ECLI:NL:RBROE:2009:BK6396

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
9 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 09 / 1735
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening sloopvergunning gemeente Arcen en Velden

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Roermond op 9 december 2009 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een sloopvergunning die was verleend aan de gemeente Arcen en Velden. De vergunning betrof de sloop van twee woningen aan de Lingsforterweg te Arcen, die deel uitmaken van een voormalig marechausseecomplex. Verzoekers, die bezwaar hadden gemaakt tegen het besluit, vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen. De rechter heeft vastgesteld dat verzoekster 1, die op een afstand van 150 à 200 meter van de te slopen woningen woont, niet als belanghebbende kan worden aangemerkt, omdat zij geen zicht heeft op de locatie en dus niet rechtstreeks in haar belang wordt geraakt. De andere verzoeksters werden wel als belanghebbenden erkend.

De rechter heeft verder overwogen dat de gronden van verzoekers niet betrekking hebben op de weigeringsgronden van de Bouwverordening, en dat de aanvraag om de panden op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen niet kan leiden tot een besluit zoals bedoeld in de Awb, omdat de gemeente niet beschikt over een monumentenverordening. De voorzieningenrechter concludeert dat de beroepsgrond dat de sloop prematuur is, omdat er nog geen onherroepelijke bouwvergunning is, niet kan worden betrokken bij de beoordeling. Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat aan de vereisten van de Awb is voldaan, maar dat er geen beletselen zijn om het verzoek af te wijzen.

Uitspraak

RECHTBANK ROERMOND
Sector bestuursrecht
Procedurenummer: AWB 09 / 1735
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank als bedoeld in artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
inzake
[naam verzoekster 1] en [naam verzoeksters 2] te [woonplaats verzoeksters], verzoeker,
tegen
het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Arcen en Velden, verweerder.
1. Procesverloop
1.1. Bij besluit van 15 september 2009 heeft verweerder aan de gemeente Arcen en Velden een vergunning verleend voor de sloop van twee woningen gelegen aan de [naam straat] [huisnummers] te [plaatsnaam].
1.2. Tegen dit besluit is door verzoekers bij schrijven van 16 en 17 september 2009 een bezwaarschrift op grond van de Awb ingediend bij verweerder. Tevens hebben verzoekers zich tot de rechtbank gewend met het verzoek ter zake een voorlopige voorziening te treffen ex artikel 8:81 van de Awb.
1.3. De door verweerder ter uitvoering van artikel 8:83 van de Awb ingezonden stukken zijn in afschrift aan verzoekers gezonden.
1.4. Het verzoek is behandeld ter zitting van 3 december 2009, waar verzoekers in persoon zijn verschenen en waar verweerder zich heeft laten vertegenwoordigen door J.M.G. Vincken.
2. Overwegingen
2.1.1. Bij besluit van 15 september 2009 heeft verweerder aan de gemeente Arcen en Velden een vergunning verleend voor de sloop van twee woningen gelegen aan de [naam straat] [huisnummers] te [plaatsnaam]. Deze woningen maken deel uit van het voormalige marechausseecomplex.
2.1.2. Tegen dit besluit hebben verzoekers bezwaar gemaakt. Op 24 november 2009 heeft in het kader van de bezwaarschriftenprocedure een hoorzitting plaatsgevonden. Verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht ter zake een voorlopige voorziening te treffen.
2.2. In artikel 8:81 van de Awb is bepaald dat indien tegen een besluit, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening kan treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2.3. De rechter concludeert dat aan de eerste twee in artikel 8:81 van de Awb geformuleerde formele vereisten is voldaan nu verzoekers een bezwaarschrift hebben ingediend tegen het besluit ter zake waarvan de voorlopige voorziening wordt gevraagd en de rechtbank te Roermond bevoegd moet worden geacht om van de (eventuele) hoofdzaak kennis te nemen.
2.4. De rechter ziet geen beletselen verzoekers in hun verzoek ex artikel 8:81 van de Awb te ontvangen. Ook acht de rechter de onverwijlde spoed genoegzaam aangetoond.
Ten aanzien van verzoekster [naam verzoekster 1].
2.4.1. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. De wetgever heeft deze eis gesteld teneinde te voorkomen dat een ieder, in welke hoedanigheid dan ook, of een persoon met slechts een verwijderd of indirect belang als belanghebbende zou moeten worden beschouwd en beroep zou kunnen instellen. Om als belanghebbende in de zin van de Awb te kunnen worden aangemerkt, dient een natuurlijk persoon volgens vaste jurisprudentie een voldoende objectief bepaalbaar en eigen, persoonlijk belang te hebben dat hem in voldoende mate onderscheidt van anderen en dat rechtstreeks wordt geraakt door het bestreden besluit.
2.4.2. De rechter is gebleken dat verzoekster [naam verzoekster 1] op een afstand van ongeveer 150 à 200 meter van de te slopen woningen woont en, gelet op de tussenliggende bebouwing, geen enkel zicht heeft op die bewuste locatie. De rechter is dan ook van oordeel dat verzoekster [naam verzoekster 1] niet geraakt wordt in een belang dat rechtstreeks bij de vaststelling van het besluit is betrokken zoals bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb.
2.4.3. De twee andere verzoeksters kunnen naar het oordeel van de voorzieningenrechter wel als belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb worden aangemerkt. De rechter overweegt voorts als volgt.
2.4.4. Artikel 8.1.6. van de Bouwverordening luidt:
Een sloopvergunning moet worden geweigerd indien:
a. de veiligheid tijdens het slopen onvoldoende is gewaarborgd en ook door het stellen van voorschriften niet op een voldoende peil kan worden gewaarborgd;
b. de bescherming van nabijgelegen bouwwerken in verband met het slopen onvoldoende is
gewaarborgd en ook door het stellen van voorschriften niet op een voldoende peil kan worden gewaarborgd;
c. een vergunning ingevolge de Monumentenwet 1988 of een provinciale of een gemeentelijke monumentenverordening is vereist en deze niet is verleend;
d. een vergunning ingevolge een leefmilieuverordening op grond van de Wet op de stads- en
dorpsvernieuwing is vereist en deze niet is verleend;
e. een aanlegvergunning op grond van het bestemmingsplan of op grond van een voorbereidingsbesluit is vereist en deze niet is verleend.
2.4.5. Nu de gronden in zijn geheel geen betrekking hebben op de weigeringsgronden, genoemd onder a, b, d en e, zullen deze bijgevolg niet door de voorzieningenrechter worden beoordeeld. Ten aanzien van de grond genoemd onder c, overweegt de rechter als volgt. Verzoekers hebben verweerder verzocht om de te slopen panden te plaatsen op een gemeentelijke monumentenlijst. Desgevraagd heeft de gemachtigde van verweerder ter zitting verklaard dat de gemeente Arcen en Velden niet beschikt over een monumentenverordening. De rechter is gelet hierop van oordeel dat de aanvraag van verzoekers, gelet op het geldende recht ten tijde hier in geding, nimmer kan leiden tot een besluit als bedoeld in artikel 1:3, derde lid, van de Awb. Van de weigeringsgrond als bedoeld in artikel 8.1.6, onder c, van de Bouwverordening is dan ook geen sprake.
2.4.6. Tenslotte merkt de voorzieningenrechter op dat het bij de weigeringsgronden van artikel 8.1.6 van de Bouwverordening gaat om een limitatieve opsomming. De beroepsgrond dat de sloop prematuur is nu er nog geen sprake is van een (onherroepelijke) bouwvergunning, kan daarom niet bij de beoordeling worden betrokken.
Mitsdien wordt als volgt beslist.
3. Beslissing
De voorzieningenrechter:
wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Aldus gedaan door mr.drs. E.J. Govaers in tegenwoordigheid van mr. N.F.M. Beurskens-Roelofs als griffier en in het openbaar uitgesproken op 9 december 2009.
w.g. mr. N.F.M. Beurskens-Roelofs,
griffier w.g. mr.drs. E.J. Govaers,
voorzieningenrechter
Voor eensluidend afschrift:
de griffier,
verzonden op: 9 december 2009
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.