ECLI:NL:RBROE:2010:BO2565
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van huwelijksgoederengemeenschap en inleidende processtukken
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 11 augustus 2010 uitspraak gedaan in een verzoekschrift dat op 2 juni 2010 was ingediend door de verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. B.T.M. de Kinkelder. De verzoekster vroeg om de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap op de door haar voorgestelde wijze. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat, tenzij in het kader van een echtscheidingsprocedure om verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap wordt gevraagd als nevenvoorziening, de procedure tot verdeling van een huwelijksgoederengemeenschap als zelfstandige vordering door een dagvaarding dient te worden ingeleid. Dit oordeel is gebaseerd op de relevante artikelen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, met name artikel 261 lid 2 en artikel 677, die de inleiding van procedures en de aard van de vorderingen beschrijven.
De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te spreken over dit voorshands oordeel binnen vier weken na de datum van de uitspraak. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan totdat partijen hun standpunten hebben toegelicht. Dit besluit is genomen in het kader van de procedure en benadrukt het belang van de juiste processtukken bij het indienen van een verzoek tot verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. R. Kluin, die de beschikking heeft gegeven.