4. Overwegingen van de rechtbank
De beslissing van de rechtbank waarbij de TBS voorwaardelijk werd beëindigd is op 15 december 2010 onherroepelijk geworden. Nu er nog geen andere huisvesting voor [ter beschikking gestelde] voorhanden was, heeft de kliniek aangeboden dat [ter beschikking gestelde] nog 3 weken in [instelling] mocht verblijven en de kliniek als uitvalsbasis mocht gebruiken voor het zoeken naar huisvesting, het aanvragen van een sociale zekerheidsuitkering en andere formaliteiten.
Vrijdag 17 december 2010 heeft het eerste gesprek tussen [ter beschikking gestelde] en de reclasseringswerker de heer [naam] van [reclassering] plaatsgevonden. In dat gesprek zijn de door de rechtbank opgelegde voorwaarden besproken. De afgesproken gedragsregels zijn door [ter beschikking gestelde] voor akkoord ondertekend. [ter beschikking gestelde] heeft tijdens dat gesprek gevraagd of hij de kerstdagen bij zijn ouders in [plaats] mocht doorbrengen. Volgens [ter beschikking gestelde] heeft de heer [naam] hem op maandag 20 december 2010 laten weten dat het adres van zijn ouders door de reclassering was gecontroleerd en goedgekeurd, dat hij van de reclassering de kerstdagen bij zijn ouders mocht doorbrengen, maar dat volgens de reclassering de kliniek het ook moest goedkeuren. De heer [naam] geeft aan dat dit gesprek maandag 20 of dinsdag 21 december 2010 heeft plaatsgevonden en dat hij daarbij heeft aangetekend dat hij op woensdag 23 december 2010 een gesprek met de kliniek over deze kwestie zou hebben.
Die maandagavond is er een misverstand tussen [ter beschikking gestelde] en een van de begeleidsters in de kliniek. [ter beschikking gestelde] attendeert deze begeleidster dat de telefoon afgaat in het kantoor ([ter beschikking gestelde] en een aantal patiënten wachten op de bezorging van een bestelde maaltijd waarbij een telefoontje dan een teken is dat deze bezorgd is). Deze begeleidster reageert geïrriteerd omdat zij gestoord wordt in een gesprek. [ter beschikking gestelde] stelt dat hij niet wist dat deze begeleidster in gesprek was en voorts dat zij de enige begeleider was die op dat moment op de afdeling was en aangesproken kon worden. De irritatie liep vervolgens over en weer enigszins op, waarna [ter beschikking gestelde] zich terugtrok op zijn kamer. Diezelfde avond is een en ander uitgepraat. De kliniek betitelt dit gebeuren als een incident. De rechtbank acht deze term voor dit voorval, dat eigenlijk geen naam mag hebben, te zwaar beladen.
[ter beschikking gestelde] stelt in de veronderstelling te zijn geweest dat hij toestemming had om naar zijn ouders te gaan en heeft die avond besloten om de volgende dag 21 december 2010 al op bezoek naar zijn ouders te gaan. Op 22 december wilde hij dan weer terug omdat hij een afspraak in [plaats] had. Dit voornemen om naar zijn ouders te gaan heeft hij besproken met de in de kliniek aanwezige begeleiders die hem nog geholpen hebben met het opzoeken van openbaar vervoer informatie. Gesteld noch gebleken is dat iemand in de kliniek hem er op gewezen heeft dat het verstandig zou zijn een en ander uitdrukkelijk met de reclassering kort te sluiten.
De kliniek stelt dat [ter beschikking gestelde] over zijn voorgenomen vertrek op 21 december 2010 geen melding bij de reclassering heeft gemaakt en dit ook niet heeft besproken met het hoofd behandeling en/of maatschappelijk werker in de kliniek. Gelet daarop meldt de kliniek op 21 december 2010 aan [ter beschikking gestelde] dat de kliniek het vrijwillig verblijf van [ter beschikking gestelde] in de kliniek staakt en dat hij zich verder met de reclassering moet verhouden.
De reclassering stelt dat [ter beschikking gestelde] zijn besluit om voortijdig naar zijn ouders af te reizen eenzijdig heeft genomen, namelijk zonder voorafgaande toestemming van de reclassering en tegen de adviezen van de kliniek in.
Daarnaast neemt de reclassering het [ter beschikking gestelde] kwalijk dat hij in een telefoongesprek op 21 december 2010 met de heer [naam] van de reclassering niet heeft gemeld dat hij die dag naar [plaats] was gegaan. Door [ter beschikking gestelde] wordt echter stellig ontkend dat hij op 21 december 2010 met de reclassering heeft gesproken. De rechtbank houdt het ervoor dat de stelling van de reclassering dienaangaande mogelijk berust op een vergissing. De heer [naam] heeft verklaard dat hij of maandag 20 december of dinsdag 21 december aan [ter beschikking gestelde] heeft gemeld dat het adres van zijn ouders in beginsel was goedgekeurd. De heer [naam], maatschappelijk werker van de kliniek, heeft verklaard dat hij de heer [naam] op dinsdag 21 december niet te pakken kreeg, waarna hij een mail gestuurd heeft, hetwelk bevestigd wordt door [naam] zelf die zegt dat hij pas woensdag 22 december de mail van de kliniek over het vertrek van [ter beschikking gestelde] onder ogen kreeg, waarna hij de terugmelding naar de officier van justitie heeft gedaan.