ECLI:NL:RBROE:2009:BK4082
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.C.M. Bomans
- Rechtspraak.nl
Uitlegging testament en erfrechtelijke positie van kinderen
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 25 november 2009 uitspraak gedaan in een geschil over de uitlegging van een testament. De eiseres, in haar hoedanigheid als executrice van de nalatenschap van de erflater, vorderde een verklaring voor recht over de inhoud van het testament van de erflater, die op 6 juni 2006 was overleden. De eiseres stelde dat het testament onduidelijk was met betrekking tot de erfrechtelijke positie van haar kinderen, [minderjarig kind 1] en [minderjarig kind 2]. In het testament was een legaat opgenomen voor het kind waarvan de eiseres in verwachting was, maar de eiseres betoogde dat dit legaat ook voor haar andere kind moest gelden. De rechtbank diende te beoordelen of de bewoordingen van het testament duidelijk waren en of er aanleiding was voor uitlegging op basis van de omstandigheden waaronder het testament was opgesteld.
De rechtbank overwoog dat de erflater, ondanks dat hij op het moment van overlijden niet meer samenwoonde met de eiseres, de bedoeling had om zijn kinderen gelijkelijk te bedelen. De rechtbank concludeerde dat de letterlijke bewoordingen van het testament geen duidelijke zin hadden en dat het testament uitlegging behoefde. De rechtbank oordeelde dat de erflater de gevolgen van zijn overlijden voor zijn gezin had willen regelen en dat beide kinderen recht hadden op een gelijk deel van de nalatenschap. De vordering van de eiseres werd toegewezen, en de rechtbank verklaarde dat het legaat zowel voor [minderjarig kind 1] als voor [minderjarig kind 2] gold, met elk recht op 1/3 van het zuivere saldo van de nalatenschap.
Daarnaast werden de proceskosten aan de zijde van de eiseres en de gedaagde vastgesteld en ten laste van de gehele nalatenschap gebracht. De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad voor zover het de proceskosten betrof, en wees het meer of anders gevorderde af.