ECLI:NL:RBROE:2010:BL0515
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter in bestuursrechtelijke zaken zonder nieuwe feiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 20 januari 2010 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van rechter mr. Z, ingediend door de heer X als gemachtigde van de heren Y en Q. Dit verzoek was een herhaling van een eerder verzoek dat op 2 november 2009 door de wrakingskamer was afgewezen. De verzoekers, Y en Q, waren betrokken in bestuursrechtelijke zaken tegen de raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank. In hun brief van 18 januari 2010 gaven zij aan dat zij geen vertrouwen hadden in mr. Z en vroegen om een andere rechter voor de voortzetting van de behandeling van hun zaken.
De rechtbank oordeelde dat het verzoek tot wraking niet in behandeling kon worden genomen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren gepresenteerd die na het eerdere verzoek aan de verzoekers bekend waren geworden. De wrakingskamer concludeerde dat het verzoek een herhaling was van het eerdere verzoek en dat er geen grond was om het opnieuw te behandelen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en de rechtbank bevestigde dat de procedure voortgezet zou worden met mr. Z, ondanks het gebrek aan vertrouwen van de verzoekers.
Deze uitspraak benadrukt het belang van nieuwe feiten bij een wrakingsverzoek en de noodzaak voor verzoekers om substantiële redenen aan te voeren voor een wraking. De rechtbank heeft de verzoekers in hun verzoek niet kunnen volgen en heeft de zaak gesloten.