ECLI:NL:RBROE:2010:BN1204
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning schadevergoeding voor onterecht ondergane vrijheidsbeneming in strafzaak
In deze zaak heeft de rechtbank Roermond op 14 juli 2010 uitspraak gedaan op een verzoekschrift van de gewezen verdachte, die een schadevergoeding van € 100.000,00 vroeg van de Staat wegens onterecht ondergane vrijheidsbeneming. De verdachte was in verzekering gesteld op 19 augustus 2008 en had te maken met voorlopige hechtenis, die eindigde op 27 november 2008. De zaak tegen hem was op 7 januari 2010 beëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. De officier van justitie stelde dat, ondanks de media-aandacht, de standaardvergoeding van € 9.045,00 voor immateriële schade van toepassing moest zijn, omdat de verdachte zelf ook publiciteit had gezocht. De rechtbank oordeelde echter dat de verdachte, die in een kleine gemeenschap woont, aanzienlijke schade had geleden door de negatieve publiciteit en de verdenkingen die op hem rustten. De rechtbank nam in overweging dat de burgemeester van Helden ten onrechte had verklaard dat de verdachte de dader was van de in de vordering tot inbewaringstelling vermelde feiten, wat zijn reputatie ernstig had aangetast. De rechtbank concludeerde dat er een causaal verband bestond tussen de inverzekeringstelling en de immateriële schade die de verdachte had geleden. Uiteindelijk werd de schadevergoeding vastgesteld op € 22.500,00, die door de Staat aan de verdachte moest worden betaald. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer bestaande uit drie rechters, met mr. L.P. Bosma als voorzitter.