ECLI:NL:RBROE:2011:BU2963
Rechtbank Roermond
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van de politierechter in een strafzaak wegens vermeende partijdigheid
In deze zaak heeft de rechtbank Roermond op 18 oktober 2011 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van de advocaat mr. J.C. Oudijk, die de verdachte vertegenwoordigde in een strafzaak. De politierechter had op 13 september 2011 een beslissing genomen die de advocaat als partijdig beschouwde. De advocaat voerde aan dat de politierechter een voorschot had genomen op de beantwoording van de vragen zoals genoemd in de artikelen 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering (Sv), door al een oordeel te vellen over de toelaatbaarheid van de verklaring van de verdachte. Dit zou de objectieve schijn van vooringenomenheid hebben gewekt, waardoor de advocaat zich niet in staat voelde om zijn pleidooi te voeren.
De politierechter verdedigde haar beslissing door te stellen dat er geen voorschot was genomen op de beantwoording van de vragen in de wet. De rechtbank heeft het wrakingsverzoek beoordeeld en geconcludeerd dat de politierechter inderdaad te voorbarig was in haar oordeel, wat de advocaat een gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid gaf. De rechtbank oordeelde dat de gewraakte passage van de politierechter, waarin zij andere bewijsmiddelen noemde, als een bewijswaardering kon worden opgevat, wat niet gepast was voordat de advocaat zijn pleidooi had gehouden.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het wrakingsverzoek gegrond verklaard en toegewezen, waarmee de politierechter werd gewraakt. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en onderstreept het belang van onpartijdigheid in het strafproces.