ECLI:NL:RBROE:2009:BK5155
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.C.G. Brants
- G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe
- M.M.T. Coenegracht
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor medische behandeling van minderjarige in het kader van gezag en jeugdzorg
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 2 december 2009 uitspraak gedaan over een verzoek van de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg om vervangende toestemming te verlenen voor een noodzakelijke medische behandeling van de minderjarige [de minderjarige]. De moeder van de minderjarige weigert toestemming te geven voor de behandeling, die bestaat uit opname en psychiatrisch onderzoek. De minderjarige vertoont ernstige gedragsproblemen en heeft eerder psychiatrisch onderzoek ondergaan, waarbij de moeder ook toen weigerde het advies op te volgen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de stichting niet voldoende heeft aangetoond dat de medische behandeling noodzakelijk is om ernstig gevaar voor de gezondheid van de minderjarige te voorkomen, zoals vereist door artikel 1:264 BW. De rechtbank heeft de belangen van de minderjarige afgewogen tegen de inbreuk op het gezag van de moeder. Ondanks de weigering van de moeder en de argumenten die zij aanvoert, heeft de rechtbank geoordeeld dat het belang van de minderjarige bij de medische behandeling zwaarder weegt. De rechtbank heeft de stichting in haar verzoek om vervangende toestemming toegewezen, met de overweging dat hernieuwd onderzoek noodzakelijk is voor de hulpverlening aan de minderjarige. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier en is gepubliceerd op 2 december 2009.