ECLI:NL:RBROE:2011:BQ3192
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.C.M. Bomans
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling en opschorting in bouwcontract geschil
In deze zaak vorderde Peter Wilhelmus Marie Broekmans, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Bouwservice Roggel B.V., betaling van een bedrag van EUR 23.568,00 van de gedaagden in conventie, die tevens eisers in reconventie waren. De vordering was gebaseerd op onbetaalde facturen voor werkzaamheden die door Bouwservice Roggel B.V. waren uitgevoerd. De rechtbank Roermond oordeelde dat de gedaagden in conventie niet aan hun verplichtingen hadden voldaan, omdat zij de betaling hadden opgeschort met de stelling dat er geen oplevering had plaatsgevonden in week 29 van 2008, zoals overeengekomen in de bouwovereenkomst. De rechtbank stelde vast dat de oplevering wel degelijk had plaatsgevonden en dat de gedaagden niet hadden aangetoond dat de werkzaamheden niet naar behoren waren uitgevoerd.
De rechtbank overwoog dat de gedaagden in conventie niet aan hun stelplicht hadden voldaan met betrekking tot hun claim dat de oplevering niet tijdig had plaatsgevonden. De rechtbank wees de vordering van de gedaagden in reconventie af, waarin zij herstel van tekortkomingen in het werk eisten, omdat Bouwservice Roggel B.V. inmiddels in staat van faillissement was verklaard. De rechtbank oordeelde dat de gedaagden in conventie als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moesten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de curator werden begroot op EUR 1.762,89, en de rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
De beslissing van de rechtbank was dat de gedaagden in conventie hoofdelijk moesten betalen aan de curator, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 11 juni 2010. De rechtbank wees ook de vorderingen van de gedaagden in reconventie af, inclusief hun verzoek om vergoeding van expertise kosten, omdat deze niet als redelijke kosten konden worden aangemerkt. Het vonnis werd uitgesproken op 27 april 2011.