ECLI:NL:RBROE:2010:BN0291
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot stiefouderadoptie en geslachtsnaamwijziging
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 7 juli 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot stiefouderadoptie van de minderjarige [belanghebbende] door de adoptant, die gehuwd is met de moeder van het kind. De vader van [belanghebbende], die gedetineerd is, heeft zich tegen het verzoek verzet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader de minderjarige heeft erkend en dat de moeder alleen het gezag over het kind heeft. De adoptant en de moeder hebben aangevoerd dat zij samen met [belanghebbende] en hun andere kinderen een gezin vormen en dat [belanghebbende] er last van heeft dat hij een andere achternaam heeft dan de rest van het gezin. De vader heeft echter aangegeven in de toekomst een rol in het leven van [belanghebbende] te willen spelen en heeft zijn tegenspraak niet als misbruik van zijn bevoegdheid aangemerkt.
De rechtbank heeft in haar overwegingen artikel 228 van het Burgerlijk Wetboek betrokken, dat de mogelijkheden voor de rechter schetst om voorbij te gaan aan de tegenspraak van de ouder. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de standpunten van de vader en de adoptant en de moeder lijnrecht tegenover elkaar staan. Ondanks de wens van de adoptant en de moeder om de adoptie te laten plaatsvinden, heeft de rechtbank geoordeeld dat het verzoek tot adoptie moet worden afgewezen. De rechtbank heeft daarbij benadrukt dat stiefouderadoptie een verstrekkende beslissing is en dat er met minder ingrijpende maatregelen, zoals een verzoek tot gezamenlijk gezag en geslachtsnaamwijziging, de belangen van [belanghebbende] beter gediend kunnen worden. De rechtbank heeft uiteindelijk het verzoek tot adoptie en de geslachtsnaamwijziging afgewezen, met de overweging dat de familierechtelijke band tussen de vader en de minderjarige niet definitief mag worden verbroken zonder dat daar voldoende aanleiding voor is.