ECLI:NL:RBROE:2012:BV2260
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beslissing op bezwaarschrift DNA ex art. 7 Wet DNA-onderzoeken bij veroordeelden
In deze zaak gaat het om een bezwaarschrift dat is ingediend tegen het bevel van de officier van justitie om celmateriaal af te nemen van een veroordeelde, ten behoeve van DNA-onderzoek. De kinderrechter heeft het bezwaarschrift beoordeeld na een eerdere veroordeling van de veroordeelde tot een voorwaardelijke werkstraf. De kinderrechter heeft kennisgenomen van de inhoud van het dossier en de uitspraak van het Gerechtshof, dat de veroordeelde schuldig verklaarde zonder oplegging van straf of maatregel. Dit leidde tot de vraag of de veroordeelde nog steeds als 'veroordeelde' in de zin van de Wet DNA-onderzoeken bij veroordeelden kan worden beschouwd.
De kinderrechter overweegt dat de beslissing van het Gerechtshof niet genegeerd kan worden en dat de status van de veroordeelde is komen te vervallen. De kinderrechter concludeert dat het bezwaarschrift gegrond is en beveelt de officier van justitie om het afgenomen celmateriaal te vernietigen. De beslissing is genomen in het licht van de rechten van de minderjarige en de relevante wetgeving, waarbij de kinderrechter de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde in overweging heeft genomen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er geen belang meer is voor het bewaren van het celmateriaal, gezien de gewijzigde omstandigheden van de veroordeelde en het feit dat er geen verdere strafrechtelijke onderzoeken tegen haar lopen.
De uitspraak van de kinderrechter is gedaan op 25 januari 2012, na behandeling van het bezwaarschrift op 11 januari 2012. De kinderrechter heeft de officier van justitie, de veroordeelde en haar raadsvrouw gehoord. De beslissing is in overeenstemming met de wetgeving en de rechten van de betrokkenen, waarbij de kinderrechter de noodzaak van het afnemen van celmateriaal in twijfel heeft getrokken, gezien de recente uitspraak van het Gerechtshof.