RECHTBANK ROERMOND
Sector kanton
Zaaknummer: 257775 \ CV EXPL 09-4408
Vonnis van de kantonrechter te Venlo d.d. 28 april 2010
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Nederlandse Energie Mij B.V., gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: Kuik & Partners Gerechtsdeurwaarders,
[gedaagde], wonende te [woonplaats] aan de [adres],
gedaagde,
procederende in persoon.
1. Het verloop van de procedure
1.1. Dit blijkt uit de navolgende stukken:
• de inleidende dagvaarding van eiseres met twee producties.
• het schriftelijk antwoord van gedaagde met bijlagen.
• het tussenvonnis van 16 december 2009, waarbij een comparitie van partijen is bevolen die heeft plaatsgehad op 26 maart 2010. Van deze zitting is geen proces-verbaal opgemaakt.
• de door partijen voorafgaand aan de zitting overgelegde producties.
1.2. De zaak is tenslotte op vonnis gesteld. De kantonrechter heeft de uitspraak daarvan bepaald op heden.
2.1. Eiseres is een online energieleverancier die met behulp van internet haar diensten en producten aanbiedt.
2.2. Eiseres heeft met gedaagde een overeenkomst gesloten terzake van levering van energie en gas. Er heeft ook daadwerkelijk levering van energie en gas op het adres van gedaagde plaatsgevonden.
3. De vordering van eiseres
3.1. Eiseres vordert in deze procedure betaling van een bedrag van EUR 486,82, te vermeerderen met de wettelijke rente over EUR 327,38 vanaf 6 oktober 2009 tot aan de dag der algehele voldoening, hoofdsom en rente tezamen een bedrag van EUR 5.000,00 niet te boven gaand en veroordeling van gedaagde in de kosten van dit geding.
3.2. Eiseres heeft aan haar vordering onder meer – kort en zakelijk weergegeven – het navolgende ten grondslag gelegd.
3.3. De onderhavige overeenkomst tussen partijen is telefonisch tot stand gekomen en eiseres beschikt over een geluidsfragment waaruit dit blijkt. Na het sluiten van de overeenkomst wordt een bevestigingsbrief verstuurd, waarin de mogelijkheid wordt geboden om de overeenkomst binnen een termijn van zeven dagen zonder opgave van redenen te ontbinden.
3.4. Tussen partijen is overeengekomen dat gedaagde maandelijks een voorschotnota dient te voldoen. Het jaarlijks werkelijke verbruik van energie en gas zal worden vastgesteld aan de hand van meterstanden. Gedaagde dient deze meterstanden aan eiseres door te geven.
3.5. Gedaagde heeft een achterstand laten ontstaan in de voorschotbetalingen. Ondanks herhaalde pogingen daartoe heeft eiseres geen betaling van de openstaande vordering verkregen. Eiseres heeft daarop haar vordering ter incasso uit handen gegeven.
3.6. Gedaagde stelt dat hij de overeenkomst per e-mail heeft geannuleerd. Eiseres heeft de op 23 februari 2009 telefonische afgesloten overeenkomst bij brief van 12 maart 2009 schriftelijk bevestigd. Eiseres ontving pas op 19 maart 2009 een e-mail waarin gedaagde de overeenkomst annuleerde. De termijn van zeven dagen was echter al op 5 maart 2009 verstreken. Er is derhalve een rechtsgeldige overeenkomst tot stand gekomen.
4. Het verweer van gedaagde
4.1. Gedaagde heeft verweer gevoerd tegen de vordering en heeft daarbij onder meer – eveneens kort en zakelijk samengevat – het volgende naar voren gebracht.
4.2. Gedaagde is telefonisch door eiseres benaderd met de vraag over te stappen op eiseres als energieleverancier, hetgeen gedaagde een besparing zou opleveren van 25 tot 30% op jaarbasis. Gedaagde is op het aanbod ingegaan.
4.3. Na ontvangst van de bevestiging is gedaagde tot de conclusie gekomen dat er slechts besparing was van EUR 150,00 per jaar. Een en ander was voor gedaagde aanleiding de overeenkomst te annuleren. Gedaagde heeft daartoe tot vier maal toe een mail gestuurd naar eiseres. Pas bij de vierde poging ging gedaagde er van uit dat de mail verzonden was.
4.4. Gedaagde heeft een dag later nog contact met eiseres gehad en gedaagde heeft andermaal aangegeven de overeenkomst te willen ontbinden. De medewerker van eiseres zou hiervan een aantekening maken. Gedaagde is er vanuit gegaan dat de zaak daarmee geregeld was. Getuige van het telefoongesprek was een collega van gedaagde, de heer Terko Hoeks.
4.5. Gedaagde is vervolgens door eiseres benaderd teneinde facturen te voldoen. Gedaagde stelt zich evenwel op het standpunt dat hij niets meer verschuldigd is, nu hij op de juiste manier heeft opgezegd.
5. Het oordeel van de kantonrechter
5.1. De kantonrechter komt – gezien de stukken en gehoord partijen – tot de navolgende overwegingen.
5.2. De kantonrechter begrijpt dat gedaagde als meest verstrekkend verweer heeft aangevoerd dat hij de overeenkomst tijdig heeft geannuleerd.
5.3. De kantonrechter overweegt dienaangaande het navolgende. Eiseres heeft voorafgaand aan de zitting nadere producties in het geding gebracht, waaronder een reactie op het verweer van gedaagde. Blijkens haar eigen stellingen (productie 1 van de nader overgelegde producties) heeft eiseres op 23 februari 2009 een telefonische overeenkomst met gedaagde gesloten. Eiseres heeft deze overeenkomst op 12 maart 2009 schriftelijk aan gedaagde bevestigd. Vervolgens heeft eiseres gesteld dat gedaagde de overeenkomst op 19 maart 2009 per e-mail heeft opgezegd.
5.4. Eiseres verbindt naar het oordeel van de kantonrechter aan deze gang van zaken de onjuiste conclusie dat gedaagde niet tijdig heeft opgezegd. De kantonrechter heeft – daargelaten het verweer van gedaagde – te beoordelen of de vordering onrechtmatig of ongegrond is. Blijkens artikel 2 van de door eiseres toepasselijk geachte productvoorwaarden - die bij de nadere producties als productie 6 zijn overgelegd - geldt in casu een afkoelingsperiode van zeven werkdagen, welke termijn begint vanaf het moment van ontvangst van de bevestiging aanmelding. De afkoelingsperiode vangt aldus aan op 12 maart 2009 en eindigt dan op 20 maart 2009. Nu gedaagde op 19 maart 2009 heeft opgezegd, was dat binnen zeven werkdagen. De kantonrechter vat de “opzegging” op als een ontbinding van de overeenkomst.
5.5. Eiseres beroept zich op de datum 5 maart 2009 als uiterlijk tijdstip voor opzegging. Kennelijk is eiseres er van uitgegaan dat de afkoelingsperiode een aanvang neemt bij de totstandkoming van de overeenkomst, in dit geval op 23 februari 2009. Deze opvatting strookt echter niet met haar eigen productvoorwaarden.
5.6. Uit het vorenstaande volgt dat de kantonrechter het er voor houdt dat gedaagde de overeenkomst rechtsgeldig binnen de daarvoor geldende termijn heeft ontbonden. De vordering van eiseres dient dan ook te worden afgewezen. Eiseres zal in de kosten van deze procedure aan de kant van gedaagde gevallen worden veroordeeld.
6.1. Wijst de vordering af.
6.2. Veroordeelt eiseres in de kosten van deze procedure aan de kant van gedaagde gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op EUR 120,00.
6.3. Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.M. de Lange, kantonrechter, en ter openbare civiele terechtzitting op 28 april 2010 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.