ECLI:NL:RBROE:2010:BN7983

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
23 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
102972 / KG ZA 10-168
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot opheffing communicatiebeperking opgelegd door de gemeente Peel en Maas

In deze zaak vorderden eisers, [eiser 1] en [eiseres 2], beiden wonende te [woonplaats], de opheffing van een communicatiebeperking die door de gemeente Peel en Maas was opgelegd. De gemeente had deze beperking ingesteld omdat zij geconfronteerd werd met een toenemend aantal verzoeken, klachten en procedures van eisers, wat leidde tot een onevenredige belasting van de ambtelijke organisatie. De gemeente besloot daarom om uitsluitend schriftelijk met eisers te communiceren. Eisers stelden dat er geen juridische grondslag voor deze beperking bestond en dat deze onrechtmatig was. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente in beginsel gehouden is om haar publieke taken naar behoren uit te voeren en dat een communicatiebeperking in beginsel onrechtmatig is. Echter, de rechter overwoog dat de gemeente mogelijk haar bevoegdheid niet misbruikte, gezien het gedrag van eisers, dat aanleiding gaf tot de beperking. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was om de communicatiebeperking op te heffen, aangezien de gemeente nog steeds op alle klachten en verzoeken van eisers reageerde. De vorderingen van eisers werden afgewezen en de proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken op 23 september 2010.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ROERMOND
Sector civielrecht
zaaknummer / rolnummer: 102972 / KG ZA 10-168
Vonnis in kort geding van 23 september 2010
in de zaak van
1. [eiser 1],
2. [eiseres 2],
beiden wonende te [woonplaats],
eisers,
advocaat mr. H.M.J. Offermans te Roermond,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE PEEL EN MAAS,
zetelend te Panningen,
gedaagde,
vertegenwoordigd door mevrouw mr. V. Snijders-van den Beuken, de heer [M], mevrouw [S].
Partijen zullen hierna [eisers] en gemeente Peel en Maas genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met bijlagen
- het verweerschrift
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eisers].
1.2. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eisers] bezwaar gemaakt tegen het deel uitmaken van de bijlagen bij het verweerschrift van de processtukken, omdat deze niet op voorhand aan haar zijn toegestuurd en stelt dat dit in strijd is met de procesorde en de bijlagen bovendien onvolledig zijn. De gemeente Peel en Maas erkent dat zij het verweerschrift met bijlagen niet op voorhand aan [eisers] heeft toegestuurd. De voorzieningenrechter zal de bijlagen bij het verweerschrift dan ook buiten beschouwing laten.
1.3. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Bij brief van 2 februari 2010 (uitgereikt aan [eisers] op 22 februari 2010) heeft de gemeente Peel en Maas het volgende aan [eisers] medegedeeld:
"Onze gemeente is in de afgelopen periode in toenemende mate geconfronteerd met uw mondelinge verzoeken, meldingen, aandachtspunten, klachten, wettelijke aanvragen, bezwaarschriften en gerechtelijke procedures waardoor een onevenredig beslag op onze ambtelijke en bestuurlijke organisatie wordt gelegd. De beantwoording van al uw informatieve vragen e.d., officiële aanvragen en bezwaarschriften vergt zoveel tijd dat de reguliere werkzaamheden onder grote druk zijn komen te staan.
Hierdoor zijn wij genoodzaakt om onze communicatie met u anders vorm te geven en dat wil zeggen dat wij besloten hebben om in het vervolg uitsluitend schriftelijk met u te communiceren. U kunt al uw vragen, opmerkingen, bezwaren en klachten schriftelijk bij ons neerleggen. Met schriftelijk bedoelen wij per brief, niet per fax of e-mail. Wij zullen binnen drie weken schriftelijk antwoorden op uw concrete zakelijke vragen.
Aanvragen in het kader van de bijzondere bijstand en de minimaregelingen moeten door u op de daarvoor bestemde formulieren worden gedaan. Daarbij moet u per aanvraag een formulier gebruiken. Dit geldt ook voor de aanvragen die u, als gemachtigde, namens uw dochter doet.
Bezwaren en klachten worden binnen de in de wet gestelde termijnen afgehandeld. Door het opleggen van deze maatregel wordt u niet beperkt in uw rechtsbeschermingmogelijkheden. U kunt zich te allen tijde schriftelijk tot ons wenden.
Wij betreuren het dat uw gedrag deze maatregel noodzakelijk maakt."
2.2. [eisers] heeft op 26 maart 2010 bezwaar gemaakt tegen voornoemde communicatiebeperking. Het bezwaar is op 19 april 2010 niet-ontvankelijk verklaard. Het door [eisers] ingestelde beroep bij deze rechtbank, sector bestuursrecht, is op 7 juli 2010 ongegrond verklaard, nu geen sprake is van een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht.
2.3. Het bezwaarschrift is door de gemeente Peel en Maas als klacht behandeld. Bij brief van 17 mei 2010 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas de klacht ongegrond verklaard.
3. Het geschil
3.1. [eisers] vordert samengevat - de gemeente Peel en Maas te veroordelen om het communicatieverbod, althans de beperkingen in de communicatie op te heffen op straffe van een dwangsom met veroordeling van de gemeente Peel en Maas in de proceskosten.
3.2. De gemeente Peel en Maas voert verweer.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. [eisers] stelt dat er geen feitelijke en juridische grondslag bestaat voor de communicatiebeperking en dat deze onmiddellijk moet worden opgeheven omdat deze onrechtmatig is. Daarnaast betwist [eisers] dat zij zich schuldig maken aan onrechtmatig handelen jegens de gemeente, hetgeen een contactverbod met een overheidsorgaan zou kunnen rechtvaardigen.
4.2. De gemeente Peel en Maas stelt gemotiveerd dat het aantal contactmomenten, de manier van het opnemen van contact en de aard van de contacten aanleiding hebben gegeven tot het opleggen van de communicatiebeperking. De gemeente Peel en Maas heeft uitgebreid verweer gevoerd. Als productie 14 en 15 bij dagvaarding zijn overzichten (met commentaar van de betreffende ambtenaren en handgeschreven commentaren van [eisers]) overgelegd van de contactmomenten tussen partijen gedurende de periode februari 2009 tot en met april 2010. De voorzieningenrechter begrijpt de stellingen van de gemeente Peel en Maas aldus dat zij haar (mogelijk onrechtmatig) handelen rechtvaardigt door het standpunt in te nemen dat het (mogelijke onrechtmatig) gedrag van [eisers] daartoe aanleiding heeft gegeven.
4.3. De voorzieningenrechter overweegt dat een voorlopige voorziening een ordenende functie heeft zolang de juiste rechtsverhouding tussen partijen door hen zelf, door de rechter of anderszins, nog niet definitief is vastgesteld. Verder geldt dat het verlenen van een spoedvoorziening afhankelijk is van de uitkomst van een beoordeling van de voorlopige merites van de zaak en van afweging van de belangen van partijen. Beide partijen hebben over en weer uitgebreid hun standpunten bepleit. Voorop staat dat een gemeente in beginsel gehouden is haar publieke taken naar behoren en conform de geldende voorschriften uit te voeren. Een gemeente dient dienstig te zijn naar haar burgers en haar op allerlei manieren (mondeling en schriftelijk) te woord staan. Indien een gemeente weigert te communiceren met een bepaalde burger of het communiceren beperkt is dat in beginsel onrechtmatig. Echter, in de wet is ook opgenomen dat degene aan wie een bevoegdheid toekomt, deze niet kan inroepen voor zover hij haar misbruikt. Indien er al vanuit dient te worden gegaan dat de gemeente Peel en Maas onrechtmatig heeft gehandeld door het opleggen van de communicatiebeperking, dan nog is het derhalve mogelijk dat de onrechtmatigheid kan wegvallen indien het gedrag van [eisers] daartoe aanleiding heeft gegeven. Gezien de frequentie en de aard van de contactmomenten, in het bijzonder het onweersproken feit dat de gemeente Peel en Maas regelmatig zeer uitgebreide ingewikkelde en onduidelijke faxen van [eisers] heeft ontvangen, hetgeen adequaat reageren door de gemeente Peel en Maas bemoeilijkt en het feit dat diverse aanvragen worden gedaan, zonder daartoe de daarvoor ontworpen formulieren te gebruiken, acht de voorzieningenrechter de door de gemeente opgelegde communicatiebeperking juist de geschikte maatregel in afwachting een definitief rechterlijk oordeel over de vraag of sprake is van een onrechtmatige (overheids)daad en zo ja, of sprake is van een rechtvaardigingsgrond. De voorzieningenrechter kan, gezien de verschillende lezingen van partijen, thans geen oordeel geven over vragen zoals die of partijen zich grievend jegens elkaar uitlaten, of het communicatieverbod alleen jegens mevrouw [eiseres 2] dient te gelden, aan wie het te wijten is dat bijvoorbeeld het re-integratietraject is mislukt, of over het te laat afhandelen van bezwaar of klachten en dergelijke. In dit kort geding is geen plaats voor een onderzoek naar voornoemde vragen.
4.4. Gelet op het voorgaande acht de voorzieningenrechter geen spoedeisend belang aanwezig om de communicatiebeperking op te heffen. Temeer ook omdat geen sprake is van een volledig contactverbod en slechts de manier van het contact opnemen wordt gereguleerd. Daarnaast is relevant dat de gemeente Peel en Maas blijft reageren op alle klachten, bezwaren, aanvragen en dergelijke van [eisers] en dat de gemeente Peel en Maas heeft aangegeven dat de communicatiemaatregel niet geldt indien mevrouw [eiseres 2] in haar hoedanigheid van lid van de adviesraad c.q. cliëntenraad de gemeente Peel en Maas benadert. De belangen van [eisers] worden derhalve naar het oordeel van de voorzieningenrechter voorshands voldoende gewaarborgd.
4.5. Nu geen van partijen in het ongelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.R.A. Timmermans-Vermeer en in het openbaar uitgesproken op 23 september 2010.?