-Verdachte heeft verklaard dat hij op zaterdag 23 mei 2009 is benaderd om inzake een transactie die met drugs te maken had voor het vervoer naar Roermond te zorgen.
-Verdachte heeft verklaard dat hij op zaterdag 23 mei 2009 met medeverdachte [verdachte 1] naar café [naam café] in Roermond is geweest.
-[verdachte 1] heeft verklaard dat hij op zaterdag 23 mei 2009 naar een Turks café te Roermond is gekomen met medeverdachte [verdachte 2]. [verdachte 1] heeft daar het telefoonnummer van medeverdachte [verdachte 3] verkregen. Deze is na telefonisch contact naar het café gekomen. [verdachte 1] heeft hem daar gevraagd of hij aan cocaïne kon komen. [verdachte 3] zou dat gaan bekijken, waarna hij naar huis is gereden en later opnieuw met [verdachte 1] contact heeft opgenomen. Hij zei toen dat hij wat had geregeld en heeft met [verdachte 1] afgesproken dat die zondagmorgen om 11:00 uur 1 kilo cocaïne bij hem thuis zou ophalen en daarvoor 39.000 euro zou betalen.
-Verdachte heeft verklaard dat hij op zondag 24 mei 2009 vanuit Neerpelt naar Roermond is gereden met [verdachte 1]. Eerst zijn ze in Roermond bij het retailpark geweest, vervolgens zijn ze naar de woning van medeverdachte [verdachte 3] gereden.
-Medeverdachte [verdachte 3] heeft verklaard dat hij op zondag 24 mei 2009 naar het retailpark te Roermond is gegaan toen [X] hem over de telefoon had verteld dat hij ter plaatse was. Op het retailpark ontmoette [verdachte 3] in elk geval medeverdachte [verdachte 1], verdachte en twee mannen uit Den Haag. Men wilde echter geen zaken doen op het retailpark, waarop [verdachte 3] voorstelde naar zijn woning te gaan.
-[verdachte 1] heeft verklaard dat hij op zondag 24 mei 2009 met verdachte naar de woning van [verdachte 3] in Roermond is gereden. Terwijl verdachte in de auto bleef, zijn in elk geval [verdachte 1] en één van de personen die de cocaïne kwamen leveren de woning ingegaan. In de woning heeft de drugsdeal plaatsgevonden, waarna [verdachte 1] direct is vertrokken met de cocaïne. De cocaïne is in Reti (België) afgeleverd bij derden.
-Verdachte heeft verklaard dat hij na de drugsdeal terug naar België is gereden met [verdachte 1].
-Verdachte heeft verklaard dat op zondagavond 24 mei 2009 medeverdachte [verdachte 1] hem vertelde dat er prolemen waren met de geleverde drugs.
-Verdachte heeft verklaard dat nu medeverdachte [verdachte 3] de drugs zou regelen, hij ook de eerste was waarmee contact werd opgenomen toen bleek dat men was opgelicht. Omdat men dacht dat hij achter de oplichting zat, heeft men [verdachte 3] naar het station in Weert laten komen. Verdachte is daar bij [verdachte 3] in de auto gestapt. Ze zijn naar België gereden.
-Verdachte heeft verklaard dat ze naar een woning in België zijn gereden, waar bepaalde personen met [verdachte 3] moesten spreken.
-[verdachte 3] heeft verklaard dat op zondagavond 24 mei 2009 [verdachte 1] hem heeft gebeld met de boodschap dat de drugs niet goed waren. De dag erop is hij gebeld door medeverdachte [verdachte 5], die zei dat hij zijn zonnebril was vergeten. Medeverdachten [verdachte 3] en [verdachte 5] spraken af bij het NS station te Weert. Vervolgens is [verdachte 3] meegereden naar een woning in België.
-Medeverdachte [verdachte 3] heeft verklaard dat hij in de woning met zijn eigen mobiele telefoon medeverdachte [verdachte 4] moest bellen en hem moest vertellen dat hij autopech had en dat hij moest vragen of medeverdachte [verdachte 4] hem op kon komen halen in Weert bij het NS station. Daarop zijn ze naar Weert vertrokken in de auto van verdachte. In Weert stopten ze op een industrieterrein waar ze uit medeverdachte [verdachte 3]’s auto zijn gestapt. Daar stond een grijze Mercedes met Belgisch kenteken, waarin de twee blanke mannen zaten die ook in de Belgische woning waren geweest. [verdachte 3] en zijn zoontje moesten in de Mercedes stappen. Daarop zijn ze naar het station te Weert gereden. Daar zijn [verdachte 3], zijn zoontje en [verdachte 5] bij [verdachte 4] en zijn dochter achterin de auto gestapt.
-[verdachte 3] heeft verklaard dat ze van het station te Weert naar het industrieterrein zijn teruggereden. Daar stond zijn auto met de motorklep open en voorzien van een gevarendriehoek. [verdachte 4] heeft zijn auto achter die van [verdachte 3] geparkeerd, de grijze Mercedes met Belgisch kenteken stopte daar weer achter. [verdachte 2] en de twee blanke mannen zijn naar de auto van [verdachte 4] gelopen. Er werd van alles geschreeuwd, waaronder dat [verdachte 4] naar de mannen uit Den Haag moest bellen. [verdachte 4] heeft gebeld met die mensen. Op een gegeven moment werd [verdachte 1] ter plaatse afgezet. [verdachte 1] begon ook te schreeuwen tegen [verdachte 4] en [verdachte 3], maar werd gekalmeerd. [verdachte 3] werd verteld dat hij naar huis kon gaan. Hem is ook gezegd dat hij niemand iets mocht vertellen, anders zouden ze hem doodschieten. Toen [verdachte 3] vertrok waren de auto van [verdachte 4], de Mercedes, [verdachte 4], zijn dochter, [verdachte 5], [verdachte 2] en de twee blanke mannen nog ter plaatse.
-Verdachte heeft verklaard dat hij op de parking te Weert waar hij met [verdachte 3] naartoe was gereden moest wachten; iemand anders vertrok met [verdachte 3].
-Verdachte heeft verklaard dat op de parkeerplaats de vuurwapens voortdurend van hand tot hand zijn gegaan en dat iedereen ze heeft vastgehad.
-Medeverdachte [verdachte 4] heeft verklaard dat op maandag 25 mei 2009 [verdachte 3] hem belde met het verzoek hem in Weert op te halen wegens autopech. [verdachte 4] heeft daarop zijn dochter opgehaald bij het station te Weert, waar ook [verdachte 3] was. Nadat zijn dochter bij hem in de auto was gestapt, stapten ook [verdachte 3], zijn zoontje [naam] en een hem op dat moment onbekende man bij hem achterin de auto. De hem onbekende man wees hem de weg naar een plek waar [verdachte 4] veronderstelde dat de auto stond en aldus kwamen ze aan op de parkeerplaats te Weert. Op weg naar die parkeerplaats zijn ze gevolgd door een zilvergrijze BMW met Belgisch kenteken. Op de parkeerplaats aangekomen, moest [verdachte 4] achter de zwarte Audi van [verdachte 3] stoppen. Daarin zaten twee mannen. Achter de auto van [verdachte 3] stond een gevarendriehoek. [verdachte 3] en zijn zoontje stapten uit en [verdachte 4] moest de motor uitzetten en de sleutel afgeven aan de onbekende man. Een andere man, een Belg, stapte ook bij hem achterin de auto. De eerste onbekende man begon te schreeuwen, hij hoorde hem roepen: “Hoeveel heb je verdiend? We willen ons geld terug. Er zijn er twee bij je woning in Roermond. We willen eerst ons geld. Daarna laten we jou en je dochter gaan.” De onbekende man zei dat hij 50.000 euro wilde hebben. Ten tijde van het schreeuwen had de man een pistool vast. Hij zei dat ze geen spelletjes moesten spelen en dat hij zijn geld terug zou krijgen. Hij zag en hoorde dat de man het pistool doorlaadde. Hij zag dat de man met het pistool op de console tussen de voorstoelen in en tegen de hoofdsteun van de bestuurdersstoel sloeg. Hij zag dat de man het pistool op zijn lichaam richtte en keek in de loop van het pistool. De Belg heeft ook nog geschreeuwd en heeft geroepen dat het serieus was en dat hij moest zorgen dat het geld terug kwam. Even later stapten deze mannen uit en kwam een andere Marokkaanse man in de auto zitten. Dit is één van de mannen die later in Roermond door de politie is aangehouden. Hij heeft [verdachte 4] ook bedreigd met een pistool. Hij zei tegen hem dat hij geen grapjes maakte en geen spelletjes speelde. Hij zei dat hij niet makkelijk was. Hij richtte ook het pistool op [verdachte 4]. Terwijl ze op de parkeerplaats stonden, zijn diverse personen in en uit de auto gestapt, waarbij telkens het pistool van degene die uitstapte werd doorgegeven aan de degene die instapte.
-Getuige [naam] heeft verklaard dat de auto waarin zij zat, naar de parkeerplaats werd gevolgd door een zilvergrijze BMW met een Belgisch kenteken. Toen ze op de parkeerplaats te Weert aankwamen, stond daar de auto van [verdachte 3], voorzien van gevarendriehoek. Toen zij stopten, stapten er meteen twee mannen uit deze auto die in hun richting liepen. Uit de auto van [verdachte 3] stapten de Marokkaan die later bij [verdachte 4] thuis is aangehouden en een blanke man. Aangeefster heeft gehoord dat ze geld wilden, iets van 39.000 euro.
-Verdachte is vervolgens samen met [verdachte 1], [verdachte 4] en de dochter van [verdachte 4] naar de woning van [verdachte 4] gereden, waar een onbekende Marokkaan het geld zou komen brengen. Verdachte en [verdachte 1] hebben in de woning gewacht op deze Marokkaan. Ondertussen hebben ze thee en water gedronken en heeft de dochter van [verdachte 4] haar zus weggebracht.
-Verdachte heeft verklaard dat hij in de woning in België een vuurwapen heeft gekregen.
-Verdachte heeft verklaard dat hij het wapen dat hij droeg in de voortuin van [verdachte 4] in de bosjes heeft gelegd voordat hij de woning van [verdachte 4] in is gegaan.
-Op maandagavond 25 mei 2009 heeft de Forensische Opsporing een vuurwapen, merk: FN, model: 1900, kaliber: 7,65 Browning, liggende in de voortuin aan de Heyberg 21 veiliggesteld en in beslag genomen.
-Het aangetroffen vuurwapen, merk: FN, model: 1900, kaliber: 7,65 Browning, is een vuurwapen in de zin van artikel 2 lid 1, categorie III onder 1º Wet wapens en munitie.