ECLI:NL:RBROE:2009:BK6437

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
14 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
04/850331-09
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van Roermondse overvallen met geweld

In de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van een overval in Roermond op 16 en 17 november 2008, heeft de rechtbank Roermond op 14 december 2009 uitspraak gedaan. De verdachte werd ervan beschuldigd samen met anderen een bedrag van 980,05 euro te hebben gestolen, waarbij geweld en bedreiging met geweld tegen het slachtoffer zouden zijn gebruikt. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gevoerd op verschillende data, waaronder 3 juli, 6 juli, 16 oktober en 30 november 2009.

De officier van justitie eiste op de laatste zitting dat het ten laste gelegde bewezen zou worden verklaard. Echter, na het bestuderen van de verklaringen in het dossier, waaronder die van de verdachte, medeverdachten en getuigen, kwam de rechtbank tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte betrokken was bij de overval. De verdachte ontkende zijn betrokkenheid en er waren geen sterke aanwijzingen die zijn betrokkenheid konden bevestigen.

De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij, het slachtoffer, beoordeeld. Deze had schadevergoeding geëist voor materiële en immateriële schade, maar omdat de verdachte niet werd veroordeeld, werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering. De rechtbank heeft uiteindelijk de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten en de vordering van de benadeelde partij afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ROERMOND
Sector strafrecht
Parketnummer : 04/850331-09
Datum uitspraak: 14 december 2009
Tegenspraak overeenkomstig artikel 279 Wetboek van Strafvordering
Vonnis van de rechtbank Roermond, meervoudige kamer voor strafzaken,
in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren [geboortedatum],
wonende te [adres].
1.Het onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 3 juli 2009 (voortgezet op 6 juli 2009), 16 oktober 2009 en 30 november 2009.
2.De tenlastelegging
De verdachte staat terecht ter zake dat:
hij in of omstreeks de periode van 16 november 2008 tot en met 17 november 2008 in de gemeente Roermond tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een bedrag aan geld van 980,05 EURO, in elk geval enig bedrag aan geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen genoemde [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond uit:
- het richten van een mes op deze [slachtoffer], in elk geval het tonen van een mes aan
deze [slachtoffer] en/of
- het duwen en/of vastpakken en/of trekken van/aan voornoemde [slachtoffer]
en/of
- het op dreigende toon tegen genoemde [slachtoffer] zeggen: "Loop naar achter loop naar
achter." en/of "Nergens op duwen nergens op duwen." en/of "Ga op de grond liggen ga op
de grond liggen." en/of "Mevrouw kijk me in de ogen.";
art. 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Voor zover in de tenlastelegging kennelijke schrijffouten of misslagen voorkomen, zijn die in deze weergave van de tenlastelegging door de rechtbank verbeterd. De verdachte is door deze verbetering, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, niet in de verdediging geschaad.
3.De geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is.
4.De bevoegdheid van de rechtbank
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen.
5.De ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen.
6.Schorsing der vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
7.Bewijsoverwegingen
7.1.Standpunten van de officier van justitie en de verdediging.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting van 30 november 2009 gevorderd dat
het ten laste gelegde zal worden bewezen verklaard.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde.
7.2.Vrijspraakoverwegingen van de rechtbank
De rechtbank acht op grond van de zich in het dossier bevindende verklaringen, waaronder de aangifte, de verklaringen van verdachte, medeverdachte en getuigen die tegenover de politie en de rechter-commissaris zijn afgelegd, niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Verdachte ontkent dat hij betrokken is geweest bij de overval. In de aangifte wordt gerelateerd dat de 3 overvallers Nederlands spraken met een Marokkaans accent.
[medeverdachte 1] heeft bekend dat hij deze overval heeft gepleegd samen met [medeverdachte 2] en [verdachte]. Voorts is er een de auditu verklaring van [medeverdachte 4], die bij de politie heeft verklaard dat hij van [medeverdachte 1] heeft gehoord dat [medeverdachte 3] één van de mededaders was. Bij de rechter-commissaris op 22 oktober 2009 als getuige ondervraagd, verklaart hij dat hij niet meer precies weet van wie hij dit gehoord heeft. Nu niet is vast te stellen wie de bron is waarop de getuigenverklaring van [medeverdachte 4] berust, acht de rechtbank deze verklaring niet bruikbaar voor het bewijs. Behalve de verklaring van [medeverdachte 1] bevat het dossier verder geen aanknopingspunten voor het bewijs dat het ook daadwerkelijk verdachte is geweest die bij deze overval betrokken is geweest.
8. De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer], wonende te [adres], heeft een vordering benadeelde partij ingediend met betrekking tot de als gevolg van het hiervoor onder parketnummer 04/850331-09 ten laste gelegde feit geleden materiële schade en immateriële schade.
[slachtoffer] voornoemd heeft de materiële schade op een bedrag van € 2.700,-- en de immateriële schade op een bedrag van € 2.000,-- gesteld, en wil die schades vergoed krijgen.
Aangezien aan de vordering een feitencomplex ten grondslag ligt waarvoor verdachte niet zal worden veroordeeld, dient de benadeelde partij niet ontvankelijk in haar vordering te worden verklaard.
9. Beslissing
De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij [slachtoffer], [adres] niet-ontvankelijk in haar vordering.
Vonnis gewezen door mrs. C.A.M. Schaap-Meulemeester, M.I.J. Hegeman en M.J.H.
van den Hombergh, rechters, van wie mr. M.I.J. Hegeman voorzitter, in
tegenwoordigheid van mr. E.A.C. Tolkamp-Gazenbeek als griffier en uitgesproken
ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 14 december 2009.