ECLI:NL:RBROE:2010:BN2322
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verrekening van eigen risico in zorgverzekering
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Roermond op 20 juli 2010, heeft de naamloze vennootschap Delta Lloyd Zorgverzekering N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die in persoon procedeerde. De eiseres vorderde betaling van een bedrag van EUR 88,52, dat betrekking had op het resterende eigen risico van 2009 voor zorgkosten die door de medeverzekerde waren gemaakt. De gedaagde voerde verweer en stelde dat hij geen nota had ontvangen en dat de vordering onduidelijk was. De kantonrechter constateerde echter dat de gedaagde zijn eigen stelling tegensprak door te erkennen dat er op 16 juli 2009 een nota was ontvangen.
De kantonrechter beoordeelde de vordering en de argumenten van beide partijen. Het geschil betrof tandartskosten die door de zorgverzekeraar waren gedeclareerd. De kantonrechter stelde vast dat de gedaagde een zorgverzekeringsovereenkomst had gesloten met de eiseres en dat er een verplicht eigen risico van EUR 155,00 gold voor 2009. De kantonrechter oordeelde dat het resterende eigen risico van EUR 101,09 correct was verrekend met de kosten die onder de dekking van de zorgverzekering vielen.
De kantonrechter oordeelde dat de vordering van de eiseres toewijsbaar was en dat de gedaagde, als in het ongelijk gestelde partij, moest worden veroordeeld in de proceskosten. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de gedaagde onmiddellijk moest betalen, ondanks eventuele hoger beroep mogelijkheden. De beslissing omvatte ook een veroordeling tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten, die als redelijk en billijk werden beschouwd, conform het Rapport Voorwerk II.