ECLI:NL:RBROE:2011:BQ3504
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.C.M. Bomans
- Rechtspraak.nl
Vordering tot vernietiging van convenant in huwelijksgoederengemeenschap
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 11 mei 2011 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiser] en [gedaagde] betreffende de vernietiging van een convenant in het kader van een huwelijksgoederengemeenschap. De rechtbank heeft vastgesteld dat [eiser] geen belang heeft bij zijn vordering tot vernietiging van het convenant, omdat partijen gebonden zijn aan de onherroepelijke beschikking van 8 april 2009, waarin de verdeling conform het convenant is vastgesteld. De rechtbank heeft eerder, in een tussenvonnis van 16 februari 2011, partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over het voornemen om [eiser] niet ontvankelijk te verklaren in zijn vordering. Na de beoordeling van de ingediende stukken en de argumenten van beide partijen, concludeert de rechtbank dat de vernietiging van het convenant niet leidt tot een andere uitkomst, aangezien de beschikking van 8 april 2009 nog steeds van kracht is.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de juridische vraagstukken van dwaling, zoals genoemd in artikel 3:196 van het Burgerlijk Wetboek, en de valsheid van stukken, zoals genoemd in artikel 382 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, niet met elkaar vergeleken kunnen worden. De rechtbank benadrukt dat het volgen van twee afzonderlijke procedures in dit geval in strijd is met de goede procesorde. Uiteindelijk heeft de rechtbank [eiser] niet ontvankelijk verklaard in zijn vorderingen en hem veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van [gedaagde] zijn begroot op EUR 941,00. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. D.C.M. Bomans.