ECLI:NL:RBROE:2011:BV2520

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
10 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
108723 / FA RK 11-738
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vervangende toestemming voor emigratie van minderjarigen naar Turkije

In deze zaak verzoekt de moeder de rechtbank om vervangende toestemming om met haar minderjarige kinderen naar Turkije te verhuizen. De rechtbank heeft de raad voor de kinderbescherming verzocht om onderzoek te doen naar de situatie van de kinderen en de gevolgen van de emigratie. De moeder stelt dat de vader zich niet aan de afspraken omtrent de zorgregeling houdt en dat de kinderen in Turkije een beter toekomstperspectief hebben. De vader verzet zich tegen de emigratie en stelt dat het belang van de kinderen in Nederland ligt, waar zij hun vrienden hebben en waar de medische zorg beter geregeld is. De rechtbank heeft op 10 augustus 2011 besloten dat er een onderzoek door de raad voor de kinderbescherming nodig is om te bepalen of de emigratie in het belang van de minderjarigen is. De beslissing over de vervangende toestemming en de proceskosten is aangehouden tot de resultaten van het onderzoek bekend zijn.

Uitspraak

RECHTBANK ROERMOND
Sector civielrecht
Zaaknummer: 108723 / FA RK 11-738
Beschikking van 10 augustus 2011 betreffende ouderlijke verantwoordelijkheden
in de zaak van:
[de moeder],
wonende te [woonplaats], [adres],
hierna te noemen de moeder,
advocaat: mr. C.A.M.J.M. Joosten;
tegen:
[de vader],
wonende te [woonplaats], [adres],
hierna te noemen de vader,
advocaat mr. Z.M. Alaca.
Als belanghebbenden merkt de rechtbank tevens aan de minderjarigen:
[minderjarige 1], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2007,
[minderjarige 2], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2003.
1. Het verloop van de procedure
1.1. Dit blijkt uit het volgende:
- het verzoekschrift, binnengekomen bij de rechtbank op 12 mei 2011;
- het faxbericht van mr. Joosten, binnengekomen bij de rechtbank op 28 juni 2011, met bijlagen;
- het faxbericht van mr. Joosten, binnengekomen bij de rechtbank op 04 juli 2011, met bijlagen;
- het verweerschrift, binnengekomen bij de rechtbank op 06 juli 2011;
- de brief van mr. Joosten, binnengekomen bij de rechtbank op 07 juli 2011, met bijlagen;
- de mondelinge behandeling, welke heeft plaatsgevonden op 07 juli 2011 en waarbij zijn verschenen:
- de moeder, bijgestaan door mr. Joosten;
- de vader, bijgestaan door mr. Alaca;
- mevrouw [tolk], tolk in de Turkse taal;
- een vertegenwoordiger van de raad voor de kinderbescherming te Roermond.
2. De vaststaande feiten
2.1. Bij beschikking van 20 oktober 2011 is de echtscheiding uitgesproken tussen de vader en de moeder. De ouders hebben het gezamenlijk gezag over de minderjarige behouden. Tevens is er een regeling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, verder te noemen zorgregeling, getroffen tussen de vader en de minderjarigen.
3. Het verzoek
3.1. De moeder verzoekt:
- vervangende toestemming te verlenen om met de minderjarigen naar Turkije te emigreren.
De moeder heeft aangegeven dat de vader de afspraken omtrent de zorgregeling niet nakomt. In de praktijk zien de minderjarigen de vader niet of slechts een paar uur per week. Als er omgang is dan brengt de vader de minderjarigen eerder terug zonder dat met de moeder te bespreken, en laat de minderjarigen zonder toezicht voor de deur wachten. Tijdens de omgang spreekt de vader kwaad over de moeder.
De moeder wenst naar Turkije te emigreren. De moeder is in Turkije opnieuw gehuwd en zij wil met de minderjarigen een nieuw leven opbouwen in Turkije. De moeder is van mening dat zij een beter toekomstperspectief in Turkije hebben, aangezien de moeder daar werk heeft en familie in de buurt heeft wonen. Hoewel de moeder begrijpt dat haar wens om te emigreren veel impact heeft, ook op de vader, is zij van mening dat haar belang en de belangen van de minderjarigen voorrang dienen te hebben op het belang van de vader op omgang. De moeder is van mening dat de minderjarigen niet veel van de vader te verwachten hebben.
Ter zitting heeft de moeder aangegeven dat de vader niet zo betrokken is als hij wil doen voorkomen. De vader heeft een ruime omgangsregeling maar daar maakt hij geen gebruik van.
De oudste zoon [minderjarige 2] heeft een spierziekte PNP en moet daarvoor vaak naar het Radboudziekenhuis. De vader gaat nooit mee naar het ziekenhuis. [minderjarige 2] is een zorgenkind en de moeder kan deze zorg met niemand delen. De vader bemoeit zich nergens mee en alle moeilijke beslissingen moet de moeder alleen nemen. Op school wordt [minderjarige 2] erg gepest en hij heeft geen vrienden.
Daarnaast heeft de moeder aangegeven dat zij wil loskomen van de bemoeienis van haar familie in Nederland. Omdat de moeder gescheiden is mag zij van haar familie alleen maar thuiszitten met de minderjarigen.
De moeder wil naar Turkije emigreren om een nieuw leven te beginnen, ook voor de minderjarigen. De moeder heeft een man in Turkije die lief is voor de minderjarigen. In het deel van Turkije waar de moeder naartoe wil verhuizen is men niet zo traditioneel. Het gezin zou er financieel op vooruit gaan en de moeder zou er een baan kunnen krijgen. De minderjarigen zijn Turks opgevoed en spreken vloeiend Turks. De moeder heeft onderzoek gedaan en is goed geïnformeerd over de school in Turkije, de financiën en het leven daar. In Turkije zijn meerdere behandelingen voor de ziekte van [minderjarige 2], terwijl in Nederland maar één behandelmethode is.
De moeder is van mening dat al deze voordelen opwegen tegen het nadeel van een beperkter contact tussen de vader en de minderjarigen. Dit kan worden ondervangen door wekelijks contact via de webcam. Tevens zal de moeder met de minderjarigen tweemaal per jaar naar Nederland komen en kan de vader omgang in Turkije met de minderjarigen hebben als hij naar Turkije komt. Op dit moment is er eenmaal per week gedurende anderhalf uur contact tussen de vader en de minderjarigen.
4. Het verweer
4.1. De vader verzoekt:
- de moeder in haar verzoek niet ontvankelijk te verklaren, althans het verzoek te ontzeggen;
- kosten rechtens.
De vader kan zich niet verenigen met het verzoek van de moeder. De moeder heeft op geen enkele wijze rekening gehouden met het belang van de minderjarigen bij behoud van persoonlijk contact met beide ouders. De vader is van mening dat een emigratie naar Turkije van de moeder en de minderjarigen tot gevolg zal hebben dat het contact met de vader zal verminderen tot een onacceptabel laag niveau. Het huidige contact tussen de vader en de minderjarigen verloopt goed. Er vindt nu iedere zaterdag omgang plaats. Zodra de vader een ruimere woning krijgt aan het einde van het jaar, kan de omgang uitgebreid worden met een overnachting.
Ter zitting heeft de vader aangegeven dat de moeder niet heeft betwist dat er een band is tussen de vader en de minderjarigen en dat er wekelijks omgang is.
De vader is van mening dat, nu de minderjarigen in Nederland zijn geboren, ze de Nederlandse taal spreken, zij hun vrienden in Nederland hebben en de medische zorg in Nederland beter geregeld is, het niet in het belang van de minderjarigen is om te emigreren. Bovendien is niet duidelijk hoe de omgang geregeld gaat worden. Het enkele feit dat de moeder beperkt in haar vrijheid is, is geen reden om te emigreren.
De vader is bereid mee te werken aan een onderzoek door de raad voor de kinderbescherming.
5. De raad voor de kinderbescherming
5.1. De vertegenwoordiger is van mening dat niet duidelijk is of een emigratie naar Turkije in het belang van de minderjarigen is. Dit zal goed onderzocht moeten worden. De vertegenwoordiger heeft aangegeven dat de raad bereid is onderzoek te doen.
6. Het oordeel van de rechtbank
6.1. De rechtbank is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter zitting naar voren is gekomen, van oordeel dat een onderzoek door de raad voor de kinderbescherming nodig is over de vraag of emigratie in het belang van de minderjarigen is en hoe de zorgregeling er dan uit moet komen te zien. In afwachting van de resultaten van het raadsonderzoek zal de rechtbank de beslissing daarover aanhouden.
De rechtbank zal de beslissing over de proceskosten eveneens aanhouden.
7. De beslissing
De rechtbank:
7.1. verzoekt de raad voor de kinderbescherming een onderzoek te doen en uiterlijk op 26 oktober 2011 rapport en advies uit te brengen over de vraag of emigratie in het belang van de minderjarigen is en hoe de zorgregeling dan ingevuld moet worden, waarna de rechtbank partijen zal informeren over de verdere voortgang van de procedure;
7.2. houdt aan de beslissing over de vervangende toestemming om te mogen emigreren en de beslissing over de proceskosten.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.A.M.C. van de Winkel, kinderrechter en ter openbare terechtzitting van 10 augustus 2011 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.
IB