ECLI:NL:RBROE:2010:BL7469
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling minderjarige na weigering Bureau Jeugdzorg
Op 2 maart 2010 vond de mondelinge behandeling plaats in de zaak van een minderjarige, die onder toezicht was gesteld van de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om verlenging van deze ondertoezichtstelling, nadat Bureau Jeugdzorg had besloten deze niet te verlengen. De kinderrechter, mr. J.J.M. Wassenberg, oordeelde dat de minderjarige in een loyaliteitsconflict verkeert door de houding van zijn ouders, wat zijn ontwikkeling bedreigt. De Raad stelde dat de minderjarige geen contact meer heeft met zijn moeder, wat schadelijk is voor zijn identiteitsontwikkeling. Ondanks dat de minderjarige en zijn vader niet mee willen werken aan de ondertoezichtstelling, concludeerde de kinderrechter dat deze maatregel noodzakelijk is om de ontwikkeling van de minderjarige te waarborgen.
De kinderrechter merkte op dat de huidige situatie ongewenst en ongezond is voor de minderjarige. De Raad had doelen geformuleerd voor communicatie tussen alle betrokkenen, met als doel de betrokkenheid van beide ouders bij de minderjarige te waarborgen. De kinderrechter besloot de ondertoezichtstelling met één jaar te verlengen, omdat de gronden hiervoor nog steeds aanwezig waren. De beslissing werd genomen in het belang van de minderjarige, die in zijn verdere ontwikkeling bedreigd wordt als hij verstoken blijft van contact met zijn moeder. De kinderrechter benadrukte dat het essentieel is dat de minderjarige met beide ouders een relatie kan onderhouden, en dat de gezinsvoogden een dwingender benadering moeten kiezen om in gesprek te komen met de minderjarige.