ECLI:NL:RBROE:2011:BU4370
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag WIA-uitkering voor grensarbeider met gehoorbeperking
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 8 november 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, woonachtig in Nederland en werkzaam in Duitsland, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiser had in 2010 een aanvraag ingediend voor een voorziening op grond van de Wet WIA, specifiek voor ondersteuning bij de kosten van gehoorapparatuur. Deze aanvraag werd door verweerder afgewezen, wat leidde tot het indienen van beroep door eiser.
De rechtbank overwoog dat, gezien de Europese regelgeving, de toepasselijke wetgeving voor de aanvraag van eiser de Duitse wetgeving is, omdat hij daar werkzaam is. De rechtbank stelde vast dat artikel 11 van Verordening Nr. 883/2004 bepaalt dat de wetgeving van de lidstaat waar de werkzaamheden worden verricht, van toepassing is. Eiser kon daarom geen aanspraak maken op een Nederlandse WIA-uitkering, ondanks zijn beroep op artikel 46 van de Verordening.
Daarnaast verwierp de rechtbank het beroep van eiser op het Petroni-beginsel, omdat hij geen reeds in Nederland verworven recht op een WIA-uitkering had dat verloren ging door zijn recht op vrij verkeer uit te oefenen. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag door verweerder terecht was, en dat er geen strijd was met het rechtszekerheidsbeginsel of het vertrouwensbeginsel.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd aan een van de partijen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde datum.