ECLI:NL:RBROE:2011:BP4831

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
9 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
2009048873-1
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzoek ex artikel 36 Sv in strafzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 9 februari 2011 uitspraak gedaan over een verzoek van verzoeker, geboren in 1992 en domicilie kiezende te Venlo, om de strafzaak tegen hem, die was geseponeerd, te beëindigen op grond van artikel 36 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Het verzoek was ingediend door de raadsman van verzoeker op 23 november 2010 en later ook door verzoeker zelf op 20 januari 2011. De rechtbank oordeelde dat de ontvankelijkheid van het verzoek alleen aan de orde kan zijn indien er belanghebbenden zijn die eventueel een beklag ex artikel 12 Sv kunnen indienen. In dit geval was er een belanghebbende, Woningstichting Venlo-Blerick, maar deze was niet opgeroepen voor de zitting. De rechtbank concludeerde dat er geen beklagprocedure ex artikel 12 Sv zou worden ingediend, omdat de woning van de belanghebbende inmiddels gesloopt zou zijn.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de strafzaak tegen verzoeker op 24 september 2009 was geseponeerd. Aangezien verzoeker niet was verschenen op de zitting, heeft de rechtbank alleen het verzoek van verzoeker zelf in overweging genomen. De raadsman stelde dat verzoeker belang had bij het verzoek, omdat bij toewijzing van het verzoek belanghebbenden geen beklag meer konden indienen. De officier van justitie stelde echter dat de zaak reeds was geëindigd en dat verzoeker daarom niet-ontvankelijk verklaard diende te worden.

De rechtbank oordeelde dat, in overeenstemming met eerdere jurisprudentie, de sepotmededeling de zaak deed eindigen in de zin van artikel 89 Sv. De rechtbank concludeerde dat er geen rechtens te respecteren belang meer bestond voor verzoeker, en verklaarde hem niet-ontvankelijk in zijn verzoek. De beschikking werd gegeven door kinderrechter mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, in tegenwoordigheid van griffier J.H.J. van Daal, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK ROERMOND
Sector Civiel, Familieunit
Proces-verbaalnummer : 2009048873-1
Kenmerk : 10/1394
Beschikking van de rechtbank Roermond, op het verzoekschrift ex artikel 36 van het Wetboek van Strafvordering van de gewezen verdachte:
[verzoeker],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992,
domicilie kiezende te 5913 AN Venlo, Burgemeester Van Rijnsingel 20, ten kantore van diens raadsman, mr. A.B.E. van Kan,
hierna te noemen: verzoeker.
Feiten.
De strafzaak tegen verzoeker is blijkens mededeling van de officier van justitie te Roermond van 24 september 2009 geseponeerd.
Bij verzoek ingekomen op 23 november 2010 heeft de raadsman van verzoeker verzocht om de strafzaak tegen verzoeker, bekend onder het bovenvermelde proces-verbaalnummer, geëindigd te verklaren overeenkomstig het bepaalde in artikel 36 Sv.. Dit verzoek is door de raadsman van verzoeker ondertekend.
Op 20 januari 2011 heeft de rechtbank een identiek verzoek, nu ondertekend door verzoeker zelf, via de raadsman van verzoeker ontvangen.
Nu een verzoek als het onderhavige alleen door verzoeker zelf kan worden ingediend, zal de rechtbank alleen acht slaan op het door verzoeker ingediende verzoek.
De rechtbank heeft op 26 januari 2011 de officier van justitie en mr. A.B.E. van Kan, gehoord.
Verzoeker, alhoewel behoorlijk opgeroepen, is niet verschenen.
De standpunten van verzoeker en de officier van justitie.
De raadsman heeft aangegeven dat verzoeker belang heeft bij het verzoek omdat bij toewijzing van het verzoek eventuele belanghebbenden geen beklag ex artikel 12 Sv meer kunnen indienen bij het gerechtshof.
De officier van justitie heeft aangegeven dat de zaak, blijkens de aan verzoeker toegezonden sepotbrief d.d. 24 september 2010 reeds is geëindigd. Verzoeker dient daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Beoordeling.
Met de rechtbank Amsterdam (LJN BI 2606, uitspraak 28 april 2009) is de rechtbank van oordeel dat de sepotmededeling een zaak doet eindigen in de zin van artikel 89 Sv.
Het ligt in de rede het verzoek, een zaak geëindigd te beschouwen welke zaak reeds geëindigd is, niet-ontvankelijk te verklaren. Dat is slechts anders indien er bij het verzoek ex artikel 36 Sv. nog enig rechtens te respecteren belang bestaat. Namens verzoeker is aangegeven dat zulk een belang in casu bestaat, in die zin dat door een beëindiging ex artikel 36 Sv. belanghebbenden geen mogelijkheid meer hebben om een beklag te doen ex artikel 12 Sv. De rechtbank is van oordeel dat gelet op samenhang tussen artikel 36 Sv en artikel 12l, lid 1 Sv de wetgever met het bepaalde in artikel 36 ook oog heeft gehad voor de onzekerheid waarin een persoon verkeert zolang hij onwetend is of een belanghebbende beklag ex artikel 12 Sv zal doen. Nu artikel 36 Sv zich ook uitstrekt tot dit belang komt de rechtbank tot het oordeel dat een verzoek ex artikel 36 Sv mogelijk ook ontvankelijk is als een zaak reeds door mededeling van de officier van justitie geseponeerd en daardoor geëindigd is.
De ontvankelijkheid van het verzoek kan slechts aan de orde zijn indien er belanghebbenden zijn die eventueel een beklag ex artikel 12 Sv. kunnen doen en slechts voor zover die belanghebbenden, ter zitting gehoord, aangegeven hebben het doen van beklag te overwegen.
In het onderhavige geval is er weliswaar een belanghebbende te onderkennen en wel Woningstichting Venlo-Blerick te Venlo. Belanghebbende is niet opgeroepen voor deze zitting. De rechtbank is echter van oordeel dat mevrouw [X] van voornoemde woningstichting, desgevraagd aan de politie d.d. 18 mei 2009 heeft laten weten dat de woning binnen 2 weken zou worden gesloopt. De rechtbank is van oordeel dat er nu, ruim anderhalf jaar later, geen beklagprocedure ex art. 12 Sv. zal worden ingediend. De rechtbank zal verzoeker niet-ontvankelijk verklaren in zijn verzoek, omdat hij daarbij geen belang heeft.
Op grond van de voorgaande overwegingen beslist de rechtbank als volgt.
BESLISSING
De rechtbank:
- verklaart verzoeker niet-ontvankelijk.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, kinderrechter, in tegenwoordigheid van J.H.J. van Daal, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 februari 2011.