats overwogen dat de minderjarige [de minderjarige] op [geboortedatum] 2012 meerderjarig wordt. Ten aanzien van de minderjarige [de minderjarige] is thans bovendien ook nog een maatregel van verplicht toezicht uitgeoefend door de jeugdreclassering van kracht, welke maatregel voorlopig ook na het bereiken van de meerderjarigheid op [de minderjarige] van toepassing zal blijven. De huidige gezinsvoogd, mevrouw [X], is eveneens belast met de uitvoering van die verplichte maatregel van jeugdreclassering. Hoewel de gezinsvoogd zich de afgelopen tijd ten zeerste heeft ingezet om [de minderjarige] te motiveren om een aantal zaken te ondernemen en te gaan regelen die betrekking hebben op de periode na het bereiken van zijn meerderjarigheid, komt daar, enerzijds door de afhoudende opstelling en houding van [de minderjarige] en anderzijds door de hem eigen problematiek, praktisch niets van terecht. De kinderrechter acht het daarom, gelet op het vorenstaande, meer in het bijzonder het feit dat een verplichte maatregel van jeugdreclassering op de minderjarige [de minderjarige] van toepassing is en ook blijft na het bereiken van de meerderjarigheid, niet langer aangewezen de ondertoezichtstelling te laten voortduren, nu op voorhand duidelijk is dat van deze maatregel onder de gegeven omstandigheden geen effect meer te verwachten valt.

3. De beslissing

De kinderrechter

wijst af het onderhavige verzoek.

Deze beslissing is uitgesproken ter terechtzitting van 31 januari 2012 door

mr. R.H.A.M. Beaumont, kinderrechter, in tegenwoordigheid van de griffier en op schrift gesteld en ondertekend op 8 februari 2012 door de kinderrechter voornoemd.

no

Tegen deze uitspraak kan beroep worden ingesteld door indiening van een beroepschrift bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch door verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze uitspraak is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak; door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening van de uitspraak of nadat de uitspraak hun op andere wijze bekend is geworden.