ECLI:NL:RBROE:2010:3964
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Th.M. Schelfhout
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vaststelling en invordering eigen bijdrage voor Zorg met Verblijf in het kader van de AWBZ
In deze zaak gaat het om een beroep tegen de vaststelling en invordering van de eigen bijdrage voor Zorg met Verblijf in het kader van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Eiser, die onder curatele is gesteld, heeft bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van de eigen bijdrage door het Centraal Administratiekantoor (CAK). De eigen bijdrage was in eerste instantie vastgesteld op € 61,68 per maand, maar werd later verhoogd naar € 232,82 per maand met terugwerkende kracht. Eiser betoogde dat deze terugwerkende kracht in strijd was met het rechtszekerheidsbeginsel en dat hij niet had kunnen voorzien dat de eigen bijdrage zou veranderen.
De rechtbank oordeelt dat de terugwerkende kracht van 19 maanden, die leidde tot een verviervoudiging van de eigen bijdrage, in strijd is met de rechtszekerheid. De rechtbank stelt vast dat verweerder, door de eigen bijdrage met terugwerkende kracht vast te stellen, de rechtszekerheid van eiser heeft geschonden. Hoewel eiser niet kon vertrouwen op de eerdere vaststelling, was de rechtbank van mening dat de wijziging van de eigen bijdrage met terugwerkende kracht niet redelijk was.
Verweerder heeft erkend dat er strijdigheid met de rechtszekerheid was en heeft daarom besloten om de helft van het navorderingsbedrag kwijt te schelden. De rechtbank concludeert dat verweerder in redelijkheid tot dit besluit heeft kunnen komen en dat de gedeeltelijke kwijtschelding de gevolgen van de vaststelling met terugwerkende kracht heeft gemitigeerd. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep tegen het besluit van 22 januari 2010 ongegrond, maar verklaart het beroep tegen het eerdere besluit van 17 november 2009 niet-ontvankelijk.