RECHTBANK ROERMOND
Sector strafrecht
Parketnummer: 04/650249-09
Datum uitspraak: 28 juni 2011
Vonnis van de rechtbank Roermond, meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte],
[geboortedatum],
wonende te [adres].
1.Het onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen
van 17 mei 2011 en 14 juni 2011.
De verdachte staat terecht ter zake dat:
hij in of omstreeks de periode van 01 september 2009 tot en met 04 november 2009, in elk geval in het jaar 2009, in de gemeente Roermond, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of aanwezig heeft gehad in het pand [adres 1], ongeveer 173 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
(artikel 3 Opiumwet jo. artikel 47 Wetboek van Strafrecht)
althans indien terzake het vorenstaande onder 1 geen veroordeling zou volgen:
[naam 10] en/of één of meer (onbekend gebleven) personen in of omstreeks de periode van 01 september 2009 tot en met 04 november 2009, in elk geval in het jaar 2009, in de gemeente Roermond, tezamen en in vereniging, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad in het pand [adres 1], ongeveer 173 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 01 september 2009 tot en met 04 november 2009, in elk geval in het jaar 2009, in de gemeente Roermond, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door in voornoemd pand een illegale stroomaansluiting te maken en/of (een) zekering(en) van de elektrische installatie te verzwaren en/of (een) zegel(s) van de elektrische installatie te verwijderen en/of verbreken en/of het telwerk van de elektrische installatie terug te draaien;
(artikel 3 Opiumwet jo. artikel 47 en jo. artikel 48 Wetboek van Strafrecht)
Zaakdossier 4
hij in of omstreeks de periode van 01 september 2009 tot en met 04 november 2009, in elk geval in het jaar 2009, in de gemeente Roermond, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in het pand [adres 1], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Enexis B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van verbreking;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
althans indien terzake het vorenstaande onder 2 geen veroordeling zou volgen:
hij in of omstreeks de periode van 01 september 2009 tot en met 04 november 2009, in elk geval in het jaar 2009, in de gemeente Roermond, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid of door listige kunstgrepen of door een samenweefsel van verdichtsels, Enexis B.V. heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval van enig goed en/of tot het teniet doen van een inschuld, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - in het pand [adres 1], valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk een illegale stroomaansluiting gemaakt en/of (een) zekering(en) van de elektrische installatie verzwaard en/of (een) zegel(s) van de elektrische installatie verwijderd en/of verbroken en/of het telwerk van de elektrische installatie teruggedraaid, waardoor Enexis B.V. werd bewogen tot bovenomschreven afgifte, dan wel een inschuld aan Enexis B.V. werd teniet gedaan;
(artikel 326 jo. 47 Wetboek van Strafrecht)
Zaakdossier 4
hij in of omstreeks de periode van 28 april 2009 tot en met 19 november 2009, in elk geval in het jaar 2009, te Reuver, in elk geval in de gemeente Beesel, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of aanwezig heeft gehad, in het pand [adres 2], ongeveer 188 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
(artikel 3 Opiumwet jo. artikel 47 Wetboek van Strafrecht)
althans indien terzake het vorenstaande onder 3 geen veroordeling zou volgen:
[naam 25] en/of één of meer (onbekend gebleven) personen in of omstreeks de periode van 28 april 2009 tot en met 19 november 2009, in elk geval in het jaar 2009, te Reuver, in elk geval in de gemeente Beesel, tezamen en in vereniging, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad, in het pand [adres 2], ongeveer 188 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 28 april 2009 tot en met 19 november 2009, in elk geval in het jaar 2009, te Reuver, in elk geval in de gemeente Beesel, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door in voornoemd pand een illegale stroomaansluiting te maken en/of (een) zekering(en) van de elektrische installatie te verzwaren en/of (een) zegel(s) van de elektrische installatie te verwijderen en/of verbreken en/of het telwerk van de elektrische installatie terug te draaien;
(artikel 3 Opiumwet jo. artikel 47 en jo. artikel 48 Wetboek van Strafrecht)
Zaakdossier 6
hij in of omstreeks de periode van 28 april 2009 tot en met 19 november 2009, in elk geval in het jaar 2009, te Reuver, in elk geval in de gemeente Beesel, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in het pand [adres 2], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Enexis B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van verbreking;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
althans indien terzake het vorenstaande onder 4 geen veroordeling zou volgen:
hij in of omstreeks de periode van 28 april 2009 tot en met 19 november 2009, in elk geval in het jaar 2009, te Reuver, in elk geval in de gemeente Beesel, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid of door listige kunstgrepen of door een samenweefsel van verdichtsels, Enexis B.V. heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval van enig goed en/of tot het teniet doen van een inschuld, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - in het pand [adres 2], valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk een illegale stroomaansluiting gemaakt en/of (een) zekering(en) van de elektrische installatie verzwaard en/of (een) zegel(s) van de elektrische installatie verwijderd en/of verbroken en/of het telwerk van de elektrische installatie teruggedraaid, waardoor Enexis B.V. werd bewogen tot bovenomschreven afgifte, dan wel een inschuld aan Enexis B.V. werd teniet gedaan;
(artikel 326 jo. 47 Wetboek van Strafrecht)
Zaakdossier 6
hij in of omstreeks de periode van 01 augustus 2009 tot en met 02 februari 2010, in elk geval in de/het ja(a)r(en) 2009 en/of 2010, te Blerick, in elk geval in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of aanwezig heeft gehad, in het pand [adres 3], een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 2000 gram hennep en/of ongeveer 72 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
(artikel 3 Opiumwet jo. artikel 47 Wetboek van Strafrecht)
althans indien terzake het vorenstaande onder 5 geen veroordeling zou volgen:
[naam 29] en/of één of meer (onbekend gebleven) personen in of omstreeks de periode van 01 augustus 2009 tot en met 02 februari 2010, in elk geval in de/het ja(a)r(en) 2009 en/of 2010, te Blerick, in elk geval in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad in het pand [adres 3], een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 2000 gram hennep en/of ongeveer 72 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 01 augustus 2009 tot en met 02 februari 2010, in elk geval in de/het ja(a)r(en) 2009 en/of 2010, te Blerick, in elk geval in de gemeente Venlo, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door in voornoemd pand een illegale stroomaansluiting te maken en/of (een) zekering(en) van de elektrische installatie te verzwaren en/of (een) zegel(s) van de elektrische installatie te verwijderen en/of verbreken en/of het telwerk van de elektrische installatie terug te draaien;
(artikel 3 Opiumwet jo. artikel 47 en jo. artikel 48 Wetboek van Strafrecht)
Zaakdossier 9
hij in of omstreeks de periode van 01 augustus 2009 tot en met 02 februari 2010, in elk geval in de/het ja(a)r(en) 2009 en/of 2010, te Blerick, in elk geval in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in het pand [adres 3], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Enexis B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van verbreking;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
althans indien terzake het vorenstaande onder 6 geen veroordeling zou volgen:
hij in of omstreeks de periode van 01 augustus 2009 tot en met 02 februari 2010, in elk geval in de/het ja(a)r(en) 2009 en/of 2010, te Blerick, in elk geval in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid of door listige kunstgrepen of door een samenweefsel van verdichtsels, Enexis B.V. heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval van enig goed en/of tot het teniet doen van een inschuld, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - in het pand [adres 3], valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk een illegale stroomaansluiting gemaakt en/of (een) zekering(en) van de elektrische installatie verzwaard en/of (een) zegel(s) van de elektrische installatie verwijderd en/of verbroken en/of het telwerk van de elektrische installatie teruggedraaid, waardoor Enexis B.V. werd bewogen tot bovenomschreven afgifte, dan wel een inschuld aan Enexis B.V. werd teniet gedaan;
(artikel 326 jo. 47 Wetboek van Strafrecht)
Zaakdossier 9
hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 2009 tot en met 02 februari 2010, in elk geval in de/het ja(a)r(en) 2009 en/of 2010, te Sevenum, in elk geval in de gemeente Horst aan de Maas, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of aanwezig heeft gehad, in het pand [adres 4], een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 5300 gram hennep en/of ongeveer 1011 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
(artikel 3 Opiumwet jo. artikel 47 Wetboek van Strafrecht)
althans indien terzake het vorenstaande onder 7 geen veroordeling zou volgen:
[naam 34] en/of [naam 30] en/of [naam 35] en/of één of meer (onbekend gebleven) personen in of omstreeks de periode van 01 oktober 2009 tot en met 02 februari 2010, in elk geval in de/het ja(a)r(en) 2009 en/of 2010, te Sevenum, in elk geval in de gemeente Horst aan de Maas, tezamen en in vereniging, althans alleen,
opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad, in het pand [adres 4], een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 5300 gram hennep en/of ongeveer 1011 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 01 oktober 2009 tot en met 02 februari 2010, in elk geval in de/het ja(a)r(en) 2009 en/of 2010, te Sevenum, in elk geval in de gemeente Horst aan de Maas, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door in voornoemd pand een illegale stroomaansluiting te maken en/of (een) zekering(en) van de elektrische installatie te verzwaren en/of (een) zegel(s) van de elektrische installatie te verwijderen en/of verbreken en/of het telwerk van de elektrische installatie terug te draaien;
(artikel 3 Opiumwet jo. artikel 47 en jo. artikel 48 Wetboek van Strafrecht)
Zaakdossier 10
hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 2009 tot en met 02 februari 2010, in elk geval in de/het ja(a)r(en) 2009 en/of 2010, te Sevenum, in elk geval in de gemeente Horst aan de Maas, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in het pand [adres 4], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Enexis B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van verbreking;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
althans indien terzake het vorenstaande onder 8 geen veroordeling zou volgen:
hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 2009 tot en met 02 februari 2010, in elk geval in de/het ja(a)r(en) 2009 en/of 2010, te Sevenum, in elk geval in de gemeente Horst aan de Maas, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid of door listige kunstgrepen of door een samenweefsel van verdichtsels, Enexis B.V. heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval van enig goed en/of tot het teniet doen van een inschuld, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - in het pand [adres 4], valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk een illegale stroomaansluiting gemaakt en/of (een) zekering(en) van de elektrische installatie verzwaard en/of (een) zegel(s) van de elektrische installatie verwijderd en/of verbroken en/of het telwerk van de elektrische installatie teruggedraaid, waardoor Enexis B.V. werd bewogen tot bovenomschreven afgifte, dan wel een inschuld aan Enexis B.V. werd teniet gedaan;
(artikel 326 jo. 47 Wetboek van Strafrecht)
Zaakdossier 10
hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 2009 tot en met 05 januari 2010, in elk geval in de/het ja(a)r(en) 2009 en/of 2010, in de gemeente Roermond, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of aanwezig heeft gehad, in het pand [adres 5], ongeveer 1461 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
(artikel 3 Opiumwet jo. artikel 47 Wetboek van Strafrecht)
althans indien terzake het vorenstaande onder 9 geen veroordeling zou volgen:
[naam 11] en/of één of meer (onbekend gebleven) personen in of omstreeks de periode van 01 oktober 2009 tot en met 05 januari 2010, in elk geval in de/het ja(a)r(en) 2009 en/of 2010, in de gemeente Roermond, tezamen en in vereniging, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad, in het pand [adres 5], ongeveer 1461 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 01 oktober 2009 tot en met 05 januari 2010, in elk geval in de/het ja(a)r(en) 2009 en/of 2010, in de gemeente Roermond, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door in voornoemd pand een illegale stroomaansluiting te maken en/of (een) zekering(en) van de elektrische installatie te verzwaren en/of (een) zegel(s) van de elektrische installatie te verwijderen en/of verbreken en/of het telwerk van de elektrische installatie terug te draaien;
(artikel 3 Opiumwet jo. artikel 47 en jo. artikel 48 Wetboek van Strafrecht)
Zaakdossier 12
hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 2009 tot en met 05 januari 2010, in elk geval in de/het ja(a)r(en) 2009 en/of 2010, in de gemeente Roermond, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in het pand [adres 5], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Enexis B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van verbreking;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
althans indien terzake het vorenstaande onder 10 geen veroordeling zou volgen:
hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 2009 tot en met 05 januari 2010, in elk geval in de/het ja(a)r(en) 2009 en/of 2010, in de gemeente Roermond, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid of door listige kunstgrepen of door een samenweefsel van verdichtsels, Enexis B.V. heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval van enig goed en/of tot het teniet doen van een inschuld, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - in het pand [adres 5], valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk een illegale stroomaansluiting gemaakt en/of (een) zekering(en) van de elektrische installatie verzwaard en/of (een) zegel(s) van de elektrische installatie verwijderd en/of verbroken en/of het telwerk van de elektrische installatie teruggedraaid, waardoor Enexis B.V. werd bewogen tot bovenomschreven afgifte, dan wel een inschuld aan Enexis B.V. werd teniet gedaan;
(artikel 326 jo. 47 Wetboek van Strafrecht)
Zaakdossier 12
hij in of omstreeks de periode van 01 november 2009 tot en met 15 april 2010, in elk geval in de/het ja(a)r(en) 2009 en/of 2010, te Heijen, in elk geval in de gemeente Gennep, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of aanwezig heeft gehad, in het pand [adres 6], ongeveer 723 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
(artikel 3 Opiumwet jo. artikel 47 Wetboek van Strafrecht)
althans indien terzake het vorenstaande onder 11 geen veroordeling zou volgen:
[naam 6] en/of één of meer (onbekend gebleven) personen in of omstreeks de periode van 01 november 2009 tot en met 15 april 2010, in elk geval in de/het ja(a)r(en) 2009 en/of 2010, te Heijen, in elk geval in de gemeente Gennep, tezamen en in vereniging, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad, in het pand [adres 6], ongeveer 723 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 01 november 2009 tot en met 15 april 2010, in elk geval in de/het ja(a)r(en) 2009 en/of 2010, te Heijen, in elk geval in de gemeente Gennep, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door in voornoemd pand een illegale stroomaansluiting te maken en/of (een) zekering(en) van de elektrische installatie te verzwaren en/of (een) zegel(s) van de elektrische installatie te verwijderen en/of verbreken en/of het telwerk van de elektrische installatie terug te draaien;
(artikel 3 Opiumwet jo. artikel 47 en jo. artikel 48 Wetboek van Strafrecht)
Zaakdossier 16
hij in of omstreeks de periode van 01 november 2009 tot en met 15 april 2010, in elk geval in de/het ja(a)r(en) 2009 en/of 2010, te Heijen, in elk geval in de gemeente Gennep, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in het pand [adres 6], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Enexis B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van verbreking;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
althans indien terzake het vorenstaande onder 12 geen veroordeling zou volgen:
hij in of omstreeks de periode van 01 november 2009 tot en met 15 april 2010, in elk geval in de/het ja(a)r(en) 2009 en/of 2010, te Heijen, in elk geval in de gemeente Gennep,tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid of door listige kunstgrepen of door een samenweefsel van verdichtsels, Enexis B.V. heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval van enig goed en/of tot het teniet doen van een inschuld, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - in het pand [adres 6], valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk een illegale stroomaansluiting gemaakt en/of (een) zekering(en) van de elektrische installatie verzwaard en/of (een) zegel(s) van de elektrische installatie verwijderd en/of verbroken en/of het telwerk van de elektrische installatie teruggedraaid, waardoor Enexis B.V. werd bewogen tot bovenomschreven afgifte, dan wel een inschuld aan Enexis B.V. werd teniet gedaan;
(artikel 326 jo. 47 Wetboek van Strafrecht)
Zaakdossier 16
hij in of omstreeks de periode van 01 juni 2009 tot en met 18 juni 2010, in elk geval in het jaar 2010, in het arrondissement Roermond en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte, telkens (een) hoeveelhe(i)d(en) geld verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet, althans telkens van (een) hoeveelhe(i)d(en) geld gebruik gemaakt, terwijl hij wist dat voornoemd geld - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
(artikel 420ter Wetboek van Strafrecht)
Zaakdossier 25
hij op of omstreeks 08 juni 2010 in de gemeente Venlo een wapen en/of een onderdeel van een wapen van categorie III, te weten een alarmpistool (merk RÖHM, type RG 3, kaliber 6 mm) en/of een patroonhouder (Glock Austria 9 mm) en/of munitie van categorie III, te weten 121, althans een groot aantal, kogelpatronen (diverse merken, kaliber 9 mm), voorhanden heeft gehad.
De terminologie is gebruikt in de zin van de Wet wapens en munitie.
(artikel 26 Wet wapens en munitie)
Zaakdossier 26
Voor zover in de tenlastelegging kennelijke schrijffouten of misslagen voorkomen, zijn die in deze weergave van de tenlastelegging door de rechtbank verbeterd. De verdachte is door deze verbetering, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, niet in de verdediging geschaad.
3.De geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is.
4.De bevoegdheid van de rechtbank
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen.
5.De ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen.
6.Schorsing der vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
7.1.Standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft ter terechtzitting van 17 mei 2011 gevorderd dat zij de ontkennende verklaringen van verdachte ongeloofwaardig, danwel onaannemelijk vindt. Dit baseert zij op het feit dat [naam 36] bij zijn werkzaamheden burgerkleding droeg, een grote auto, niet zijnde een bedrijfsauto, reed en dat de gehanteerde werkwijzen allesbehalve normaal waren, mede gelet op de contante betalingen die [naam 36] ontving en waarvan hij vervolgens een deel aan verdachte gaf. Voorts heeft verdachte de honeurs van [naam 36] waargenomen tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis en heeft verdachte ook wel eens als bijrijder naast [naam 36] gezeten.
Voor wat betreft de ten laste gelegde feiten met betrekking tot medeplegen van danwel medeplichtigheid aan het telen van hennep heeft de officier van justitie aangevoerd dat – indien de wetenschap van de aanwezigheid van een hennepkwekerij bij verdachte ontbreekt – zowel het medeplegen als medeplichtigheid niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. Maar indien sprake is van het plaatsen van een illegale elektriciteitsaansluiting, dan wel het verzwaren van de zekeringen, is de officier van justitie van mening dat daarmee de wetenschap bij verdachte aanwezig is dat er sprake is van een hennepkwekerij.
Ten aanzien van de ten laste gelegde feiten met betrekking tot de manipulatie van meters heeft de officier van justitie aangevoerd dat de werkwijze telkens verschillend was. Zij is echter van mening dat zowel bij het maken van illegale elektriciteitsaansluitingen buiten de meter om als bij het terugdraaien van het telwerk van de meter sprake is van diefstal van stroom, aangezien het stroomverbruik na de manipulatie niet correct meer geregistreerd kan worden.
De vorengaande uitgangspunten in overweging genomen heeft de officier van justitie gevorderd dat verdachte wordt vrijgesproken van het onder 3, 5 en 7 ten laste gelegde en dat het onder 1 primair, 2 primair, 4 primair, 6 primair, 8 primair, 9 primair, 10 primair, 11 primair en 12 primair bewezen worden verklaard. Voorts heeft zij gevorderd dat het onder 13 en 14 ten laste gelegde bewezen wordt verklaard.
De verdediging heeft zich ten aanzien van het onder 1, 3, 5, 7, 9 en 11 ten laste gelegde op het standpunt gesteld dat verdachte vrijgesproken dient te worden. Daartoe heeft de raadsvrouw onder meer – zakelijk weergegeven – aangevoerd dat er geen sprake is geweest van het medeplegen van hennepteelt, nu een bewuste en nauwe samenwerking ontbreekt. Er is ook geen sprake van regelmatige betrokkenheid bij, dan wel enige feitelijke macht over de hennepteelt. Voor zover al sprake zou zijn van enige samenwerking, is de raadsvrouw van mening dat deze naar haar aard en intensiteit dermate gering was dat er niet gesproken kan worden van medeplegen. Voorts ontbreekt wettig en overtuigend bewijs dat verdachte medeplichtig aan hennepteelt is geweest, zoals onder voornoemde feiten subsidiair ten laste gelegd.
Nu de onder 2, 4, 6, 8, 10 en 12 ten laste gelegde feiten zien op dezelfde hennepkwekerijen als gesteld onder de feiten 1, 3, 5, 7, 9 en 11, geldt hetgeen de raadsvrouw met betrekking tot die feiten heeft aangevoerd, ook voor de feiten 2, 4, 6, 8, 10 en 12. De verdediging heeft zich dan ook op het standpunt gesteld dat verdachte ook van het onder 2, 4, 6, 8, 10 en 12 vrijgesproken dient te worden.
Voorts heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat verdachte ter zake het onder 13 ten laste gelegde vrijgesproken dien te worden. Daartoe heeft de raadsvrouw onder meer – zakelijk weergegeven – aangevoerd dat indien verdachte, zoals bepleit, vrijgesproken wordt voor het onder 1 tot en met 12 ten laste gelegde, ook niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het onder 13 ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder 14 ten laste gelegde heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat zij zich voor wat betreft de bewezenverklaring wenst te refereren aan het oordeel van de rechtbank.
7.2. Vrijspraakoverwegingen van de rechtbank
7.2.1. Medeplegen hennepteelt
Met betrekking tot het onder 1 primair, 3 primair, 5 primair, 7 primair, 9 primair en 11 primair ten laste gelegde overweegt de rechtbank als volgt. Deze feiten hebben allen betrekking op medeplegen van hennepteelt. Voor bewezenverklaring van medeplegen van hennepteelt is vereist dat er sprake is van een bewuste, nauwe samenwerking die erop neerkomt dat de medeplegers als (min of meer gelijkwaardige) deelnemers aan de hennepkwekerij beschouwd moeten worden. Daarbij zijn verschillende factoren van belang. Zo dient de medepleger onder meer essentiële handelingen voor het voortbestaan van de kwekerij te verrichten. Tevens dient de medepleger enige feitelijke macht uit te oefenen over de hennepplanten.
Ten aanzien van genoemde feiten is de rechtbank van oordeel voor het onderdeel medeplegen geen wettig en overtuigend bewijs voorhanden is. Uit het dossier blijkt niet van een bewuste en nauwe samenwerking met betrekking tot de teelt van hennep. Zo is verdachte niet (regelmatig) betrokken bij het teeltproces van de hennepkwekerijen, had verdachte daar geen feitelijke macht over en heeft verdachte overigens geen aandeel gehad in of van de opbrengsten van de kwekerijen. Indien er al sprake was van enige samenwerking, was deze naar haar aard en intensiteit dermate gering, dat niet gesproken kan worden van medeplegen in de zin van artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht.
De verdachte dient derhalve van het onder 1 primair, 3 primair, 5 primair, 7 primair, 9 primair en 11 primair ten laste gelegde worden vrijgesproken.
7.2.2.Medeplichtigheid hennepteelt
Met betrekking tot het onder 1 subsidiair, 7 subsidiair en 11 subsidiair ten laste gelegde overweegt de rechtbank als volgt. Deze feiten hebben allen betrekking op medeplichtigheid aan hennepteelt door – kort gezegd – manipulatie van de elektriciteitsinstallatie. Uit het dossier en met name uit de verklaringen van [naam 36], blijkt dat verdachte verschillende handelingen heeft verricht aan de elektriciteitsinstallatie of de elektriciteitsleidingen in de betreffende panden. Deze door [naam 36] genoemde handelingen zijn echter niet de handelingen die verdachte ten laste zijn gelegd. Uit de voorhanden zijnde stukken zou medeplegen van medeplichtigheid (behulpzaam zijn) aan medeplegen van hennepteelt mogelijk te bewijzen zijn. Echter, nu verdachte geen medeplegen van de medeplichtigheid wordt verweten, kan het onder 1 subsidiair, 7 subsidiair en 11 subsidiair ten laste gelegde niet bewezen worden. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
7.2.3.Medeplegen diefstal stroom
Ten aanzien van het onder 4 primair, 6 primair, 8 primair en 10 primair ten laste gelegde overweegt de rechtbank als volgt. Deze feiten hebben allen betrekking op medeplegen van diefstal van stroom.
Uit de voorhanden zijnde stukken blijkt dat elektriciteitsmeters op verschillende manieren zijn gemanipuleerd. Zo zijn er aanwijzingen dat telwerken van meters zijn teruggedraaid en dat er illegale elektriciteitsaansluitingen buiten meters om zijn gemaakt. De rechtbank is van oordeel dat bij het plaatsen van elektriciteitsaansluitingen buiten de meter om, sprake is van stroomdiefstal, aangezien vanaf dat moment de elektriciteit die via die illegale aansluiting verbruikt wordt, in het geheel niet door de elektriciteitsmeter wordt geregistreerd. Indien er geen sprake is van een illegale elektriciteitsaansluiting overweegt de rechtbank dat door het verbruiken van elektriciteit een inschuld aan Enexis B.V. ontstaat. Indien men vervolgens het telwerk van de elektriciteitsmeter terugdraait, wordt deze inschuld teniet gedaan. In dat geval is er naar het oordeel van de rechtbank derhalve geen sprake van diefstal.
Uit de voorhanden zijnde stukken met betrekking tot de onder 4 primair, 6 primair, 8 primair en 10 primair ten laste gelegde feiten, blijkt niet dat in deze gevallen sprake was van een illegale elektriciteitsaansluiting. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat het deze ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. Verdachte dient derhalve van het onder 4 primair, 6 primair, 8 primair en 10 primair ten laste worden vrijgesproken.
7.3.(Samenvatting van de) bewijsmiddelen en overwegingen van de rechtbank
De overtuiging van de rechtbank dat de verdachte het onder 2 primair, 3 subsidiair, 4 subsidiair, 5 subsidiair, 6 subsidiair, 8 subsidiair, 9 subsidiair, 10 subsidiair, 12 primair, 13 en 14 ten laste gelegde heeft begaan, is gegrond op de feiten en de omstandigheden die zijn vervat in de volgende bewijsmiddelen.
De hieronder vermelde bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit, waarop zij in het bijzonder betrekking hebben en de genoemde geschriften zijn slechts gebruikt in verband met de inhoud van de overige bewijsmiddelen.
Door de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE) van de politie Limburg-Noord werd bericht dat – zakelijk weergegeven – [naam 36] zich op grote schaal bezig hield met het manipuleren van elektriciteitsmeters bij hennepkwekerijen. Volgens de CIE maakte [naam 36] gebruik van het telefoonnummer [nummer]. Daarop werd het telefoonnummer [nummer] getapt en tevens werd [naam 36] geobserveerd. Uit opgenomen, uitgeluisterde en vastgelegde telefoongesprekken en sms-berichten is gebleken dat afspraken met betrekking tot het manipuleren van stroom- en/of gasmeters en/of het aanleggen van illegale stroomaftakkingen soms openlijk en soms in versluierd taalgebruik plaatsvonden.
Uit het onderzoek is gebleken dat [naam 36] door de week nagenoeg dagelijks bezig was met de in het CIE proces-verbaal genoemde werkzaamheden en meerdere adressen per dag bezocht. Uit observaties is gebleken dat [naam 36] gemiddeld zo’n 10 tot 15 minuten op een adres verbleef. Verder is uit de gesprekken en observaties naar voren gekomen dat hij zich daarbij vaker liet vergezellen door [verdachte] (verdachte), geboren op [geboortedatum] te Venlo, wonende te [adres].
Binnen het onderzoek werden uiteindelijk 23 van deze afspraken nader onderzocht. Hieruit bleek dat in alle gevallen sprake was van het manipuleren van elektriciteit- en/of gasmeters en/of het aanleggen van illegale elektriciteitsaansluitingen. Daarnaast werden in 18 van deze gevallen in werking zijnde hennepkwekerijen aangetroffen en 2 ontmantelde / in aanbouw zijnde kwekerijen.
Met betrekking tot de overige zaken werd door de officier van justitie besloten om een aantal zaken middels een zogenaamde veegactie nader te laten onderzoeken. Naar aanleiding hiervan werd op 10 en 11 juni 2010 op 67 adressen binnengetreden. Bij deze actie werden op 25 adressen in werking zijnde hennepkwekerijen aangetroffen en 3 ontmantelde / in aanbouw zijnde kwekerijen. Op 59 van de 67 adressen werd daarnaast vastgesteld dat de elektriciteitsmeter gemanipuleerd was en/of illegale elektriciteitsaansluitingen waren aangelegd.
Ten aanzien van feit 2 primair
Op 15 september 2009 te 11.56 uur werd verdachte op het toestel van [naam 36] gebeld door de gebruiker van het nummer [nummer], zijnde een man zich noemende [naam 10]. Tijdens dit gesprek werd een afspraak gemaakt voor die avond 19.00 uur. Gevraagd naar het adres, zegt de man [adres 1].
Uit een CIOT bevraging blijkt dat het telefoonnummer [nummer] afgegeven is aan [naam 10], [adres 1], [adres]. Uit een GBA-bevraging blijkt dat op dat adres o.a. staat ingeschreven [naam 10], geboren op [geboortedatum].
Op 4 november 2009 zijn verbalisanten naar de [adres 1] te Roermond gegaan. In deze woning zou een hennepkwekerij zijn ingericht. De bewoner van die woning was [naam 10]. Op een slaapkamer op de tweede verdieping van de woning werd door de verbalisanten een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. In de kwekerij stonden in totaal 173 planten. Van de hennepplanten in de kwekerij werden monsters genomen. Deze monsters werden voorzien van NFI-code 387.606 en 387.607. De stroomvoorziening van de kwekerij is onderzocht door een medewerker van het energiebedrijf Enexis. Hierbij werd geconstateerd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de kwekerij illegaal werd afgenomen.
Op 6 november 2009 heeft de verbalisant [verbalisant 9] monsters van de inbeslaggenomen goederen getest . Het proces-verbaal vermeldt hierover – zakelijk weergegeven – als volgt:
“Onderzoeksmethoden:
Naast de beoordeling van de uiterlijke kenmerken van het materiaal werd bij het onderzoek gebruik gemaakt van MMC kleur-reactie-testbuisjes. Op basis van deze beoordeling en de test werd een indicatie verkregen welke stof, voorkomende op een van de lijsten, behorende bij de Opiumwet, het materiaal bevat.
Tabellarische weergave materiaal en onderzoeksresultaat:
Nummer NFI-code Omschrijving Resultaat
1 387.606 Planttop van een van de planten aangetroffen in de hennepplantage slaapkamer woning Hennep
Verdachte: [naam 10]
2 387.607 Planttop van een van de planten aangetroffen in de hennepplantage slaapkamer woning Hennep
Verdachte: [naam 10]”
In het dossier bevindt zich een schrijven van Enexis B.V., inhoudende een schriftelijke aangifte, dat – zakelijk weergegeven – inhoudt:
“Enexis B.V. heeft met [naam 10] een overeenkomst betreffende aansluiting en transport van elektriciteit naar het perceel [adres 1] te Roermond. Op verzoek van de politie Limburg-Noord is op 4 november 2009 door de fraude-inspecteur een onderzoek ingesteld naar de meetinrichting in bovengenoemd perceel. Deze constateerde op 4 november 2009 verboden handelingen aan de elektriciteitsinstallatie. Hij zag dat de zegels van de hoofdaansluitkast waren verbroken. Nadat hij het deksel van de aansluitkast had verwijderd, zag hij dat aan de bovenzijde van de zekeringhouders een illegale elektriciteitsaansluiting was gemaakt. Hij zag dat deze aansluiting buiten de elektriciteitsmeter om liep naar de hennepplantage en deze voorzag van elektriciteit. De fraude-inspecteur zag dat de hoofdbeveiliging ten behoeve van de elektrische installatie verzwaard was van 1x 35A naar 1x 63A. Hij zag dat er zwaardere hoofdzekeringen geplaatst waren. Contractueel hoort er 1x 35A in te zitten. Hij zag dat er nu zekeringen met een waarde van 1x 63A geplaatst waren. Hieruit blijkt dat er illegaal elektriciteit is afgenomen. Niemand had het recht of de toestemming van Enexis B.V. om het zegel te verbreken of wijziging in de bedrading aan te brengen. Niemand is gerechtigd de elektra, zijnde eigendom van Enexis B.V., op deze wijze weg te nemen en zich toe te eigenen.”
[naam 10] verklaarde op 12 november 2009 – zakelijk weergegeven – als volgt:
“Ik heb in september 2009 de plantage opgebouwd.”
[naam 36] verklaarde op 28 juni 2010 – zakelijk weergegeven – als volgt:
“Het adres [adres 1] te Roermond zegt mij wel wat. [naam 16] is met me mee gegaan. De man vertelde dat hij een hennepkwekerij wilde inrichten. [naam 16] heeft toen boven op een slaapkamer een kabel getrokken terwijl ik beneden in de meterkast bezig was met het aanbrengen van een zwaardere zekering en het aansluiten van een kabel. Ik heb daar geld voor ontvangen.”
Verdachte verklaarde op 9 juni 2010 – zakelijk weergegeven – als volgt:
“U confronteert mij met tapgesprekken waaruit blijkt dat ik in september 2009 met het toestel van [naam 36] twee telefoongesprekken heb gevoerd met iemand behorende bij het adres [adres 1] te Roermond. Ik kan mij dit adres nog goed herinneren. Een paar weken voor die gesprekken ben ik met [naam 36] op dit adres geweest.”
De rechtbank overweegt als volgt. Gelet op het telefoon- en sms-verkeer in onderling verband en samenhang bezien met de verklaringen van [naam 36] en verdachte, is de rechtbank ervan overtuigd dat verdachte en [naam 36] enkele weken voor 15 september 2009 naar het pand [adres 1] te Roermond zijn gegaan en aldaar de elektriciteitsinstallatie hebben gemanipuleerd.
Ten aanzien van feit 3 subsidiair en 4 subsidiair
Op 28 oktober 2009 te 12.40 uur werd [naam 36] gebeld door de gebruiker van het nummer [nummer], zijnde ene [naam 25]. In dit gesprek vraagt [naam 25] wanneer [naam 36] een keertje tijd voor hem heeft. Vervolgens wordt een afspraak gemaakt voor diezelfde dag.
Op 28 oktober 2009 te 12.42 uur werd vanaf het nummer [nummer] een sms bericht verzonden naar het nummer in gebruik bij [naam 36], inhoudende “[adres 2].”
Op grond van het afgegeven bevel “stelselmatige observatie” was het voertuig van [naam 36] voorzien van een peilbaken. Uit de datagegevens van dit peilbaken is gebleken dat dit voertuig op 28 oktober 2009 enkele minuten stil heeft gestaan op de [adres 2] te Reuver, namelijk van 13.05 uur tot 13.13 uur.
Uit een CIOT bevraging bleek dat het nummer [nummer] is afgegeven aan [naam 25], [adres 2] te Reuver. Uit een GBA-bevraging bleek dat op het adres [adres 2] te Reuver woonachtig is [naam 25], geboren op 15 augustus 1975 te Beesel.
Op 19 november 2009 hebben verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 3] zich naar het perceel [adres 2] te Reuver begeven, teneinde aldaar een onderzoek in te stellen naar de aanwezigheid van een hennepplantage. Nadat verbalisant [verbalisant 12] zich legitimeerde als politieambtenaar en het doel van hun komst mededeelde, zei [naam 25] dat hij inderdaad een hennepplantage op de zolder van zijn woning had. [naam25] toonde verbalisanten de hennepplantage. Verbalisanten zagen op de zolder een houten constructie, waarin een gebruiksklare inrichting voor de teelt van hennep, waarin ook daadwerkelijk hennepplanten aanwezig waren. Zij zagen dat er, na telling, 188 hennepplanten aanwezig waren. Verbalisant [verbalisant 12] heeft uit een representatief aantal hennepplanten drie toppen geknipt en verpakt ten behoeve van een MMC-test.
Door een medewerker van Enexis werd een onderzoek ingesteld in de meterkast en de elektrische installatie van genoemde woning/bedrijfsruimte. Deze stelde vast dat er gefraudeerd was met de meter, dat de zegel verbroken was en dat er sprake was van diefstal van stroom.
[naam 25] verklaarde op 19 november 2009 – zakelijk weergegeven – als volgt:
“U zegt mij dat er in de woning [adres 2] te Reuver een hennepkwekerij is aangetroffen. Ik ben de eigenaar. U vraagt mij hoeveel hennepplanten er stonden. 170 – 180 denk ik zoiets. U vraagt mij wie de kwekerij heeft opgebouwd. Ikzelf. Ik denk zo’n 2 maanden geleden. Ik heb alles zelf opgebouwd. Ik heb de stroom zelf aangelegd. U vraagt mij wie de verzegeling aan de meterkast heeft verbroken. Dat heeft iemand anders gedaan.”
Op 8 december 2009 deed [naam 37], namens Enexis, aangifte ter zake diefstal van stroom. Uit de daartoe opgemaakte schriftelijke aangifte blijkt dat Enexis B.V. met [naam 25] een overeenkomst betreffende aansluiting en transport van elektriciteit naar de [adres 2] te Reuver. heeft. Op 19 november 2009 is door de fraude-inspecteur van Enexis B.V. een onderzoek ingesteld naar de meetinrichting in bovengenoemd perceel. Deze constateerde verboden handelingen aan de elektriciteitsinstallatie. Door de manipulatie werd de elektriciteit ten behoeve van de hennepplantage niet correct via de elektriciteitsmeter geregistreerd. Uit nader onderzoek bleek dat er minimaal 21.718 kWh illegaal is afgenomen. Niemand had het recht of de toestemming van Enexis B.V. om het zegel te verbreken of wijziging in de bedrading aan te brengen. Niemand is gerechtigd de elektra, zijnde eigendom van Enexis B.V., op deze wijze weg te nemen en zich toe te eigenen.
Uit het rapport onderzoek kWh-meter blijkt dat de meter werd aangeboden met een vreemde loden verzegeling. Onderzoek wees uit dat de meter beschadigingen vertoont aan het telwerk. Het is duidelijk dat deze meter open is geweest en dat er aantoonbaar gefraudeerd is met deze meter. Dit onderzoek gaf voldoende aanleiding te twijfelen over de juistheid van de hoeveelheid afgenomen energie.
[naam 36] verklaarde op 28 juni 2010 – zakelijk weergegeven – als volgt:
“Ik ben samen met [naam 16] naar het adres [adres 2] te Revuer gegaan. [naam 16] en ik hebben op dat adres de stroommeter teruggedraaid. [naam 16] en ik doen dat altijd samen.”
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt. Gelet op het telefoon- en sms-verkeer in onderling verband en samenhang bezien met de verklaring van [naam 36], is de rechtbank ervan overtuigd dat verdachte en [naam 36] op 28 oktober 2009 naar het pand [adres 2] te Reuver zijn gegaan en aldaar de elektriciteitsinstallatie hebben gemanipuleerd ten behoeve van de hennepkwekerij. Voorts blijkt uit de meterrapportage dat de meter aangeboden werd met een vreemde loden vergeling. Hieruit leidt de rechtbank af dat de originele verzegeling zich niet meer op de meter bevond en derhalve verwijderd is. De stroommeter kan ook niet benaderd worden zonder eerst te verzegeling te verbreken.
Ten aanzien van feit 5 subsidiair en 6 subsidiair
In het onderzoek werden telefoongesprekken en sms-berichten onderschept waaruit bleek dat door [naam 36] een afspraak werd gemaakt met de gebruikers van de mobiele nummers [nummer], [nummer] en [nummer] (stemvergelijking wees uit dat hier sprake was van een en dezelfde persoon). De gesprekken werden opgenomen, beluisterd en vastgelegd middels het telefoonnummer [nummer] in gebruik bij [naam 36].
Zo werd [naam 36] op 4 augustus 2009 te 16.00 uur gebeld door de gebruiker, man, van het mobiele nummer [nummer]. In dat gesprek werd een afspraak gemaakt voor een vrijdag. Vervolgens werd [naam 36] op 7 augustus 2009 te 16.17 uur gebeld door de gebruiker van het mobiele nummer [nummer]. In dit gesprek werd gesproken over de afspraak van die middag.
Op 8 november 2009 te 15.38 uur werd door [naam 36] gebeld met de gebruiker van het mobiele nummer [nummer]. In dit gesprek wordt een afspraak gemaakt voor de dag erna. Op 8 november 2009 te 15.39 uur werd door [naam 36] gebeld met het nummer [nummer] in gebruik bij verdachte. In dit gesprek vraagt [naam 36] aan verdachte om de afspraak van morgen op de [adres 3] op te schrijven.
Uit een CIOT-bevraging bleek dat het nummer [nummer] op naam stond van [naam 28], [adres 3] te Blerick. Op dat adres stond onder meer ingeschreven [naam 29], geboren op 15 januari 1981. De overige 2 nummer betroffen prepaid nummers zonder tenaamstelling.
Naar aanleiding van genoemde gesprekken werd [naam 36] op maandag 9 november 2009 onder observatie genomen. Hieruit bleek dat verbalisant omstreeks 15.41 uur zag dat een Hyandai Tucson werd geparkeerd op de [adres 3] te Blerick, ter hoogte van perceel 2. De verbalisant zag dat verdachte en [naam 36] uitstapten. Hierop zag hij dat verdachte de achterklep opende en een zwart tasje cq. materiaalmapje pakte. Hierop zag hij dat [naam 36] aanbelde bij perceel 2, waarna werd opengedaan en beide personen naar binnen gingen. Deze observatie werd ondersteund door het op het voertuig van [naam 36] (Hyundai Tucson, kenteken [kenteken]) aangebrachte peilbaken. Blijkens dit baken heeft het voertuig van [naam 36] op 9 november 2009 van 15.41 uur tot 15.48 uur stilgestaan op de [adres 3] te Blerick.
Op 2 februari 2010 werd binnengetreden in het pand [adres 3] te Blerick. Na onderzoek in de woning zagen verbalisanten op de zolder een gebruiksklare inrichting voor de teelt van hennep. Zij zagen dat er resten van 72 hennepplanten in de inrichting aanwezig waren. De planten waren reeds verknipt en in een droogrek lagen diverse toppen te drogen. Door verbalisant [verbalisant 10] werd de aangetroffen en in beslag genomen geoogste en gedroogde henneptoppen gewogen. Deze hadden een gewicht van 2000 gram netto. Door een medewerker van Enexis werd een onderzoek ingesteld in de meterkast en de elektrische installatie van genoemde woning/bedrijfsruimte. Deze stelde vast dat er sprake was van legaal stroomverbruik en fraude aan de kWh-meter.
Op 2 februari 2010 werd door verbalisant [verbalisant 10] een onderzoek ingesteld naar de hoeveelheid (2 kilogram) henneptoppen, welke in beslag was genomen op het adres [adres 3] te Blerick:
Tabellarische weergave materiaal en onderzoeksresultaat.
Nummer NFI-code Omschrijving Resultaat
1 480.851 Groene plantdelen Hennep
Uit de schriftelijke aangifte van [naam 37] namens Enenix B.V. blijkt dat Enexis B.V. met [naam 29] een overeenkomst betreffende aansluiting en transport van elektriciteit naar de [adres 3] te Venlo. heeft. Op 2 februari 2010 is door de fraude-inspecteur van Enexis B.V. een onderzoek ingesteld naar de meetinrichting in bovengenoemd perceel. Deze constateerde verboden handelingen aan de elektriciteitsinstallatie. De meter was zichtbaar gemanipuleerd. Door de manipulatie werd de elektriciteit ten behoeve van de hennepplantage niet correct via de elektriciteitsmeter geregistreerd. Uit nader onderzoek bleek dat er minimaal 6.292 kWh illegaal is afgenomen. Niemand had het recht of de toestemming van Enexis B.V. om het zegel te verbreken of wijziging in de bedrading aan te brengen. Niemand is gerechtigd de elektra, zijnde eigendom van Enexis B.V., op deze wijze weg te nemen en zich toe te eigenen.
[naam 36] verklaarde op 29 juni 2010 – zakelijk weergegeven – als volgt:
“U noemt het adres [adres 3] te Blerick. Dat adres ken ik. Daar woont een man die [naam 27] heet. U confronteert mij met tapgesprekken d.d. 8 en 9 november 2009 en met waarnemingen van het observatieteam d.d. 9 november 2009, waaruit blijkt dat [naam 16] en ik samen bij genoemd perceel naar binnen gingen op 9 november 2009. Naar wat ik mij kan herinneren hebben wij toen de stroommeter teruggedraaid.”
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt. Gelet op het telefoon- en sms-verkeer in onderling verband en samenhang bezien met de verklaring van [naam 36], is de rechtbank ervan overtuigd dat verdachte en [naam 36] in elk geval op 9 november 2009 naar het pand [adres 2] te Reuver zijn gegaan en aldaar het telwerk van de elektriciteitsmeter hebben teruggedraaid ten behoeve van de hennepkwekerij.
Ten aanzien van feit 8 subsidiair
In het onderzoek werden telefoongesprekken en sms-berichten onderschept, waaruit bleek dat door [naam 36] een afspraak werd gemaakt met de gebruiker van de mobiele nummer [nummer]. De gesprekken werden opgenomen, beluisterd en vastgelegd middels het telefoonnummer [nummer] in gebruik bij [naam 36].
Zo werd [naam 36] op 4 januari 2010 te 14.41 uur gebeld door de gebruiker, man, van het mobiele nummer [nummer]. In dat gesprek werd een afspraak gemaakt “om dat ding terug te zetten” voor de dag erna in Sevenum. Diezelfde dag om 14.43 uur werd vanaf het mobiele nummer [nummer] een sms-bericht verzonden naar het nummer in gebruik bij [naam 36], inhoudende “[adres 4] Sevenum.”
Uit de analyse van de uit het peilbaken verkregen gegeven is gebleken dat het voertuig van [naam 36] op 5 januari 2010 van 12.51 uur tot 13.07 uur heeft stilgestaan op de [adres 4] te Sevenum.
Uit een CIOT-bevraging bleek dat het nummer [nummer] is afgegeven aan [naam 31]. Uit een bevraging van de Kamer van Koophandel bleek dat dit bedrijf gevestigd was aan de [adres 4] te Sevenum.
Op dinsdag 2 februari 2010 hebben verbalisanten een onderzoek ter plaatse ingesteld aan de [adres 4] te Sevenum. In dit bedrijfspand zou een hennepkwekerij aanwezig zijn. Op het genoemde adres troffen zij onder meer [naam 34], [naam 30] en [naam 35] aan. Op de eerste etage van betreffend bedrijfspand werd, verdeeld over 3 ruimtes, door verbalisanten een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. In totaal troffen zij 1011 hennepplanten aan. Voorts troffen zij aan een hoeveelheid natte hennep in een hennepdroger, gedroogde hennep in een kartonnen doos en een plastic doos met bladafval.
De aangetroffen hennepplanten werden in beslag genomen en voorzien van NFI-codes 473.345, 473.346, 473.347, 473.348, 473.349, 473.337, 473.344 en 473.342.
Op 2 februari 2010 werd door verbalisant [verbalisant 11] een onderzoek ingesteld. Verbalisant werd een hoeveelheid groen plantenmateriaal ter hand gesteld. Verbalisant zag en rook dat dit hennep betrof. Daarnaast werd gebruik gemaakt van de Drugst Test Kit van MMC International (cannabistest). Daarbij zag verbalisant een positieve kleurreactie, zodat kan worden aangenomen dat het geteste materiaal hennep betreft, een stof voorkomend op lijst II van de Opiumwet. De in de onderstaande tabel weergegeven materialen werden onderzocht.
Tabellarische weergave materiaal en onderzoeksresultaat.
Nummer NFI-code Omschrijving Ruimte Resultaat
1 473.345 Plantaardig materiaal 1 (stekken) Hennep
Verdachte: [naam 34]
2 473.346 Plantaardig materiaal 1 (stekken) Hennep
Verdachte: [naam 34]
3 473.347 Plantaardig materiaal 2b Hennep
Verdachte: [naam 34]
4 473.348 Plantaardig materiaal 2b Hennep
Verdachte: [naam 34]
5 473.349 Plantaardig materiaal 2c Hennep
Verdachte: [naam 34]
6 473.337 Plantaardig materiaal 2c Hennep
Verdachte: [naam 34]
7 473.344 Plantaardig materiaal 2d Hennep
Verdachte: [naam 34]
8 473.342 Plantaardig materiaal 2d Hennep
Verdachte: [naam 34]
9 473.343 Plantaardig materiaal Buiten kwekerij (doos) Hennep
Verdachte: [naam 34]
10 473.338 Plantaardig materiaal Buiten kwekerij (doos) Hennep
Verdachte: [naam 34]
11 473.339 Plantaardig materiaal 1 (doos) Hennep
Verdachte: [naam 34]
12 473.340 Plantaardig materiaal 1 (doos) Hennep
Verdachte: [naam 34]
13 473.552 Plantaardig materiaal 1 (droogslinger) Hennep
Verdachte: [naam 34]
14 473.319 Plantaardig materiaal 1 (droogslinger) Hennep
Verdachte: [naam 34]
[naam 34] verklaarde op 2 februari 2010 onder meer – zakelijk weergegeven – als volgt:
“U vraagt mij wie de eigenaar is van het bedrijfsgebouw. Mijn zonen. U vraagt mij waar de hennepplanten vandaan komen. Ik heb deze hennepplanten via het internet gekocht. Ik kocht in totaal ongeveer 1500 planten voor € 3.750,00. In totaal heb ik ongeveer € 4.000,00 tot € 5.000,00 voor de goederen betaald. Ik heb deze kwekerij zelf gebouwd. Ik heb her ongeveer 1 maand mee bezig geweest in oktober / november 2009. Ik heb vorige week mijn eerste oogst gehad. Ik kreeg hiervoor € 4.500,00. De oogst betrof ongeveer 12 kilo natte hennep.
[naam 30] verklaarde op 2 februari 2010 onder meer – zakelijk weergegeven – als volgt:
“Boven op de eerste etage van het bedrijf aan de achterzijde heeft u een hennepkwekerij aangetroffen. Deze hennepkwekerij ben ik samen met mijn broer begonnen. We zijn dit gaan doen, omdat het slecht ging met ons bedrijf. Ik heb nu een oogst gehad. Deze oogst was ongeveer 3,5 tot 4 kilo natte hennep en leverde ongeveer € 2.000,00 op.”
[naam 36] verklaarde op 6 juli 2010 – zakelijk weergegeven – als volgt:
“U vraagt mij wat het adres [adres 4] in Sevenum mij zegt. Daar ben ik met [naam 16] geweest. Volgens mij was er een autobedrijf gevestigd. Ik heb het kapje van de meter afgehaald en de meter teruggedraaid naar de gewenste stand. Ik heb het kapje weer op de stroommeter geplaatst waarna [naam 16] de meter heeft verzegeld.”
[naam 30] verklaarde op 19 augustus 2010 – zakelijk weergegeven – als volgt:
“U confronteert mij met de inhoud van gesprekken welke gaan over het maken van een afspraak en het doorgeven van het adres [adres 4] Sevenum. Ik herinner mij deze. Dit ging om het terugdraaien van de stroommeter door [naam 36]. [naam 36] is een keer bij me geweest. Ze waren met z’n tweeën volgens mij. U toont mij een foto nummer l2320:10.191 (waarop afgebeeld [naam 36]). Dit is [naam 36]. U toont mij een foto pl2320:10.177 (waarop afgebeeld verdachte). Dat is de man die bij [naam 36] was.”
De rechtbank overweegt als volgt. Gelet op de aanzienlijke capaciteit en professionaliteit van de hennepkwekerij van ruim 1000 planten, acht de rechtbank het onaannemelijk dat een persoon deze hennepkwekerij zonder medewerking van anderen heeft geëxploiteerd. Hoewel de verklaringen van [naam 34] en [naam 30] verschillen over wie de hennepkwekerij heeft opgezet, blijkt hieruit wel dat zowel [naam 34] als [naam 30] en [naam 35] op de hoogte waren van de hennepkwekerij en daarin ook hun rol hadden. De rechtbank is derhalve, voornoemde bewijsmiddelen en met name de verklaringen van verdachte en [naam 30] in onderling verband en samenhang bezien, van oordeel dat [naam 34], [naam 30] en [naam 35] tezamen en in vereniging betreffende hennepkwekerij exploiteerden.
Voorts is de rechtbank, gelet op op het telefoon- en sms-verkeer en de informatie van het peilbaken in onderling verband en samenhang bezien met de verklaring van [naam 36], ervan overtuigd dat verdachte en [naam 36] op 5 januari 2010 naar het pand [adres 4] te Sevenum zijn gegaan en aldaar de elektriciteitsinstallatie hebben gemanipuleerd.
Ten aanzien van feit 9 subsidiair en 10 subsidiair
Uit analyse datagegevens van het peilbaken, bevestigd aan het voertuig van de [naam 36], bleek dat dit voertuig op 30 oktober 2009 vanaf de Schaarbroekerweg reed naar de Godsweerdersingel te Roemrond en aldaar om 11.37 uur geparkeerd werd. Om 12.20 uur reed het voertuig ter plaatse weg. De Godsweerderstraat is een zijstraat van de Godsweerdersingel. Verder bleek uit de analyse van de datagegevens van het peilbaken dat het voertuig van [naam 36] op 11 december 2009 om 10.22 uur tot stilstand werd gebracht op de Godsweerderstraat te Roermond en dat het voertuig om 10.29 uur ter plaatse weer vertrok. Tevens bleek dat het voertuig om 16.59 uur tot stilstand werd gebracht op de Godsweerdersingel te Roermond en om 17.09 uur ter plaatse weer wegreed.
Op 5 januari 2010 werd door de politie binnengetreden in het pand [adres 5] te Roermond. Aldaar zagen verbalisanten verdeeld over vier ruimtes een in werking zijnde professionele hennepkwekerij. Zij zagen 309 volgroeide hennepplanten in ruimte I, onder meer 132 bijna volgroeide hennepplanten in ruimte II, onder meer 60 moeder hennepplanten in ruimte III en 135 hennepstekjes in ruimte IV.
Op 5 januari 2010 werd door verbalisant [verbalisant 9] onderzoek verricht aan een partij verdovende middelen die in beslag was genomen op het adres [adres 5] te Roermond. Verbalisant herkende de planten als materiaal van het geslacht Cannabis, beter bekend als hennep. Verder werd gebruik gemaakt van een MMC/NIT-kleurrreactietest. De testen gaven een positieve reactie, indicatief voor THC, zijnde de werkzame stof in hennep en hasjiesj:
Tabellarische weergave materiaal en onderzoeksresultaat.
Nummer NFI-code Omschrijving Resultaat
1 472.328 Monster van plant aangetroffen in ruimte 1 (uit een hoeveelheid van 309 aangetroffen planten) THC/Hennep
Verdachte: Onbekend
2 472.329 Monster van plant aangetroffen in ruimte 2 (uit een hoeveelheid van 132 aangetroffen planten) THC/Hennep
Verdachte: Onbekend
3 472.330 Monster van plant aangetroffen in ruimte 3 (uit een hoeveelheid van 60 aangetroffen planten) THC/Hennep
Verdachte: Onbekend
4 472.331 Monster van plant aangetroffen in ruimte 3 (uit een hoeveelheid van 135 aangetroffen planten) THC/Hennep
Verdachte: Onbekend
5 484.540 Monster van plant aangetroffen in ruimte 4 (uit een hoeveelheid van 825 aangetroffen planten) THC/Hennep
Verdachte: Onbekend
Uit de schriftelijke aangifte van [naam 37] namens Enenix B.V. blijkt op 5 januari 2010 door de fraude-inspecteur van Enexis B.V. een onderzoek is ingesteld naar de meetinrichting in het perceel [adres 5] te Roermond . Deze constateerde verboden handelingen aan de elektriciteitsinstallatie. De kWh-meter was gemanipuleerd. Hij zag dat de hoofdbeveiliging ten behoeve van de elektrische installatie verzwaard was van 3x25A naar 3x35A. Door de manipulatie werd de elektriciteit ten behoeve van de hennepplantage niet correct via de elektriciteitsmeter geregistreerd. Uit nader onderzoek bleek dat er minimaal 20.233 kWh illegaal is afgenomen.
[naam 36] verklaarde op 6 juli 2010 – zakelijk weergegeven – als volgt:
“U legt mij uit waar de Godsweerderstraat in Roermond ligt en deelt mij mede dat uit tapgesprekken is gebleken dat ik een keer met hoge snelheid achter iemand aan van Blerick naar Roermond ben gereden. Nu u me dat zegt herinner ik het me weer. Op verzoek van diegene ben ik die dag naar Roermond gereden. Ik was toen samen met [naam 16]. [naam 16] en ik wisten dat het hier om een kwekerij ging. [naam 16] boorde een gat door de muur tussen de kwekerij en de meterkast. Door dit gat hebben wij een kabel getrokken. Ik heb de kabel vervolgens aangesloten boven de meter. Ik kan u zeggen dat [naam 16] op verzoek van die mensen de stroommeter heeft teruggedraaid.”
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt. Gelet op het telefoon- en sms-verkeer in onderling verband en samenhang bezien met de verklaring van [naam 36], is de rechtbank ervan overtuigd dat verdachte en [naam 36] op 30 oktober 2009 en 11 december 2009, in elk geval op een van die twee dagen, naar het pand [adres 5] te Roermond zijn gegaan en aldaar de elektriciteitsinstallatie hebben gemanipuleerd ten behoeve van de hennepkwekerij.
Ten aanzien van feit 12 primair
Op 15 april 2010 zijn de verbalisanten naar het adres [adres 6] te Heijen gegaan. Blijkens de GBA bleken daar te zijn ingeschreven [naam 6] en [naam 20]. Er werd een onderzoek ingesteld naar de aanwezigheid van een hennepplantage. Bij het naderen van het adres via de achterzijde, gelegen aan de [adres 7], zag de verbalisant [verbalisant 5] dat de schuur kennelijk door drie honden werd bewaakt. [naam 6] kwam naar buiten en gaf de verbalisanten toestemming om zijn tuin te betreden en in zijn schuur te kijken. [naam 6] opende de schuurdeur. Het bleek de verbalisant [verbalisant 5] dat er in de schuur twee afgeschermde ruimtes bevonden. In deze ruimtes werd een in werking zijnde hennepplantage aangetroffen met in totaal 723 hennepplanten. In ruimte I van de hennepkwekerij troffen de verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] – na telling – 236 hennepplanten aan. En in ruimte II zagen zij dat – na telling – daar 487 hennepplanten stonden. Op 15 april 2010 heeft de verbalisant [verbalisant 4] een onderzoek ingesteld op de veiliggestelde hennepmonsters. Er werden kleine hoeveelheden van de in de hennepkwekerij genomen hennepmonsters genomen en getest middels een NIT-test. Per monster werd een NIT-test, type cannabis, uitgevoerd. Bij deze NIT-testen zag de verbalisant [verbalisant 4] dat de kleurreactie de kleur rood gaf, hetgeen betekent dat de stof positief reageerde op de aanwezigheid van hennep.
In het dossier bevindt zich een schrijven van Enexis B.V., dat – zakelijk weergegeven – inhoudt:
Enexis B.V. heeft met [naam 20] een overeenkomst betreffende aansluiting en transport van elektriciteit naar het perceel [adres 6] te Heijen. Op verzoek van de politie Limburg-Noord is op 15 april 2010 is door de fraude-inspecteur een onderzoek ingesteld naar de meetinrichting in bovengenoemd perceel. Deze constateerde op 15 april 2010 verboden handelingen aan de elektriciteitsinstallatie en trof het volgende aan: illegale aansluiting op bovenzijde zekeringhouders. Hij zag dat het deksel van de hoofdaansluitkast was verwijderd. Hij zag dat aan de bovenzijde van de zekeringhouders een illegale elektriciteitsaansluiting was gemaakt over de drie fases. Hij zag dat deze aansluiting buiten de elektriciteitsmeter om liep naar de hennepplantage en deze voorzag van elektriciteit. De originele aansluiting met een hoofdzekering van 1x 35 A was vervangen door drie zekeringen van 63 A. De fraude-inspecteur zag dat de hoofdbeveiliging ten behoeve van de elektrische installatie was verzwaard. Contractueel hoort er 1x 35 A in te zitten. Hij zag dat er nu zekeringen met een waarde van 3x 63A geplaatst waren. Hierdoor kon de juiste tarievenregeling niet worden toegepast. Hierdoor werd illegaal elektriciteit afgenomen. Niemand had het recht of de toestemming van Enexis B.V. om het zegel te verbreken of wijziging in de bedrading aan te brengen. Niemand is gerechtigd de elektra, zijnde eigendom van Enexis B.V., op deze wijze weg te nemen en zich toe te eigenen.”
Uit telefoongesprekken bleek dat door [naam 36] een afspraak werd gemaakt met de gebruiker van het mobiele nummer [nummer] en het vaste nummer [nummer] voor het vermoedelijk manipuleren van de stroom- en/of gasmeter en/of aanleggen van een illegale stroomaftakking. Stemvergelijking wees uit dat hier sprake was van een en dezelfde persoon. Op 27 oktober 2010 te 14.32.45 uur werd door [naam 36] gebeld met de gebruiker van nummer [nummer]. [naam 36] zegt dat hij iets eerder is en bij het truckerscafé staat. Man zegt dat hij iemand gaat bellen die [naam 36] zal komen halen.
CIOT bevraging [nummer]: tenaamstelling: [naam 21], Gennep.
Uit een observatie van het voertuig van de verdachte [naam 36], Hyundai, type Tucson, kenteken [kenteken], bleek dat dit voertuig op 27 oktober 2009 van 14.32.15 uur tot 14.59.47 uur heeft stil gestaan op de Karrevenseweg te Heijen. De Karrevenseweg te Heijen ligt op het industrieterrein De Grens. Op dit industrieterrein ligt een truckerscafé.
Op 3 november 2009 te 17.48.21 uur werd [naam 36] gebeld door de gebruiker van het vaste nummer [nummer]. Inhoud:
“[naam 27]: Jij bent vorige week in Heijen geweest hè?
[naam 36]: Ja.
[naam 27]: Die kabel 5 keer 6 kwadraat, is die ook goed?
[naam 36]: 5 x 6 is ook goed ja.
….
[naam 36]: Maar goed dat je belt, want het wordt denk ik morgen iets later. Ik heb het
nummer van die ene knul die me toen heeft opgebeld.
[naam 27]: Ja?
[naam 36]: Dan bel ik die wel op als ik er bijna ben.”
CIOT bevraging [nummer]: tenaamstelling: [naam 21], Gennep.
Naar aanleiding van het telefoongesprek d.d. 3 november 2009 werd besloten om de verdachte [naam 36] op 4 november 2009 onder observatie te nemen. Op 4 november 2009 omstreeks 12.29 uur werd gezien dat de personenauto, merk Hyundai, type Tucson, kenteken [kenteken], tot stilstand werd gebracht op het industrieterrein “De Grens” te Gennep. Daar was contact met de bestuurder van een andere personenauto. Vervolgens werd gezien dat beide voertuigen wegreden. Omstreeks 12.58 uur werden beide voertuigen tot stilstand gebracht op het industrieterrein De [adres 7] te Heijen (gemeente Gennep) aan de achterzijde van het pand [adres 7]. De achterzijde van pand 12 is bereikbaar via een zandpad, gelegen aan de rechterzijde van de ingang van dit pand. Omstreeks 13.21 uur werd gezien dat de Tucson, [kenteken] weer wegreed. In dat voertuig zaten [naam 36] en een onbekende man. De bijrijder van [naam 36] werd later herkend als zijnde verdachte.
Op 23 maart 2010 werd een infraroodmeting uitgevoerd aan de achterzijde van het pand [adres 7] te Heijen. Er werd een verhoogde warmteontwikkeling waargenomen aan de buitenzijde van de schuur, gelegen in de tuin, behorende bij perceel [adres 6] te Heijen.
GBA [adres 6] te Heijen:
Bewoners: [naam 6] en [naam 20].
[naam 6] verklaarde op 15 april 2010 – zakelijk weergegeven – als volgt:
“Ik woon op de [adres 6] te Heijen. De hennepkwekerij die in de schuur achter mijn woning is aangetroffen is van mij. De hennepkwekerijen waren verdeeld in de twee ruimtes in de schuur. Er stonden ongeveer 700 hennepplanten. Ik heb de hennepkwekerij zelf opgebouwd. In november 2009 is begonnen met de opbouw. U vraagt mij wie de elektrische installatie heeft aangelegd. Ik zeg daarop dat ik mij op mijn zwijgrecht beroep.“
Verdachte verklaarde op 13 juli 2010 – zakelijk weergegeven – als volgt:
“U confronteert mij met observaties van 4 november 2009, waarbij is waargenomen dat [naam 36] en ik naar het industrieterrein “De Groote Heeze” te Heijen achter iemand aan rijden en dat wij een zandweg oprijden naast pand nummer 12 en via een hek een achter pand 12 gelegen perceel oprijden. We zijn aan de achterkant via een paadje bij die woning gekomen. Ik zal wel de koffer hebben gedragen, want dat deed ik altijd. Ik weet niet wat [naam 36] daar gedaan heeft.”
[naam 21] verklaarde op 16 juli 2010 – zakelijk weergegeven – als volgt:
“U confronteert mij met een tapgesprek van 3 november 2009 om 17.48 uur van een man die zich [naam 27] noemt via de aansluiting [nummer] met [naam 36]. Ik kan mij het telefoongesprek herinneren. Van een kennis had ik een telefoonnummer gekregen. Dat nummer was van [naam 36]. Die kennis had mij gezegd dat ik dat nummer moest bellen als ik vragen had over de stroomkabel. Het telefoongesprek met deze [naam 36] is vervolgens tot stand gekomen. Die kennis is na het gesprek met deze [naam 36] de kabel bij mij thuis op komen halen. Ik wist eerst niet waarvoor hij die kabel nodig had. Later heb ik wel begrepen waar dat voor was. Ik ben namelijk op enig moment bij deze kennis geweest. Hij heeft mij toen een hennepkwekerij laten zien.”
[naam 36] verklaarde op 19 juli 2010 – zakelijk weergegeven – als volgt:
“Ik herinner me dat ik op het adres [adres 6] in Heijen ben geweest. U wijst mij op de tapgesprekken van onder meer 27 oktober 2009 en 3 november 2009. ik kan mij dat herinneren. Ik ben er met [naam 16] geweest. U confronteert mij met het observatieverslag van 4 november 2009, waarbij is waargenomen dat ik achter iemand aan rij vanaf het industrieterrein “De Grens” in Gennep naar het industrieterrein “De Groote Heeze” in Heijen. Wij zijn via een zandpad naar de achterzijde van de woning gereden. De eerste keer ben ik daar met [naam 16] gaan kijken. Er lag een kabel van 5 x 50 kwadraad waar spanning op stond. Ik heb de man, die daar toen was, opdracht gegeven dit te veranderen. Dit heeft de man gedaan, waarna de tweede afspraak plaatsvond. U wijst mij op het feit dat in de schuur/loods in de achtertuin van perceel [adres 6] te Heijen een hennepkwekerij is aangetroffen en dat in de meterkast een illegale omleiding is aangetroffen, waardoor stroom buiten de meter om werd afgenomen. U wijst mij ook op het feit dat de hoofdzekeringen in de meterkast verzwaard bleken te zijn naar 63 ampère. Ik zeg daarop dat de tweede keer dat [naam 16] en ik daar waren [naam 16] de kabel in de schuur heeft aangesloten op het schakelpaneel. Ik heb toen in de woning in de meterkast de zekeringen verzwaard. Ik heb 3x 63 ampère zekeringen aangebracht in de meterkast en ik heb een illegale aftakking buiten de meter om gemaakt. [naam 16] en ik hebben hier geld voor gekregen. We wisten dat het hier om een hennepkwekerij ging. We zijn allebei in de schuur geweest waar de kwekerij werd ingericht.
[naam 36] verklaarde op 23 juni 2010 – zakelijk weergegeven – als volgt:
“Het is mij bekend dat het manipuleren dan wel terugdraaien van stroommeters strafbaar is. Ik heb vanaf januari 2008 tot december 2009 met [naam 16] samengewerkt. Ik kan u verklaren dat [naam 16] zelf ook stroommeters gemanipuleerd danwel teruggedraaid heeft. Er waren dagen bij dat we in totaal € 1.500,00 verdiend hadden. Dan hadden we ieder
€ 750,00. We deelden alles samen.”
Verdachte verklaarde op 9 juni 2010 – zakelijk weergegeven – als volgt:
“Het geld dat ik van [naam 36] heb gekregen, heb ik besteed aan het kopen van schoolspullen en kleding voor kinderen in Roemenië”
Verdachte verklaarde op 22 juni 2010 – zakelijk weergegeven – als volgt:
“U vraag me wat ik in totaal verdiend heb aan deze werkzaamheden. In de kluis op mijn slaapkamer hebt u ongeveer € 2.500,00 aangetroffen. Dit is geld wat ik hiervan gespaard heb.
Verdachte verklaarde op 12 juli 2010 – zakelijk weergegeven – als volgt:
“Ik denk dat ik gemiddeld drie dagen per week met [naam 36] op pad ging. U vraagt mij hoeveel klanten ik gemiddeld had per dag. Ik schat drie a vier klanten per dag. Het was mij bekend dat [naam 36] geld kreeg voor de werkzaamheden die hij deed.”
De rechtbank overweegt als volgt. Uit het voorgaande blijkt dat verdachte samen met [naam 36] gedurende een lange periode, meermalen per week en meermalen per dag elektriciteitsinstallaties heeft gemanipuleerd. Voor deze werkzaamheden kreeg [naam 36] geld, dat hij deelde met verdachte. Nu dit geld is verdiend met het manipuleren van elektriciteitsinstallaties, is dit geld onmiddellijk afkomstig uit misdrijven. Voorts heeft verdachte naar eigen zeggen dit geld deels gespaard en deels uitgegeven aan goede doelen. De rechtbank acht het onaannemelijk dat verdachte verder niets met dit geld heeft gedaan. De rechtbank is er daarentegen van overtuigd dat verdachte dit geld heeft gebruikt om in zijn levensonderhoud te voorzien. Dat verdachte verder verklaarde dat hij niet wist dat de werkzaamheden die zij uitvoerden niet strafbaar zijn, acht de rechtbank ongeloofwaardig. De rechtbank acht het een feit van algemene bekendheid dat het ongeautoriseerd manipuleren van elektriciteitsinstallaties strafbaar is. Derhalve is de rechtbank van oordeel dat verdachte samen met [naam 36] gelden heeft verworven, voorhanden heeft gehad en omgezet, terwijl hij wist dat dit geld onmiddellijk afkomstig was van enig misdrijf. Aangezien verdachte in Venlo woont, heeft hij dit feit begaan in het arrondissement Roermond.
Op 8 juni 2010 werd een doorzoeking verricht in de woning van verdachte, [adres 8] te Blerick. Bij deze doorzoeking werden onder andere de navolgende voorwerpen aangetroffen en in beslag genomen:
1. een alarmpistool, merk Röhm, type RG3, kaliber 6mm, zwart van kleur;
2. een patroonhouder, merk Glock, type Austria 9mm;
3. 121 volmantel kogelpatronen, diverse merken, kaliber 9mm.
Bij controle van het vergunningen- en ontheffingenstelsel bleek niet van enige vergunning of ontheffing inzake het voorhouden mogen hebben van deze voorwerpen op naam van verdachte.
Uit het proces-verbaal van het Regionaal Bureau Wapens en Munitie d.d. 10 augustus 2010 blijkt dat het in beslag genomen alarmpistool van het merk Röhm, type RG3, kaliber 6mm een alarmpistool is in de zin van art. 2 lid 1, cat. III onder 4e van de WWM. De patroonhouder van het merk Glock, type Austria 9mm, is een onderdeel van een wapen in de zin van art. 2. lid 1 cat. III onder 1e van de WWM. De inbeslaggenomen munitie betreft 121 volmantel kogelpatronen van diverse merken en van het kaliber 9mm. Dit is munitie in de zin van art. 1 onder 4 gelet op art. 2 lid 2 cat. III van de WWM.
7.4.Bijzondere overwegingen van de rechtbank
7.4.1.Medeplichtigheid aan hennepkwekerijen
Ten aanzien van de feiten 3 subsidiair, 5 subsidiair en 9 subsidiair overweegt de rechtbank als volgt. Onder deze feiten is telkens ten laste gelegd de medeplichtigheid van verdachte aan enige hennepkwekerij.
De rechtbank acht het een feit van algemene bekendheid dat stroomfraude, dan wel manipulatie van elektriciteitsinstallaties onlosmakelijk is verbonden met de aanwezigheid van hennepkwekerijen. Immers, zonder manipulatie van de elektriciteitsinstallatie is een hennepkwekerij veel minder rendabel en is het risico op ontdekking van een hennepkwekerij aanzienlijk groter. Hoewel het ook mogelijk is om het telwerk van een elektriciteitsmeter terug te draaien enkel om kosten op de reguliere stroomrekening te besparen, is de rechtbank van oordeel dat deze reden voor manipulatie aanmerkelijk minder voorkomt dan hennepkwekerijen als reden.
Nu verdachte tezamen met [naam 36] werkzaamheden uitvoerde inhoudende manipulatie van elektriciteitsinstallaties en verdachte blijkens de verklaring van [naam 36] meermalen de hennepkwekerijen gezien heeft (bijvoorbeeld bij het onder 9 ten laste gelegde feit), is de rechtbank van oordeel dat verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van een hennepkwekerij. Gelet hierop acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de opzet had met zijn werkzaamheden behulpzaam te zijn bij de hennepkwekerij. Als er van uit gegaan zou worden dat verdachte niet bij alle ten laste gelegde feiten de hennepkwekerij gezien heeft, concludeert de rechtbank op basis van het feit van algemene bekendheid met betrekking tot stroomfraude en hennepteelt, dat verdachte bij manipulatie van de elektriciteitsinstallatie als aanmerkelijke kans aanvaarde dat op het adres waar hij de installatie manipuleerde een hennepkwekerij aanwezig was, bij welke hennepteelt hij door de stroommanipulatie behulpzaam was. En dus medeplichtig was aan deze hennepteelt. Dat verdachte uiteindelijk niet deelde in de opbrengst van de hennepkwekerij, maar enkel inkomsten genereerde door zijn werkzaamheden, doet naar het oordeel van de rechtbank hier niet aan af.
7.4.2.Medeplegen van diefstal/oplichting
Ten aanzien van de feiten 2 primair, 4 subsidiair, 6 subsidiair, 8 subsidiair, 10 subsidiair en 12 primair overweegt de rechtbank als volgt. Deze feiten hebben allen betrekking op het manipuleren van elektriciteitsinstallaties.
Uit het voorgaande en met name de verklaringen van [naam 36] in onderling verband en samenhang bezien met de aangiftes van Enexis en de daarbij behorende meterrapportages blijkt dat zowel [naam 36] als verdachte werkzaamheden hebben uitgevoerd met betrekking tot de manipulatie van elektriciteitsmeters. Uit hetgeen [naam 36] heeft verklaard blijkt naar het oordeel van de rechtbank genoegzaam dat bij deze werkzaamheden sprake was van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen [naam 36] en verdachte om te komen tot medeplegen. Dat de concrete werkzaamheden van [naam 36] ten opzichte van verdachte soms verschilde, doet hier niet af, temeer nu de opbrengst uit de werkzaamheden door [naam 36] en verdachte gedeeld werd. Wie welke concrete werkzaamheid verrichte is meer een toevalligheid geweest dan een zeer expliciete taakverdeling. De gehele manipulatie kan per adres derhalve aan verdachte en aan [naam 36] worden toegerekend.
7.4.3.Diefstal / oplichting
Ten aanzien van de feiten 2 primair, 4 subsidiair, 6 subsidiair, 8 subsidiair, 10 subsidiair en 12 primair overweegt de rechtbank als volgt. Deze feiten hebben allen betrekking op het manipuleren van elektriciteitsinstallaties.
Uit het voorgaande blijkt dat elektriciteitsmeters op verschillende manieren zijn gemanipuleerd. Zo zijn bij de feiten 4 subsidiair, 6 subsidiair, 8 subsidiair en 10 subsidiair de telwerken van meters teruggedraaid. Bij de feiten 2 primair en 12 primair zijn er illegale elektriciteitsaansluitingen buiten meters om gemaakt. De rechtbank is van oordeel dat bij het plaatsen van elektriciteitsaansluitingen buiten de meter om, sprake is van diefstal van stroom, aangezien vanaf dat moment de elektriciteit die via die illegale aansluiting verbruikt wordt, in het geheel niet door de elektriciteitsmeter wordt geregistreerd. Indien er geen sprake is van een illegale elektriciteitsaansluiting, maar van het terugdraaien van het telwerk van de meter overweegt de rechtbank dat door het verbruiken van elektriciteit een inschuld aan Enexis B.V. ontstaat. Indien men vervolgens het telwerk van de elektriciteitsmeter terugdraait, wordt deze inschuld teniet gedaan. In dat geval is er naar het oordeel van de rechtbank derhalve geen sprake van diefstal, maar van oplichting.
7.4.4.Het verwijderen van zegels van de elektrische installaties
Voorts overweegt de rechtbank dat zij het een feit van algemene bekendheid acht dat om in een meterkast een illegale stroomaansluiting te maken, zekeringen van de elektrische installatie te verzwaren, danwel het telwerk terug te draaien, het nodig is dat er dan zegels van de elektrische installatie verwijderd dienen te worden. Derhalve kan naar het oordeel van de rechtbank bij deze genoemde handelingen ook het onderdeel “zegels van de elektrische installatie te verwijderen” wettig en overtuigend worden bewezen.
Op grond van voormelde bewijsmiddelen en overwegingen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 primair, 3 subsidiair, 4 subsidiair, 5 subsidiair, 6 subsidiair, 8 subsidiair, 9 subsidiair, 10 subsidiair, 12 primair, 13 en 14 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
2. primair
hij in het jaar 2009, in de gemeente Roermond, tezamen en in vereniging met anderen, in het pand [adres 1], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, toebehorende aan Enexis B.V., waarbij verdachte en zijn mededaders het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking;
3. subsidiair
[naam 25] in de periode van 28 april 2009 tot en met 19 november 2009, te Reuver, opzettelijk heeft geteeld, in het pand [adres 2], 188 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, bij het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 28 april 2009 tot en met 19 november 2009 te Reuver, opzettelijk behulpzaam is geweest, door in voornoemd pand zegels van de elektrische installatie te verwijderen en het telwerk van de elektrische installatie terug te draaien;
4. subsidiair
hij de periode van 28 april 2009 tot en met 19 november 2009, te Reuver, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door listige kunstgrepen, Enexis B.V. heeft bewogen tot het teniet doen van een inschuld, hebbende verdachte en zijn mededaders met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - in het pand [adres 2], listiglijk zegels van de elektrische installatie verwijderd en het telwerk van de elektrische installatie teruggedraaid, waardoor een inschuld aan Enexis B.V. werd teniet gedaan;
5. subsidiair
[naam 29] in de periode van 01 augustus 2009 tot en met 02 februari 2010 te Blerick, opzettelijk heeft geteeld in het pand [adres 3], een hoeveelheid van 72 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, bij het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 01 augustus 2009 tot en met 02 februari 2010, te Blerick, meermalen opzettelijk behulpzaam is geweest, door in voornoemd pand zegels van de elektrische installatie te verwijderen en het telwerk van de elektrische installatie terug te draaien;
6. subsidiair
hij in de periode van 01 augustus 2009 tot en met 02 februari 2010, te Blerick, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om een ander wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen, Enexis B.V. heeft bewogen tot het teniet doen van een inschuld, hebbende verdachte en zijn mededader met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven - in het pand [adres 3], listiglijk zegels van de elektrische installatie verwijderd en het telwerk van de elektrische installatie teruggedraaid, waardoor een inschuld aan Enexis B.V. werd teniet gedaan;
8. subsidiair
hij in 01 oktober 2009 tot en met 02 februari 2010, te Sevenum, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om anderen wederrechtelijk te bevoordelen door door listige kunstgrepen Enexis B.V. heeft bewogen tot het teniet doen van een inschuld, hebbende verdachte en zijn mededader met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - in het pand [adres 4], listiglijk zegels van de elektrische installatie verwijderd en het telwerk van de elektrische installatie teruggedraaid, waardoor een inschuld aan Enexis B.V. werd teniet gedaan;
9. subsidiair
(onbekend gebleven) personen in de periode van 01 oktober 2009 tot en met 05 januari 2010, in de gemeente Roermond, tezamen en in vereniging, opzettelijk hebben geteeld in het pand [adres 5], 1461 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, bij het plegen van welke misdrijf verdachte in periode van 01 oktober 2009 tot en met 05 januari 2010, in de gemeente Roermond, opzettelijk behulpzaam is geweest door in voornoemd pand het telwerk van de elektrische installatie terug te draaien;
10. subsidiair
hij in periode van 01 oktober 2009 tot en met 05 januari 2010, in de gemeente Roermond, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om anderen wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen, Enexis B.V. heeft bewogen tot het teniet doen van een inschuld, hebbende verdachte en zijn mededader met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - in het pand [adres 5], listiglijk zekeringen van de elektrische installatie verzwaard en zegels van de elektrische installatie verwijderd en het telwerk van de elektrische installatie teruggedraaid, waardoor een inschuld aan Enexis B.V. werd teniet gedaan;
12. primair
hij in de periode van 25 oktober 2009 tot en met 15 april 2010, te Heijen, tezamen en in vereniging met een ander, in het pand [adres 6], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, toebehorende aan Enexis B.V., waarbij verdachte en zijn mededader het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking;
13.
hij in de periode van 01 juni 2009 tot en met 18 juni 2010, in het arrondissement Roermond tezamen en in vereniging met een ander, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte, telkens hoeveelheden geld verworven en voorhanden gehad en omgezet, terwijl hij wist dat voornoemd geld - onmiddellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
14.
hij op 08 juni 2010 in de gemeente Venlo een wapen van categorie III, te weten een alarmpistool (merk RÖHM, type RG 3, kaliber 6 mm) en een patroonhouder (Glock Austria 9 mm) en munitie van categorie III, te weten 121, kogelpatronen (diverse merken, kaliber 9 mm), voorhanden heeft gehad;
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
8.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie
Het ten laste van verdachte bewezenverklaarde levert op de navolgende strafbare misdrijven:
Ten aanzien van feit 1 subsidiair
medeplichtigheid aan opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod
Ten aanzien van feit 2 primair
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking
Ten aanzien van feit 3 subsidiair
medeplichtigheid aan opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod
Ten aanzien van feit 4 subsidiair
medeplegen van oplichting
Ten aanzien van feit 5 subsidiair
medeplichtigheid aan opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod
Ten aanzien van feit 6 subsidiair
medeplegen van oplichting
Ten aanzien van feit 7 subsidiair
medeplichtigheid aan medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod
Ten aanzien van feit 8 subsidiair
medeplegen van oplichting
Ten aanzien van feit 9 subsidiair
medeplichtigheid aan medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod
Ten aanzien van feit 10 subsidiair
medeplegen van oplichting
Ten aanzien van feit 11 subsidiair
medeplichtigheid aan opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod
Ten aanzien van feit 12 primair
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking
Ten aanzien van feit 13
medeplegen van van het plegen van witwassen een gewoonte maken
Ten aanzien van feit 14
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens, meermalen gepleegd
De misdrijven sub 1, 3, 5 en 11 zijn strafbaar gesteld bij artikel 11, tweede lid, van de Opiumwet juncto artikel 48 van het Wetboek van Strafrecht.
De misdrijven sub 2 en 12 zijn strafbaar gesteld bij artikel 310 juncto artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht.
De misdrijven sub 4, 6, 8 en 10 zijn strafbaar gesteld bij artikel 326 juncto artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht.
De misdrijven sub 7 en 9 zijn strafbaar gesteld bij artikel 11, tweede lid, van de Opiumwet juncto artikel 47 juncto artikel 48 van het Wetboek van Strafrecht.
Het misdrijf sub 13 is strafbaar gesteld bij artikel 420ter juncto artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht.
Het misdrijf sub 14 is strafbaar gesteld bij artikel 55, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
9.De strafbaarheid van verdachte
De verdachte is strafbaar voor het bewezenverklaarde nu niet is gebleken van enige omstandigheid die verdachtes strafbaarheid opheft.
10.De straffen en/of maatregelen
10.1.De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft bij gelegenheid van de terechtzitting op 17 mei 2011 met betrekking tot de op te leggen straf gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 primair, 2 primair, 4 primair, 6 primair, 8 primair, 9 primair, 10 primair, 11 primair, 12 primair, 13 en 14 zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de tijd van 15 maanden, met aftrek ex artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
10.2.Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ter terechtzitting verzocht op te leggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet langer dan de tijd die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
10.3.De overwegingen van de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen.
Bewezen verklaard is dat verdachte in zeer veel gevallen medeplichtig is geweest aan het – kort gezegd – telen van hennep. Dit deed hij door op grootschalige wijze te manipuleren met de elektriciteitsvoorzieningen bij veel hennepkwekers. Tevens is hij meermalen schuldig bevonden aan diefstal van stroom dan wel oplichting van Enexis B.V. Voorts heeft hij zich schuldig gemaakt aan gewoontewitwassen en aan overtreding van de Wet wapens en munitie.
De rechtbank is er van overtuigd dat verdachte, door aldus te handelen zich enkel heeft laten leiden door de wens in korte tijd veel geld te verdienen, welk gewin hij heeft laten prevaleren boven de door de samenleving in wetten vastgelegde grenzen. Verdachte heeft zich willens en wetens schuldig gemaakt aan het overschrijden van die grens en daarmee aangegeven lak te hebben aan hetgeen de samenleving afspreekt als hij meent criminele winsten te kunnen maken. Door zijn handelwijze wordt de grootschalige handel in soft drugs bevorderd. Een handel die verboden is omdat uit studies blijkt dat het gebruik van soft drugs de gezondheid van personen ernstige schade toebrengt. Verder gaat die handel gepaard met steeds zwaardere vormen van (georganiseerde) criminaliteit.
Door de diefstal van elektriciteit, dan wel de oplichting van de energieleverancier, heeft deze veel nadeel ondervonden, terwijl voorts door het manipuleren van de stroomvoorziening een (levens)gevaarlijke situatie kon ontstaan, waar de veiligheid van derden rechtstreeks bij is betrokken.
De rechtbank rekent het verdachte zeer zwaar aan dat deze op een dergelijke grootschalige wijze heeft bijgedragen aan de instandhouding van de hennepteelt. Ter terechtzitting heeft verdachte weliswaar inzicht getoond in de onjuistheid van zijn handelwijze, doch heeft hij naar de mening van de rechtbank zijn rol in onderhavige zaken onterecht gerelativeerd.
De rechtbank heeft voorts rekening gehouden met de omstandigheid dat de verdachte blijkens het uittreksel uit het Algemeen Documentatieregister niet reeds eerder is veroordeeld wegens soortgelijke feiten, alsmede met zijn persoonlijke omstandigheden zoals die zijn gebleken tijdens het onderzoek ter terechtzitting.
De rechtbank is van oordeel dat met het oog op een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of lagere straf dan de hierna vermelde vrijheidsstraf met een onvoorwaardelijk deel. Met het daarnaast opleggen van een (deels) voorwaardelijke straf wordt de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.
Gelet op vorengaande is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek van de tijd die verdachte inverzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren passend en geboden is.
Gelet op de bewezenverklaarde feiten in relatie tot de vordering van de officier van justitie, heeft de rechtbank feitelijk een zwaardere straf opgelegd dan door de officier van justitie is gevorderd, zulks nu de ernst van de feiten naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende in de eis van de officier van justitie tot uitdrukking komt.
In beslag genomen zijn onder meer bescheiden inhoudende berekeningen (#7 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen). De rechtbank is van oordeel dat deze inbeslaggenomen berekeningen, dienen te worden verbeurdverklaard. Genoemde voorwerpen zijn vatbaar voor verbeurdverklaring aangezien met betrekking tot die voorwerpen het feit is begaan, dan wel met behulp van die voorwerpen het feit is begaan of voorbereid.
10.5.Onttrekking aan het verkeer
In beslag genomen zijn onder meer wapens, munitie en toebehoren daartoe (# 3, 4 en 5 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen) en materialen welke zijn aangetroffen in de auto van verdachte (# 13 tot en met 22 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen). De rechtbank is van oordeel dat deze inbeslaggenomen voorwerpen dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Genoemde voorwerpen zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer aangezien met behulp van die voorwerpen het de feiten zijn begaan en die voorwerpen tot het begaan van het feit zijn vervaardigd of bestemd, terwijl die voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet dan wel het algemeen belang,
Voorts zijn onder meer in beslag genomen een aantal bescheiden, inhoudende kennelijk Roemeense contracten, dan wel certificaten (# 8 tot en met 12 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen). Nu met betrekking tot deze voorwerpen niet (meer) wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering, dienen deze voorwerpen te worden teruggegeven aan degene aan wie deze toebehoren, zoals hierna in het dictum genoemd.
De rechtbank zal de bewaring ten behoeve van de rechthebbende gelasten van het inbeslaggenomen koffer (# 6 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen).
11.Toepasselijke wetsartikelen
Na te melden beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van strafrecht art. 10, 14a, 14b, 14c, 24, 33, 33a, 36b, 36c, 47, 48, 49, 57, 91, 310, 311, 326
Wet wapens en munitie art. 26, 55
Opiumwet art. 3, 11
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 1 primair en subsidiair, 3 primair, 4 primair, 5 primair, 6 primair, 7 primair en subsidiair, 8 primair, 9 primair, 10 primair en 11 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte onder 2 primair, 3 subsidiair, 4 subsidiair, 5 subsidiair, 6 subsidiair, 8 subsidiair, 9 subsidiair, 10 subsidiair, 12 primair, 13 en 14 ten laste gelegde zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
verstaat dat het aldus bewezenverklaarde de hiervoor vermelde strafbare feiten oplevert en verklaart verdachte ter zake strafbaar;
veroordeelt verdachte voor het hiervoor bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van 15 maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf 5 maanden, niet zullen worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
beveelt dat de tijd door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de aan verdachte opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
7 1.00 STK Bescheiden
Lokatie B,B3121.1,bescheiden met berekeningen;
verklaart onttrokken aan het verkeer:
3 131.00 STK Munitie
DIVERSEN
Volgnr. 10/1472
4 1.00 STK Pistool
RÖHM
Volgnr. 10/1473, alarmpistool
5 1.00 DS Doos
GLOCK
Volgnr. 10/1474, doos van de Glock + houder
13 1.00 STK Electra
Lokatie E,E1115, electro gereedschap
14 1.00 STK Zegel
Lokatie E,E1115.1, diversen zegels en zegelhulzen
15 1.00 STK Zegel
Lokatie E,E1115.2, 3 potjes met zegels
16 1.00 STK Etui Kl:Zwart
Lokatie E,E1115.3, met zilveren dartpijl
17 1.00 STK Tang
Lokatie E,E1115.4 originele zegeltang zonder bugnr
18 1.00 STK Tang
LokatieE,E1115.5, zelfgemaakte tang met stempel
19 1.00 STK Vloeistof
Locatie E,E1115.6, flacon met vloeistof
20 1.00 STK Vloeistof
Locatie E,E1115.7, flacon met rood dopje
21 1.00 STK Zak
Locatie E,E1115.8, plastic zakken met inhoud
22 1.00 STK Sleutel
Locatie E,E1116.2, 3 setjes sleutels,1 kastsleutel;
gelast de teruggave aan verdachte:
8 1.00 STK Papier Kl:Rose
Lokatie B,B3122.01, "Certificat de casatorie"
9 1.00 STK Bescheiden
Lokatie B,B3122.02 contract de vanzare-cumparare
10 1.00 STK Bescheiden
Lokatie B,B3122.03, contract de vanzare-cumparare
11 1.00 STK Bescheiden
Lokatie B,B3122.04, contract de vanzare-cumparare
12 1.00 STK Bescheiden
Lokatie B,B3122.05, certificat de nastere;
gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende:
6 1.00 STK Koffer Kl:Zwart
Lokatie B,B1121 koffer met inhoud (diversen zakken).
Vonnis gewezen door mrs. L.J.A. Crompvoets, L.P. Bosma en W. Brouwer, rechters, van wie mr. L.J.A. Crompvoets voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. O.A.G. Corten als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 28 juni 2011.