ECLI:NL:RBROE:2010:BO2565

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
11 augustus 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
101872 / FA RK 10-904
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van huwelijksgoederengemeenschap en inleidende processtukken

In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 11 augustus 2010 uitspraak gedaan in een verzoekschrift dat op 2 juni 2010 was ingediend door de verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. B.T.M. de Kinkelder. De verzoekster vroeg om de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap op de door haar voorgestelde wijze. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat, tenzij in het kader van een echtscheidingsprocedure om verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap wordt gevraagd als nevenvoorziening, de procedure tot verdeling van een huwelijksgoederengemeenschap als zelfstandige vordering door een dagvaarding dient te worden ingeleid. Dit oordeel is gebaseerd op de relevante artikelen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, met name artikel 261 lid 2 en artikel 677, die de inleiding van procedures en de aard van de vorderingen beschrijven.

De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te spreken over dit voorshands oordeel binnen vier weken na de datum van de uitspraak. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan totdat partijen hun standpunten hebben toegelicht. Dit besluit is genomen in het kader van de procedure en benadrukt het belang van de juiste processtukken bij het indienen van een verzoek tot verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. R. Kluin, die de beschikking heeft gegeven.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ROERMOND
Sector civielrecht
zaaknummer / rekestnummer: 101872 / FA RK 10-904
Beschikking van 11 augustus 2010
in de zaak van
[verzoekster],
wonende te [woonplaats],
verzoekster,
advocaat mr. B.T.M. de Kinkelder
en
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
verweerder,
advocaat mr. J.M.G. Cox.
1. De beoordeling
1.1. Bij verzoekschrift binnengekomen bij deze rechtbank op 2 juni 2010 heeft verzoekster verzocht om verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap op de door haar voorgestelde wijze.
1.2. De rechtbank is voorshands van oordeel dat, tenzij in het kader van een echtscheidingsprocedure verdeling van een huwelijksgoederengemeenschap wordt gevraagd als nevenvoorziening, de procedure tot verdeling van een huwelijksgoederengemeenschap als zelfstandige vordering door een dagvaarding dient te worden ingeleid. Dit gelet op het feit - in samenhang met art. 261 lid 2 Rv waarin is bepaald dat enkel die zaken met een verzoekschrift worden ingeleid ten aanzien waarvan dit uit de wet voortvloeit - dat in art. 677 Rv, hetgeen handelt over de verdeling van gemeenschappen, wordt gesproken over ‘het vonnis’ en ‘de vordering’.
1.3. De rechtbank komt het geraden voor om partijen eerst in de gelegenheid te stellen zich uit te spreken over het voorshands oordeel van de rechtbank dat een zelfstandige vordering tot verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap enkel bij dagvaarding kan worden ingeleid. Indien de rechtbank, na de – eventuele – uitlatingen van partijen bij haar voorshands oordeel blijft dat verzoekster het verkeerde inleidende processtuk heeft gehanteerd, dan dient te worden gehandeld in overeenstemming met het bepaalde in art. 69 Rv.
2. De beslissing
De rechtbank
2.1. stelt partijen in de gelegenheid zich uit te laten over het voorshands oordeel van de rechtbank binnen vier weken te rekenen vanaf de datum van deze uitspraak,
2.2. houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. R. Kluin en in het openbaar uitgesproken op 11 augustus 2010.?